Hogere Lp(a)-waarde geassocieerd met snellere hemodynamische progressie van aortastenose
Lipoprotein(a) and Calcific Aortic Valve Stenosis Progression: A Systematic Review and Meta-Analysis
Literatuur - Arsenault BJ, Loganath K, Girard A, et al. - JAMA Cardiol. 2024 Sep 1;9(9):835-842. doi: 10.1001/jamacardio.2024.1882Introductie en methoden
Achtergrond
Een verhoogde Lp(a)-plasmawaarde is geassocieerd met een hoger risico op het ontwikkelen van verkalkte aortaklepstenose [1-3]. Het is echter niet duidelijk of deze concentratie ook de progressie van deze ziekte voorspelt, omdat verschillende studies, met relatief kleine steekproefgrootten, tegenstrijdige resultaten hebben laten zien [4-6]. Daarom is er behoefte aan grotere multicentrische studies waarin gebruik wordt gemaakt van echocardiografie, een beeldvormend onderzoek dat in de dagelijkse klinische praktijk wordt ingezet om de ernst van aortastenose vast te stellen.
Doel van de studie
Het doel van de studie was de associatie te onderzoeken tussen de Lp(a)-plasmawaarde en de hemodynamische progressie van aortastenose zoals beoordeeld met echocardiografie bij patiënten met aortastenose.
Methoden
De auteurs voerden een meta-analyse op individueel patiëntniveau uit van 5 prospectieve klinische cohortstudies naar aortastenose (ASTRONOMER, PROGRESSA, Ring of Fire, SALTIRE, SALTIRE2) uitgevoerd in Canada of het Verenigd Koninkrijk. De Lp(a)-plasmawaarde en seriële echocardiografische beoordelingen van de ernst en hemodynamische progressie van de aortastenose waren beschikbaar voor 710 patiënten.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was de jaarlijkse verandering in de peak aortic jet velocity (Vpeak). De verkennende uitkomstmaten waren de associatie van de blootstelling aan een hoge Lp(a)-plasmawaarde met de gemiddelde transvalvulaire drukgradiënt enerzijds en het aortaklepoppervlak anderzijds.
Belangrijkste resultaten
- Uit een meta-analyse van de gegevens van de 5 studies bleek dat patiënten met een Lp(a)-plasmawaarde in het bovenste tertiel snellere progressie van de Vpeak lieten zien dan patiënten in het onderste Lp(a)-tertiel (ratio van gemiddelden: 1,41; 95%BI: 1,13-1,75), zonder bewijs voor heterogeniteit tussen de individuele cohorten (I²=0%; τ²=0).
- Wanneer de Lp(a)-plasmawaarde werd geanalyseerd als een continue variabele, was een hogere waarde ook geassocieerd met snellere Vpeak-progressie (Pearsons r: 0,11; 95%BI: 0,03-0,18; I²=0%; τ²=0).
- Daarnaast vertoonden patiënten in het bovenste Lp(a)-tertiel snellere progressie van de gemiddelde transvalvulaire gradiënt dan patiënten in het onderste Lp(a)-tertiel (ratio van gemiddelden: 1,57; 95%BI: 1,18-2,10; I²=0%; τ²=0), evenals patiënten met een hogere versus lagere Lp(a)-plasmawaarde (Pearsons r: 0,14; 95%BI: 0,06-0,22; I²=0%; τ²=0).
- Daarentegen was er geen verband tussen de Lp(a)-tertielen en de jaarlijkse progressiesnelheid van het aortaklepoppervlak (ratio van gemiddelden: 1,23; 95%BI: 0,71-2,12), noch wanneer de Lp(a)-concentratie werd geanalyseerd als continue variabele.
- Analyse van de individuele cohorten toonde alleen in de ASTRONOMER-studie een statistisch significante associatie tussen de Lp(a)-tertielen en een snellere jaarlijkse progressiesnelheid van de Vpeak (P=0,04) en de gemiddelde transvalvulaire gradiënt (P=0,02). Vergelijkbare resultaten werden gezien wanneer de Lp(a)-plasmawaarde werd geanalyseerd als een continue variabele.
Conclusie
In deze meta-analyse van 5 prospectieve cohortstudies was een hogere Lp(a)-plasmawaarde geassocieerd met snellere progressie van de Vpeak en de gemiddelde transvalvulaire gradiënt, maar niet met die van het aortaklepoppervlak, bij patiënten met verkalkte aortaklepstenose. De auteurs menen dat hun “gegevens suggereren dat Lp(a) niet alleen geassocieerd is met het optreden van aortastenose, maar ook met de progressie ervan [en] dat Lp(a) daarom een belangrijke potentiële therapeutische target voor aortastenose is”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: