Consistent behandelvoordeel van SGLT2i bij HFrEF patiënten, ongeacht achtergrondtherapie

ACC 2020 Deze post-hoc analyse van DAPA-HF toonde een consistent behandelvoordeel van dapagliflozine bij HFrEF patiënten in vergelijking met placebo, ongeacht achtergrondtherapie.

Introductie en methoden
Nieuws - 16 apr. 2020

Consistent benefit of dapagliflozin according to background therapy in patients with HFrEF: an analysis of the DAPA-HF trial

Gepresenteerd op ACC.20 door Kieran Docherty (Glasgow, Verenigd Koningrijk)

De DAPA-HF studie toonde aan dat de SGLT2-remmer dapagliflozine het risico op CV sterfte of verslechtering van hartfalen bij patiënten met HFrEF verminderde in vergelijking met placebo.

Patiënten met HFrEF (NYHA klasse II-IV, LVEF ≤40%, NT-proBNP ≥600 pg/ml [≥400 pg/ml bij HF ziekenhuisopname ≤12 maanden geleden, ≥900 pg/ml bij atriumfibrilleren/flutter]) werden in de DAPA-HF trial gerandomiseerd en ontvingen ofwel dapagliflozine (10 mg eenmaal daags, n=2373) of placebo (n=2371). Het primaire samengestelde eindpunt was een eerste event van verslechtering van HF (ongeplande ziekenhuisopname of spoedbezoek waarbij IV therapie voor HF noodzakelijk was) of CV sterfte. De DAPA-HF studie toonde aan dat dapagliflozine het risico op het primaire eindpunt met 26% verlaagde in vergelijking met placebo (HR 0.74, 95%CI 0.65-0.85).

Deze post-hoc analyse vergeleek het effect van dapagliflozine met placebo in subgroepen (met >200 individuen) van patiënten die behandeld werden met andere achtergrondtherapieën (zowel farmacologische therapieën als devices) op de primaire uitkomst. Ja/nee groepen die geanalyseerd werden waren: diureticum, mineralocorticoïde receptorantagonist (MRA), digoxine, sacubitril-valsartan, ivabradine, defibrillator (implanteerbare cardioverter defibrillator [ICD] of cardiale resynchronisatietherapie plus defibrillator [CRT-D]) en CRT (CRT-P en CRT-D). Het effect van dapagliflozine op basis van bètablokker, RAAS-remmer en MRA dosis op baseline, gedefinieerd als ≥50% target dosis en <50% target dosis, werd ook onderzocht.

Belangrijkse resultaten

  • De huidige analyse toonde geen wijziging in het behandeleffect op het primaire eindpunt, ongeacht of patiënten diuretica, MRA, digoxine, sacubitril-valsartan of ivabradine gebruikten.
  • Of patiënten behandeld werden met <50% of ≥50% van de target dosis van een RAAS-remmer bètablokker or MRA gaf geen verandering in het behandeleffect van dapagliflozine op het primaire eindpunt.
  • Het behandeleffect van dapagliflozine vergeleken met placebo op het primaire eindpunt was ook consistent bij patiënten met of zonder ICD of CRT.

Conclusie

Deze post-hoc analyse van de DAPA-HF studie toonde een consistent behandelvoordeel van dapagliflozine bij het verminderen van het risico op de primaire uitkomst in vergelijking met placebo, ongeacht achtergrondtherapie bij patiënten met HFrEF.

-Onze verslaglegging van ACC.20 is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is gesteld tijdens het congres-

De resultaten werden tegelijkertijd gepubliceerd in Eur Heart J

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis