Effect renale denervatie op bloeddrukverlaging
17/05/2011
Nieuwe data laten een aanhoudend bloeddrukverlagend effect zien na renale denervatie.
Interview dr. BlankestijnNieuws - 17 mei 2011
Achtergrond:
Renale sympathische hyperactiviteit is een belangrijk onderdeel in het onderhouden en verergeren van hypertensie. Renale catheterdenervatie heeft eerder aangetoond bloeddruk significant te kunnen reduceren bij patiënten met hypertensie. De duur van dit effect is echter niet gedocumenteerd. Eerder werden data van een cohort van 45 patiënten (RR systolisch ≥ 160 mm Hg op ≥ 3 antihypertensiva, inclusief een diureticum) gedocumenteerd.
Methoden:
In deze studie wordt de follow-up gerapporteerd van deze groep patiënten en een grotere groep van vergelijkbare patiënten welke sequentieel behandeld werden met dezelfde techniek.
Resultaten:
153 patiënten werden behandeld met cathetergemedieerde sympathicusdenervatie in 19 centra in Australië, Europa en de Verenigde Staten. De gemiddelde leeftijs was 57± 11 jaar, 39% was vrouw, 31% had diabetes, 22% hadden coronairlijden. Baselinewaarden lieten o.a. een bloeddruk zien van 176/98 ± 17/15 mm Hg, een gemiddelde van 5 antihypertensiva en een eGFR van 83 ± 20 mL/min per 1.73m2. De mediane tijd van de eerste tot de laatste radiofrequente ablatie was 38 minuten. De postprocedurele poliklinische RR werden gereduceerd met 20/10, 24/11, 25/11, 23/11, 26/14 en 32/14 mm Hg op respectievelijk 1,3,6,12,18, en 24 maanden.
Conclusies:
Bij patiënten met resistente hypertensie resulteerde renale catheterdenervatie in een substantiële reductie van de bloeddruk welke aanhield ≥ 2 jaar van de follow-up duur, zonder significante bijwerkingen.
1. Krum et al. Catheter-based renal sympathetic denervation for resistant hypertension. Hypertension 2011
Renale sympathische hyperactiviteit is een belangrijk onderdeel in het onderhouden en verergeren van hypertensie. Renale catheterdenervatie heeft eerder aangetoond bloeddruk significant te kunnen reduceren bij patiënten met hypertensie. De duur van dit effect is echter niet gedocumenteerd. Eerder werden data van een cohort van 45 patiënten (RR systolisch ≥ 160 mm Hg op ≥ 3 antihypertensiva, inclusief een diureticum) gedocumenteerd.
Methoden:
In deze studie wordt de follow-up gerapporteerd van deze groep patiënten en een grotere groep van vergelijkbare patiënten welke sequentieel behandeld werden met dezelfde techniek.
Resultaten:
153 patiënten werden behandeld met cathetergemedieerde sympathicusdenervatie in 19 centra in Australië, Europa en de Verenigde Staten. De gemiddelde leeftijs was 57± 11 jaar, 39% was vrouw, 31% had diabetes, 22% hadden coronairlijden. Baselinewaarden lieten o.a. een bloeddruk zien van 176/98 ± 17/15 mm Hg, een gemiddelde van 5 antihypertensiva en een eGFR van 83 ± 20 mL/min per 1.73m2. De mediane tijd van de eerste tot de laatste radiofrequente ablatie was 38 minuten. De postprocedurele poliklinische RR werden gereduceerd met 20/10, 24/11, 25/11, 23/11, 26/14 en 32/14 mm Hg op respectievelijk 1,3,6,12,18, en 24 maanden.
Conclusies:
Bij patiënten met resistente hypertensie resulteerde renale catheterdenervatie in een substantiële reductie van de bloeddruk welke aanhield ≥ 2 jaar van de follow-up duur, zonder significante bijwerkingen.
1. Krum et al. Catheter-based renal sympathetic denervation for resistant hypertension. Hypertension 2011