Meta-analyse concludeert: MACE-risico niet beïnvloed door timing van antihypertensieve medicatie
Nieuws - 31 aug. 2024Meta-analysis of trials of antihypertensive medication bedtime dosing including individual-patient data from BedMed and BedMed-Frail
Gepresenteerd op het ESC-congres 2024 door: Ricky Turgeon - Vancouver, BC, Canada
Introductie en methoden
In 2010 werden de resultaten van de Spaanse MAPEC-studie gepubliceerd, waaruit bleek dat het risico op HVZ-gerelateerde morbiditeit en mortaliteit met 61% afnam wanneer patiënten ≥1 van hun eenmaaldaags gedoseerde antihypertensiva ’s avonds innamen in plaats van allemaal ’s ochtends. Dezelfde onderzoeksgroep toonde 9 jaar later in de Hygia-studie dat deze aanpak het risico op cardiovasculaire sterfte, MI, coronaire revascularisatie, HF of beroerte met 45% verminderde. Andere onderzoekers probeerden deze bevindingen te valideren, maar de TIME-studie (VK, 2022) noch de BedMed- en BedMed-Frail-studies (Canada, 2024) konden ze bevestigen. In deze laatste 3 studies moesten de deelnemers overigens álle antihypertensiva ’s avonds of ’s ochtends innemen.
Daarom werd een systematische review en meta-analyse uitgevoerd van alle RCT’s met parallelle groepen waarin het innemen van ≥1 antihypertensiva ’s avonds of vóór het slapen gaan werd vergeleken met inname van alle antihypertensiva ’s ochtends en waarin ≥1 relevante cardiovasculaire uitkomsten werden beoordeeld. Studies moesten ook een follow-up van ≥500 patiëntjaren per groep hebben en een mediane follow-upduur van ≥12 maanden. De onderzoekers includeerden de eerdergenoemde 5 studies (MAPEC, Hygia, TIME, BedMed en BedMed-Frail), waaraan in totaal 46.606 patiënten deelnamen. Ze voerden ook een systematische beoordeling uit van potentiële bronnen van bias in elke studie.
De primaire uitkomstmaat was MACE, gedefinieerd als een samengestelde uitkomst van totale sterfte, niet-fataal MI, niet-fatale beroerte of HF-exacerbatie. Secundaire uitkomstmaten waren onder meer de individuele componenten van de primaire uitkomstmaat, ziekenhuisopname om welke reden dan ook en specifieke veiligheidsuitkomsten (fracturen, glaucoomgerelateerde events en cognitieve achteruitgang).
Belangrijkste resultaten
- In de 5 studies samen had avonddosering geen effect op de incidentie van de primaire uitkomstmaat van MACE vergeleken met ochtenddosering (HR: 0,71; 95%BI: 0,43-1,16).
- Een gevoeligheidsanalyse op basis van het biasrisico liet zien dat in de 3 studies met een laag risico op bias (TIME, BedMed en BedMed-Frail) het risico op MACE niet verschilde tussen de avond- en ochtenddoseringsgroep (HR: 0,94; 95%BI: 0,85-1,04), met een verwaarloosbare mate van heterogeniteit (I²=0%; τ²=0). In de 2 studies met aanwijzingen voor bias (met name wat betreft het randomisatieproces) was de HR 0,43 (95%BI: 0,26-0,72).
- Er was geen verschil in het totale sterftecijfer tussen de doseringsgroepen (HR: 0,77; 95%BI: 0,51-1,16), noch in de incidentie van een van de andere secundaire uitkomstmaten.
Conclusie
Deze systematische review en meta-analyse van 5 grote RCT’s liet zien dat er geen verschil was tussen het ’s avonds innemen van sommige of alle antihypertensiva versus inname van alle medicatie ’s ochtends met betrekking tot het MACE-risico en de veiligheidsuitkomsten.
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens het ESC-congres 2024 is verstrekt -
Deel deze pagina met collega's en vrienden: