In de I-STOP-AFib-studie was slechte slaapkwaliteit de nacht ervoor geassocieerd met een verhoogd risico op zelfgerapporteerde AF-episodes de volgende dag bij patiënten met symptomatisch AF.
In een Japanse ANAFIE-register was het gebruik van DOAC’s geassocieerd met een lager risico op klinische uitkomsten bij oudere patiënten met niet-valvulaire AF vergeleken met het gebruik van warfarine, ongeacht de aanwezigheid of afwezigheid van HF.
In een Nederlandse retrospectieve cohortstudie was de 1-jaarsprevalentie van therapieontrouw aan directe orale anticoagulantia (DOAC’s) 6,5% bij AF-patiënten met een nieuw DOAC-recept. Onafhankelijke voorspellers van therapieontrouw waren onder andere mannelijk geslacht, jongere leeftijd en tweemaal daags doseringsschema.
De OCEANIC-AF-studie zal vroegtijdig worden stopgezet vanwege een gebrek aan werkzaamheid. De studie onderzoekt de effecten van FXIa-remmer asundexian vergeleken met apixaban op het risico op beroerte en systemische embolie bij patiënten met AF met risico op een beroerte.
AHA 2023 Tot verrassing van de onderzoekers van de AZALEA-TIMI 71-studie, raadde de Data Safety Monitoring Committee aan om de fase 2-studie met de FXI-remmer abelacimab bij patiënten met AF vroegtijdig te beëindigen. Wat zijn de bevindingen van een interim-analyse?
AHA 2023 In de ARTESIA-studie werden patiënten met subklinisch AF gerandomiseerd naar apixaban of aspirine en gevolgd voor beroerte of systemische embolie en ernstige bloedingen. Jeff Healey bespreekt de resultaten.
AHA 2023 In de ARTESIA-studie verminderde apixaban beroerte of systemische embolie bij patiënten met subklinisch atriumfibrilleren in vergelijking met aspirine. Apixaban verhoogde het risico op ernstige bloedingen, maar er was geen toename van intracraniële bloedingen of fatale bloedingen.
AHA 2023 Wat zijn de bevindingen van een fase 2-studie waarin twee doses van de FXI/XIa-remmer abelacimab werden vergeleken met rivaroxaban met betrekking tot de veiligheidsuitkomst van bloedingen bij patiënten met AF?
AHA 2023 In DAPA-MI, een register-gebaseerde gerandomiseerde klinische studie, verbeterde dapagliflozine cardiometabole uitkomsten bij patiënten met een acuut MI en LV systolische dysfunctie zonder diabetes of chronisch HF vergeleken met placebo.
In een secundaire analyse van de EMPEROR-Preserved-studie waren de gunstige effecten van empagliflozine op cardiovasculaire en renale uitkomsten consistent bij patiënten met HFpEF, ongeacht de aanwezigheid van AF.
In een meta-analyse van 17 prospectieve cohortstudies was er geen verband tussen EPA en incidenteel AF, terwijl hogere waarden van DPA, DHA en EPA+DHA geassocieerd waren met een lager risico op AF.
Een meta-analyse liet zien dat borstkankeroverlevenden een verhoogd risico hebben op cardiovasculaire sterfte, HF en AF, maar niet op coronairlijden, MI of ischemische beroerte vergeleken met de algemene populatie.