Betere HRQoL met hartrevalidatie thuis in HFrEF patiënten
REACH-HF hartrevalidatie-interventie thuis resulteerde in betere ziektespecifieke kwaliteit van leven en zelfmanagement in HFrEF patiënten, toont een gerandomiseerde trial.
The effects and costs of home-based rehabilitation for heart failure with reduced ejection fraction: The REACH-HF multicentre randomized controlled trialLiteratuur - Dalal HM, Taylor RS, Jolly K et al. - Eur J Prev Cardiol 2018; 0(00) 1–11
Introductie en methoden
Hoewel groep- of centrumgebaseerde hartrevalidatie aanbevolen wordt om gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) te verbeteren in patiënten met hartfalen (HF) [1-3], neemt minder dan 10% van Amerikaanse HF patiënten en 20% van Europese HF patiënten deel aan hartrevalidatie [4,5]. Hartrevalidatieprogramma’s vanuit huis kunnen de toegang vergroten en hebben aangetoond even effectief te zijn als groeps- of ziekenhuisgebaseerde hartrevalidatie na myocardinfarct en coronaire revascularisatie, en met vergelijkbare kosten [6]. Er is echter weinig bewijs beschikbaar over klinische en kosteneffectiviteit van hartrevalidatie vanuit huis in patiënten met HF [7] en geen van de interventies betrokken zorgverleners of zijn gezamenlijk ontwikkeld met patiënten, zorgverleners of clinici.
De Rehabilitation EnAblement in CHronic Heart Failure (REACH-HF) was een multicenter, twee parallelle groep, gerandomiseerde, superioriteitsstudie die het effect onderzocht van hartrevalidatie [8] gedurende 12 weken bovenop standaardzorg (n=107) versus alleen standaardzorg (n=109) op kwaliteit van leven in patiënten van ≥18 jaar met vastgesteld HFrEF op echocardiografie of angiografie in de voorgaande vijf jaar. Diegenen die binnen 12 maanden voorafgaand aan de inschrijving hartrevalidatie hadden ondernomen, of met een contra-indicatie voor het uitvoeren van inspanningstesten of -training, werden uitgesloten.
De thuisinterventie omvatte een mix van face-to-face en telefooncontacten gedurende 12 weken. Standaardzorg was gedefinieerd als medisch management volgens de nationale en lokale richtlijnen, inclusief gespecialiseerde HF verpleegkundige zorg. Deelnemers werden ingedeeld op basis van onderzoeksinstituut en plasma N-terminale proB-type natriuretische peptiden (BNP)-waarden bij baseline (≤2 vs. >2 ng/ml).
De primaire uitkomst was ziektespecifieke HRQoL na 12 maanden gemeten met behulp van de Minnesota Living with Heart Failure Questionnaire (MLHFQ).
Belangrijkste resultaten
Primaire uitkomst
- De REACH-HF interventie resulteerde in betere MLHFQ totaalscores na 12 maanden, terwijl geen verschil in MLFHQ totaalscores werd gezien in de controlegroep. Er was een significant verschil in verandering vanaf baseline tussen groepen – 5.7 punten (95%CI: –10.6 tot –0.7, P=0.025), wat consistent bleef in per-protocol, complier-gemiddelde causale effecten, meervoudige imputatie en herhaalde-metingen analyses.
- De REACH-HF groep had significant betere MLHFQ fysieke scores, in vergelijking met de controlegroep (12.2 vs. 14.5) (gemiddelde verschil na 12 maanden –3.2 [95%CI: –5.7 tot –0.6, P=0.016]), terwijl de MLFHQ emotionele scores niet beter waren (5.1 vs. 5.5) (–0.8 [95%CI:–2.2 tot 0.6], P=0.273).
- Meer deelnemers met REACH-HF interventie bereikten een afname van ≥5 MLHFQ punten dan deelnemers met standaardzorg (52% vs. 33%), zoals gezien werd in een post-hoc analyse.
Secundaire uitkomsten
- Een verschil in Self-Care of Heart Failure Index (SCHFI) onderhoudsscore werd gezien na 12 maanden (REACH-HF: 63.8 vs. controles: 55.2), met een verschil tussen groepen van 8.0 (95%CI: 3.6 to 12.4, P<0.001).
- Er werden geen significante veranderingen gezien in HADS angst en depressie, incrementele shuttle looptest, SCHFI management en zekerheid, EQ-5D, HeartQol en lichaamsbeweging tussen de REACH-HF en controlegroep na 12 maanden. Resultaten van primaire en secundaire uitkomsten waren vergelijkbaar na vier en zes maanden.
- Er was geen significante subgroep-behandelinteractie in de primaire uitkomst na 12 maanden door BNP-waarden, aanwezigheid van zorgverlener, wervingsplek of duur van HF.
- In totaal overleden acht (4%) deelnemers (vier in REACH-HF en vier in controlegroep). Vier sterfgevallen waren gerelateerd aan HF (een in REACH-HF en drie in controlegroep) gedurende de studieperiode van 12 maanden.
- In de REACH-HF groep hadden 19 deelnemers minstens een ziekenhuisopname gedurende follow-up tot 12 maanden, in vergelijking met 24 patiënten in de controlegroep (OR: 0.72, 95%CI: 0.35 tot 1.51, P=0.386). In totaal waren er 33 ziekenhuisopnames (4 gerelateerd aan HF) in de REACH-HF groep en 35 (10 gerelateerd aan HF) in de controlegroep. Drie REACH-HF vs. zes controlepatiënten ervaarden een of meer ziekenhuisopnames gerelateerd aan HF (0.56, 95%CI: 0.13 to 2.33, P=0.422).
- De nadelige effecten gezien in de REACH-HF groep werden beoordeeld als niet gerelateerd aan de interventie.
Kosten
- Rekening houdend met de contactmomenten, training, reizen en materiaal, werden de gemiddelde totale kosten voor levering van de REACH-HF interventie geschat op 418,39 pond per deelnemer.
Conclusie
Deze gerandomiseerde trial liet superieure en klinisch belangrijke verbeteringen in ziektespecifieke HRQoL en zelfmanagement zien met de betaalbare, nieuwe REACH-HF thuisversie van hartrevalidatie interventie gedurende 12 weken bovenop standaardzorg in HFrEF patiënten. Dit kan een additionele optie voor patiënten, clinici en gezondheidscommissies betekenen om de huidige lage percentages van opname van centrumgebaseerde hartrevalidatie aan te pakken.
Referenties
1. Yancy CW, Jessup M, Bozkurt B, et al. 2013 ACCF/ AHA guideline for the management of heart failure: A report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines. J Am Coll Cardiol 2013; 62: e147–e239.
2. Ponikowski P, Voors AA, Anker SD, et al. 2016 ESC guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure: The task force for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure of the European Society of Cardiology (ESC). Developed with the special contribution of the Heart Failure Association (HFA) of the ESC. Eur J Heart Fail 2016; 18: 891–975.
3. National Institute for Health and Care Excellence. Chronic heart failure: Management of chronic heart failure in adults in primary and secondary care. Clinical guideline CG108. London: NICE, 2010.
4. Golwala H, Pandey A, Ju C, et al. Temporal trends and factors associated with cardiac rehabilitation referral among patients hospitalized with heart failure: Findings from Get With The Guidelines–Heart Failure Registry. J Am Coll Cardiol 2015; 66: 917–926.
5. Bjarnason-Wehrens B, McGee H, Zwisler AD, et al. Cardiac rehabilitation in Europe: Results from the European Cardiac Rehabilitation Inventory Survey. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010; 17: 410–418.
6. Dalal HM, Zawada A, Jolly K, et al. Home based versus centre based cardiac rehabilitation: Cochrane systematic review and meta-analysis. BMJ 2010; 340: b5631.
7. Taylor RS, Sagar VA, Davies EJ, et al. Exercise-based rehabilitation for heart failure. Cochrane Database Syst Rev 2014; CD003331.
8. Greaves CJ, Wingham J, Deighan C, et al. Optimising self-care support for people with heart failure and 10 European Journal of Preventive Cardiology 0(00) their caregivers: Development of the Rehabilitation Enablement in Chronic Heart Failure (REACH-HF) intervention using intervention mapping. Pilot Feasibility Stud 2016; 2: 37.