Cardiologen verantwoordelijk voor klein deel van alle gebruik van van SGLT2i’s en GLP-1RA’s

Hoewel Amerikaanse cardiologen sinds 2015 steeds vaker SGLT2i’s en GLP-1RA’s voorschrijven, was in 2020 hun huidige aandeel <2% van alle recepten voor deze medicatie. Mogelijk draagt dit bij aan de bekende onderbehandeling van T2DM-patiënten met een hoog HVZ-risico.

National Trends in Use of Sodium‐Glucose Cotransporter‐2 Inhibitors and Glucagon‐like Peptide‐1 Receptor Agonists by Cardiologists and Other Specialties, 2015 to 2020
Literatuur - Adhikari R, Jha K, Dardari Z, et al. - J Am Heart Assoc. 2022 May 3;11(9):e023811. doi: 10.1161/JAHA.121.023811

Introductie en methoden

Achtergrond

Ondanks de cardiovasculaire voordelen van SGLT2i’s en GLP-1RA’s worden zij niet voorgeschreven aan de meeste patiënten met T2DM en HVZ of andere cardiovasculaire risicofactoren. Verschillende prominente klinische richtlijnen en bewustwordingscampagnes hebben specifiek cardiologen opgeroepen om het voortouw te nemen bij het inzetten van deze medicijnen [1-4].

Doel van de studie

In deze beschrijvende analyse werd het patroon in het aantal SGLT2i- en GLP-1RA-recepten voorgeschreven door cardiologen en niet-cardiologen in de VS in de periode 2015-2020 onderzocht.

Methoden

De auteurs analyseerden gegevens van de National Prescription Audit (NPA) van IQVIA van januari 2015 tot en met december 2020. Deze uitgebreide audit registreert ~90% van alle in de VS voorgeschreven recepten die door reguliere apotheken worden verwerkt. Door de NPA gegenereerde prognoses van het totale aantal verstrekte recepten werden gebruikt om de maandelijkse verstrekking van SGLT2i’s en GLP-1RA’s te schatten, gestratificeerd per specialisme van de voorschrijver en specifiek geneesmiddel. Om het gemiddelde aantal jaarlijks voorgeschreven recepten per arts te berekenen, werden de door de NPA gegeneerde prognoses van het totale aantal verstrekte recepten gecombineerd met samengevoegde censusgegevens van artsen voor elk specialisme van de ‘Physician Masterfile’ van de American Medical Association.

Belangrijkste resultaten

Voorgeschreven recepten

  • Van januari 2015 tot en met december 2020 werden 63,2 miljoen SGLT2i’s en 63,4 miljoen GLP-1RA’s verstrekt in de VS.
  • Het gemiddelde jaarlijkse aantal recepten nam toe met 15,6% voor SGLT2i’s en met 25,2% voor GLP-1RA’s.
  • In 2020 werden de meeste SGLT2i’s en GLP-1RA’s voorgeschreven door huisartsen/internisten (respectievelijk 57% en 52%), terwijl cardiologen <2% van alle SGLT2i- en GLP-1RA-recepten voorschreven.
  • Het aantal maandelijks door cardiologen uitgeschreven recepten nam met een factor 12 toe voor SGLT2i’s (van 2228 tot 25.815) en met een factor 4 voor GLP-1RA’s (van 1927 tot 6981).
  • Het gemiddelde aantal voorgeschreven recepten per arts in 2020 was het hoogst voor endocrinologen (272 SGLT2i’s en 405 GLP-1RA’s), gevolgd door huisartsen/internisten (respectievelijk 18 en 20) en cardiologen (respectievelijk 6 en 2).

Trends in SGLT2i-recepten

  • Tijdens de onderzoeksperiode schreven cardiologen, maar geen niet-cardiologen, steeds vaker SGLT2i’s voor in plaats van GLP-1RA’s.
  • Deze trend begon eind 2015/begin 2016 en bestond voornamelijk uit versneld gebruik van de SGLT2i empagliflozine, na publicatie van de resultaten van de baanbrekende EMPA-REG OUTCOME-studie en uitbreiding van de indicatie voor empagliflozine (vermindering van HVZ-risico bij T2DM-patiënten) door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) [5,6].
  • In 2020 was empagliflozine de meest voorgeschreven SGLT2i onder cardiologen (67% van de verstrekte SGLT2i’s) en niet-cardiologen (58%).
  • Van september 2019 tot en met december 2020 daalde het aandeel van empagliflozinerecepten van alle SGLT2i-recepten voorgeschreven door cardiologen met 18%, terwijl het aandeel van dapagliflozinerecepten steeg met 23%, na een daling sinds 2015. Deze trend viel samen met de publicatie van de DAPA-HF-studie en indicatie-uitbreiding voor dapagliflozine door de FDA (behandeling van HFrEF-patiënten met en zonder T2DM) [7,8].
  • Het aandeel canagliflozinerecepten van alle SGLT2i-recepten daalde van 65% in januari 2015 tot 3% in december 2020.

Trends in GLP-1RA-recepten

  • Er waren geen veranderingen in het aantal GLP-1-RA-recepten na publicatie van de onderzoeksresultaten naar cardiovasculaire uitkomsten of bijbehorende wijzigingen in de geneesmiddelindicatie door de FDA.
  • Tijdens de onderzoeksperiode daalde het aandeel dagelijks geïnjecteerde GLP-1RA’s – zoals liraglutide en kortwerkend exenatide – van 76% tot 19%, wat gepaard ging met een omgekeerde stijging van het aandeel wekelijks geïnjecteerde GLP-1RA’s – zoals dulaglutide, subcutaan semaglutide en langwerkend exenatide.
  • De meest voorgeschreven GLP-1RA in 2020 was dulaglutide (39% van de cardiologische GLP-1RA’s en 45% van de niet-cardiologische GLP-1RA’s), gevolgd door semaglutide (respectievelijk 37% en 28%).

Conclusie

Analyse van een audit op bijna-censusniveau van apotheekrecepten in de VS toonde een 12-voudige toename van het aantal SGLT2i-recepten en een 4-voudige toename van het aantal GLP-1RA-recepten voorgeschreven door cardiologen van 2015-2020. Cardiologen waren slechts verantwoordelijk voor <2% van alle voorgeschreven recepten voor deze geneesmiddelen, wat kan bijdragen aan de onderbehandeling van T2DM-patiënten met een hoog HVZ-risico. Volgens de auteurs “bieden [hun] resultaten, die een beperkte rol van cardiologen laten zien in het voorschrijven van SGLT2i’s en GLP-1RA’s, een kans om de inzet van deze behandelingen voor patiënten met cardiometabole aandoeningen te optimaliseren”.

Referenties

1. American Diabetes Association. Cardiovascular disease and risk management: standards of medical care in diabetes-2020. Diabetes Care. 2020;43:S111–S134.

2. Das SR, Everett BM, Birtcher KK, Brown JM, Januzzi JL, Kalyani RR, et al. 2020 Expert consensus decision pathway on novel therapies for cardiovascular risk reduction in patients with type 2 diabetes. J Am Coll Cardiol. 2020;76:1117–1145.

3. Cosentino F, Grant PJ, Aboyans V, Bailey CJ, Ceriello A, Delgado V, et al. 2019 ESC Guidelines on diabetes, pre-diabetes, and cardiovascular diseases developed in collaboration with the EASD: the task force for diabetes, pre-diabetes, and cardiovascular diseases of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Association for the Study of Diabetes (EASD). Eur Heart J. 2019;41:255–323.

4. Joseph JJ, Deedwania P, Acharya T, Aguilar D, Bhatt DL, Chyun DA, et al. Comprehensive management of cardiovascular risk factors for adults with type 2 diabetes: a scientific statement from the American Heart Association. Circulation. 2022;145:e722–e759.

5. Zinman B, Wanner C, Lachin JM, Fitchett D, Bluhmki E, Hantel S, et al. Empagliflozin, cardiovascular outcomes, and mortality in type 2 diabetes. N Engl J Med. 2015;373:2117–2128.

6. U.S. Food and Drug Administration. FDA approves Jardiance to reduce cardiovascular death in adults with type 2 diabetes. Available at: https://www.fda.gov/news-events/press-announcements/fda-approves-jardiance-reduce-cardiovascular-death-adults-type-2-diabetes. 2016. Accessed April 5, 2022.

7. McMurray JJV, Solomon SD, Inzucchi SE, Køber L, Kosiborod MN, Martinez FA, et al. Dapagliflozin in patients with heart failure and reduced ejection fraction. N Engl J Med. 2019;381:1995–2008.

8. U.S. Food and Drug Administration. FDA approves new treatment for a type of heart failure. Available at: https://www.fda.gov/news-events/press-announcements/fda-approves-new-treatment-type-heart-failure. 2020. Accessed April 5, 2022.

Vind dit artikel online op J Am Heart Assoc.

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis