Bevolkingsonderzoek naar AF leidt niet tot minder nadelige uitkomsten bij oudere volwassenen
Nieuws - 9 sep. 2024STROKESTOP II - Randomised systematic NT-proBNP and ECG screening for atrial fibrillation among 75 year-olds
Gepresenteerd op het ESC-congres 2024 door: dr. Katrin Kemp Gudmundsdottir - Stockholm, Zweden
Introductie en methoden
Volgens de ESC-richtlijnen voor het management van AF uit 2024 moet bevolkingsonderzoek naar AF met een verlengde, niet-invasieve ECG-gebaseerde benadering worden overwogen bij personen ≥75 jaar en bij personen ≥65 jaar met bijkomende risicofactoren voor beroerte. Het doel van de huidige studie was om te onderzoeken of AF-screening met een ECG-registratie in combinatie met een NT-proBNP-meting de incidentie van beroerte of systemische embolie vermindert en wat de prognostische waarde van een NT-proBNP-meting is bij AF-screening.
De STROKESTOP II-studie was een multicentrische, door onderzoekers geïnitieerde, niet-gemaskeerde RCT met parallelle groepen naar een stapsgewijs bevolkingsonderzoeksprogramma waarin alle inwoners van 75 of 76 jaar in de regio Stockholm in Zweden werden geïncludeerd (n=28.712). Ze werden gerandomiseerd naar het ontvangen van een uitnodiging voor screening op AF (interventie) of geen uitnodiging ontvangen (controle). In de interventiegroep werd de NT-proBNP-waarde gemeten bij deelnemers zonder voorgeschiedenis van AF, waarna ze werden gestratificeerd in 2 groepen: laag risico (NT-proBNP <125 ng/l) en hoog risico (≥125 ng/l). Deelnemers met een laag risico maakten zelf eenmalig een 1-afleidings-ECG met een compact, draagbaar ECG-apparaat, terwijl deelnemers met een hoog risico geïnstrueerd werden om gedurende 2 weken 4 keer per dag een ECG van 30 s op te nemen.
In totaal werden 13.905 mensen uitgenodigd voor de AF-screening, van wie 6843 (49,2%) de uitnodiging accepteerden. De controlegroep bestond uit 13.884 personen, en 451 mensen stierven of emigreerden. In de interventiegroep werden 2542 personen (40,5%) als ‘laag risico’ beschouwd op basis van hun NT-proBNP-waarde, terwijl de resterende 3743 (59,5%) werden aangemerkt als ‘hoog risico’. De mediane follow-upduur was 5,1 jaar (IQR: 5,0-5,8). Nieuw AF werd vastgesteld bij 165 van de 6843 gescreende deelnemers (2,4%); zij kregen orale antistolling aangeboden.
De primaire uitkomstmaat was een samengestelde uitkomst van beroerte of systemische embolie.
Belangrijkste resultaten
- De incidentie van de primaire uitkomstmaat van beroerte of systemische embolie was vergelijkbaar in de interventiegroep (dit waren zowel personen die deelnamen aan de screening als degenen die waren uitgenodigd maar niet kwamen opdagen) en de controlegroep (HR: 0,96; 95%BI: 0,86-1,06; P=0,412).
- Wanneer gescreende deelnemers met een lage NT-proBNP-waarde (<125 ng/l) werden vergeleken met de controlegroep, was het risico op de primaire uitkomstmaat verlaagd (HR: 0,59; 95%BI: 0,46-0,74; P<0,001).
- Deelnemers in de hoogrisicogroep (NT-proBNP ≥125 ng/l) hadden een verhoogd risico op de primaire uitkomstmaat vergeleken met de laagrisicogroep (HR: 1,57; 95%BI: 1,22-2,02; P=0,001).
Conclusie
Bij inwoners van Stockholm van 75 of 76 jaar leidde een stapsgewijs bevolkingsonderzoek naar AF, met een NT-proBNP-meting in combinatie met een ECG-registratie met een draagbaar apparaat, niet tot een lagere incidentie van de primaire samengestelde uitkomstmaat van beroerte of systemische embolie vergeleken met geen screening gedurende 5 jaar follow-up. Opvallend was dat slechts 49% van de uitgenodigde personen deelnam aan de screening. Personen met een lage NT-proBNP-waarde (<125 ng/l) werden correct geïdentificeerd als hebbende een lager risico op de primaire uitkomstmaat. Dr. Kemp Gudmundsdottir concludeerde daarom dat “NT-proBNP veilig gebruikt kan worden om te bepalen wie niet gescreend moet worden op AF”.
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens het ESC-congres 2024 is verstrekt -
De bevindingen van deze studie werden tegelijkertijd gepubliceerd in Circulation.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: