Evolocumab ook effectief bij ASCVD-patiënten met obesitas
Nieuws - 11 sep. 2024Cardiovascular Efficacy of Evolocumab in Patients with Obesity: Updates from FOURIER Trial
Gepresenteerd op het ESC-congres 2024 door: dr. Yu Mi Kang - Boston, MA, VS
Introductie en methoden
Eerder liet de FOURIER-studie (Further Cardiovascular Outcomes Research with PCSK9 Inhibition in Subjects with Elevated Risk) zien dat evolocumab de LDL-c-waarde en het risico op MACE verlaagde vergeleken met placebo bij hoogrisicopatiënten met vastgestelde ASCVD. De werkzaamheid van PCSK9-remmers bij patiënten met een verschillende BMI blijft echter onduidelijk. In een subgroepanalyse van de FOURIER-studie werd de werkzaamheid van evolocumab beoordeeld op basis van de BMI bij aanvang van de studie.
De FOURIER-studie was een internationale, multicentrische, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3-RCT met 27.564 patiënten met stabiele ASCVD (eerder MI, eerdere beroerte of symptomatische perifere arteriële ziekte) en LDL-c ≥70 mg/dl (≥1,8 mmol/l) of niet-HDL-c ≥100 mg/dl (≥2,6 mmol/l) ondanks statinetherapie met hoge of matige intensiteit. De deelnemers werden gerandomiseerd naar subcutaan evolocumab (140 mg elke 2 weken of 420 mg elke 4 weken) of een vergelijkbare placebo. De mediane follow-upduur was 2,2 jaar. Bij aanvang van de studie hadden 5012 patiënten (18%) een BMI <25 kg/m² en 3446 (13%) een BMI ≥35 kg/m².
De primaire werkzaamheidsuitkomstmaat was MACE, gedefinieerd als een samengestelde uitkomst van cardiovasculaire sterfte, MI, beroerte, ziekenhuisopname voor instabiele angina, of coronaire revascularisatie. De belangrijkste secundaire werkzaamheidsuitkomstmaat was een samengestelde uitkomst van cardiovasculaire sterfte, MI of beroerte.
Belangrijkste resultaten
- In de placeboarm van de studie nam het risico op de primaire werkzaamheidsuitkomstmaat na 3 jaar toe met een toenemende BMI. Er was bijvoorbeeld een risicoverhoging van 8% voor elke toename van de BMI met 5 eenheden bij patiënten met een BMI >25 kg/m² (gecorrigeerde HR: 1,08; 95%BI: 1,02-1,15).
- Bij patiënten die werden behandeld met evolocumab was de placebogecorigeerde kleinste-kwadraten (least-squares, LS) gemiddelde procentuele verandering in de LDL-c-waarde vergelijkbaar bij patiënten met een BMI ≥35 kg/m² bij studieaanvang (-53%) en degenen met een BMI <35 kg/m² (-60%).
- Wanneer de BMI bij studieaanvang als continue variabele werd geanalyseerd, leek het behandeleffect van evolocumab ten opzichte van placebo op het risico van de primaire werkzaamheidsuitkomstmaat na 3 jaar het grootst te zijn bij patiënten met een BMI >30 kg/m² (P voor interactie per BMI-toename van 5 eenheden=0,025).
- Wanneer de BMI werd ingedeeld in 3 categorieën (<30,0; 30,0-34,9; en ≥35,0 kg/m²) was de risicoreductie in de primaire werkzaamheidsuitkomstmaat na 3 jaar met evolocumab versus placebo het grootst bij patiënten met de hoogste BMI (HR: 0,71; 95%BI: 0,59-0,86; absolute risicoreductie: 5,7%; number needed to treat: 18).
- Vergelijkbare resultaten werden gezien voor de belangrijkste secundaire werkzaamheidsuitkomstmaat.
Conclusie
In deze FOURIER-subgroepanalyse onder hoogrisicopatiënten met ASCVD leek de klinische werkzaamheid van evolocumab versus placebo groter te zijn bij patiënten met obesitas (met name bij BMI ≥35 kg/m²). Dr. Kang concludeerde dat “intensieve controle van LDL-c zeker overwogen moet worden bij mensen met obesitas om hun hoge HVZ-risico te helpen verminderen”.
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens het ESC-congres 2024 is verstrekt -
Deel deze pagina met collega's en vrienden: