Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Voorspelling van ASCVD-risico in algemene bevolking met cardiovasculaire biomarkers

Prognostic Value of Cardiovascular Biomarkers in the Population

Literatuur - Neumann JT, Twerenbold R, Weimann J, et al. - JAMA. 2024 Jun 11;331(22):1898-1909. doi: 10.1001/jama.2024.5596

Introductie en methoden

Achtergrond

Om de prevalentie van ASCVD te verlagen, is vroege identificatie van individuen met een hoog risico op het ontwikkelen van deze ziekte van belang [1,2]. Hoewel verschillende studies de waarde van routinematig beschikbare cardiovasculaire biomarkers voor de risicostratificatie hebben laten zien [3-10], behoort toepassing van deze biomarkers voor risicostratificatie in primaire preventie nog niet tot de algemene klinische praktijk. Daarnaast is het onduidelijk welke van de gevestigde biomarkers geschikt is om elke uitkomst te voorspellen en of leeftijd hierbij een rol speelt.

Doel van de studie

Het doel van de studie was om de voorspellende waarde van cardiovasculaire biomarkers voor de incidentie van ASCVD in de algemene bevolking te vergelijken en om te bekijken of hun differentiële effecten afhankelijk zijn van leeftijd.

Methoden

In een analyse op individueel niveau werden gegevens over cardiovasculaire biomarkers van 28 algemene-bevolkingscohorten uit 12 landen op 4 continenten geïncludeerd (totaal n=164.054). De studiedeelnemers waren ogenschijnlijk gezond (d.w.z.: ze hadden geen voorgeschiedenis van ernstige atherotrombotische cardiovasculaire events, ASCVD of HF) en hadden ≥1 metingen van hs-cTnI, hs-cTnT, NT-proBNP, BNP en/of hs-CRP tijdens een follow-up ≥ 2 jaar. De mediane follow-upduur was 11,8 jaar (IQR: 6,2-18,0; maximum: 28,2 jaar).

Uitkomstmaten

De primaire uitkomstmaat was de incidentie van totale ASCVD (fatale en niet-fatale events) (gedefinieerd als definitieve CHD, mogelijke of definitieve ischemische beroerte, coronaire revascularisatie, sterfte door CHD, sterfte door ischemische beroerte of niet-classificeerbare sterfte). De secundaire uitkomstmaten waren totale sterfte, HF, ischemische beroerte en MI.

Belangrijkste resultaten

Associatie van biomarkers met primaire en secundaire uitkomstmaten

Stratificatie naar leeftijd

Conclusie

Deze grote analyse op individueel niveau toonde dat 5 routinematig beschikbare cardiovasculaire biomarkers (hs-cTnI, hs-cTnT, NT-proBNP, BNP en hs-CRP) voorspellers waren van fatale en niet-fatale cardiovasculaire events en totale sterfte in een wereldwijde algemene populatie. Toevoeging van deze biomarkers aan conventionele risicofactoren, zoals leeftijd en rookstatus, resulteerde in een iets betere risicovoorspelling voor ASCVD en in grotere mate voor HF en totale sterfte. De incrementele waarde van de biomarkers was groter bij personen van ≥65 jaar dan bij jongere mensen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op JAMA.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: