WCN 2022 Hebben alle AF-patiënten antistolling nodig om risico op een beroerte te verlagen? Dr. Conen praat over behandeling van verschillende groepen van AF-patiënten. Tot slot vertelt hij kort iets over de ASPIRE-AF-studie.
Europese AF-richtlijnen adviseren om patiënten met stabiel AF en een verhoogd risico op een beroerte 1 jaar na een PCI te behandelen met alleen een oraal anticoagulans, in plaats van combinatietherapie met een oraal anticoagulans en een bloedplaatjesremmer. Het bewijs hiervoor is echter beperkt.
ESC 2022 In een subpopulatie van patiënten met reumatische hartziekte en atriumfibrilleren, werd het effect van rivaroxaban vs. VKA onderzocht op het samengestelde eindpunt van beroerte, systemische embolie, MI en sterfte door vasculaire en onbekende oorzaken.
Hoewel de nieuwere risicoscores een beter voorspellend vermogen leken te hebben dan de conventionele scores, is onderzoek naar externe validatie en kalibratie nodig om dit te bevestigen.
ESC 2022 eBRAVE-AF testte de werkzaamheid van een digitale screeningstrategie met behulp van gewone smartphones voor het detecteren van behandelingsrelevante AF bij een oudere populatie in een directe vergelijking met gebruikelijke zorg.
ESC 2022 VKA’s verminderden ischemische beroerte en overlijden bij patiënten met reumatisch AF vergeleken met rivaroxaban zonder het risico op majeure bloedingen te verhogen, zo blijkt uit de eerste RCT naar antistolling bij deze populatie.
ESC 2022 Een digitale screeningstrategie met normale smartphones verdubbelde de detectie van AF.
Een verschil tussen de DOAC’s apixaban en rivaroxaban is dat apixaban 2 keer per dag wordt ingenomen, terwijl bij rivaroxaban één dosis volstaat. Hoe verhouden de effectiviteit en veiligheid van beide antistollingsmiddelen zich tot elkaar bij ouderen met AF?
In een post-hocanalyse van de AFIRE-trial was rivaroxaban-monotherapie geassocieerd met een 38% lager risico op eerste en terugkerende trombotische events en bloedingen bij patiënten met AF en stabiel coronairlijden in vergelijking met combinatietherapie van rivaroxaban met antiplaatjesmiddelen.
ATTR-CM is een progressieve, veelal dodelijke vorm van hartziekte die wordt gekenmerkt door ophoping van het eiwit transthyretine in het hart. Onduidelijk is hoe vaak trombo-embolische complicaties optreden bij patiënten met ATTR-CM.
In een groot cohort van AF-patiënten kwamen nieuwe herseninfarcten frequent voor, ondanks veelvuldig gebruik van antistolling. Zowel klinische als stille herseninfarcten waren geassocieerd met cognitieve achteruitgang.
Bij Japanse AF-patiënten van ≥80 jaar met een hoog bloedingsrisico verminderde 15 mg edoxaban de incidentie van beroerte of systemische embolie in drie leeftijdsgroepen (80-84 jaar, 85-89 jaar en ≥90 jaar), zonder significant veiligheidsrisico. Toch zijn deze resultaten mogelijk niet van toepassing op andere etnische groepen.