Gezonde leefstijl na diabetesdiagnose verlaagt risico op CVD
Behoud of verbetering van leefstijl na diabetesdiagnose is geassocieerd met een significant lager risico op de incidentie van en de mortaliteit door CVD.
Influence of Lifestyle on Incident Cardiovascular Disease and Mortality in Patients With Diabetes MellitusLiteratuur - Liu G, Li Y, Hu Y, et al. - J Am Coll Cardiol 2018;71:2867–76
Introductie en methoden
Leefstijlinterventies, waaronder een dieet van hoge kwaliteit, stoppen met roken en fysieke inspanning, verlagen de kans op zowel CVD als type 2 diabetes (T2DM) in de algemene bevolking. Het is echter onduidelijk in welke mate leefstijlinterventies het risico op CVD verlagen na de diagnose van T2DM [1].
In deze analyse van twee grote prospectieve cohortstudies met T2DM patiënten werden een gezonde leefstijl na de diabetesdiagnose en leefstijlfactoren voor en na de diagnose van diabetes prospectief geëvalueerd en werden de associaties met het risico op CVD-incidentie en -mortaliteit bepaald.
Voor deze studie werden deelnemers van de Nurses’ Health Study (NHS) en de Health Professionals Follow-up Study (HPFS) met een diabetesdiagnose ingeschreven gedurende de follow-up (1980 - 2012) [2]. Bevindingen werden zelf-gerapporteerd aan de hand van vragenlijsten die elke elke 2 tot 4 jaar werden uitgevoerd. Deelnemers met T2DM, CVD of kanker bij de start van de studie evenals deelnemers met CVD voor de diabetesdiagnose of ontbrekende data werden uitgesloten, waardoor uiteindelijk 8,970 vrouwen uit de NHS en 2,557 mannen uit de HPFS deelnamen aan de studie met een gemiddelde follow-up van 13.3 jaar.
De vier modificeerbare leefstijlfactoren die onderzocht werden waren dieet, wel of niet roken, alcoholconsumptie en fysieke activiteit. De kwaliteit van het dieet werd geëvalueerd aan de hand van de 2010 Alternate Healthy Eating Index (AHEI) score en een dieet met een laag risico was gedefinieerd als de top twee vijfde van de AHEI [3]. Fysieke inspanning met een laag risico was gedefinieerd als ≥150 min/week of ≥3 metabole equivalenten activiteit. Alcoholconsumptie met een laag risico was voor vrouwen gedefinieerd als 5-15 g/dag en voor mannen als 5-30 g/dag. Voor iedere laag risico leefstijlfactor werd één punt gegeven als de deelnemer voldeed aan het criterium voor de laag risico categorie, en anders 0 punten.
Uitkomsten van de studie waren CVD-mortaliteit en -incidentie, gedefinieerd als fatale en niet-fatale beroerte, en fatale en niet-fatale coronaire hartziekten (CHD), inclusief coronaire bypassoperatie en niet-fataal myocardinfarct (MI).
Belangrijkste resultaten
- Deelnemers met ≥3 laag risicofactoren hadden HRs van 0.48 (95%CI: 0.40-0.59) voor CVD incidentie, 0.53 (95%CI: 0.42-0.66) voor CHD incidentie. 0.33 (95%CI: 0.21-0.51) voor beroerte incidentie en 0.32 (95%CI: 0.22-0.47) voor CVD mortaliteit in vergelijking met deelnemers met nul laag risicofactoren (P-trend <0.001).
- Het populatie attributief risico voor slechte therapietrouw aan een gezonde leefstijl (<3 laag risicofactoren) was 40.9% (95%CI: 28.5%-52.0%) voor CVD mortaliteit.
- Deelnemers met een verbetering in leefstijl na de diagnose van diabetes hadden een HR van 0.79 (95%CI: 0.70-0.89) voor CVD-incidentie, 0.82 (95%CI: 0.72-0.94) voor CHD-incidentie, 0.68 (95%CI: 0.52-0.89) voor beroerte-incidentie, en 0.80 (95%CI: 0.66-0.96) voor CVD-mortaliteit in vergelijking met deelnemers zonder verbetering in leefstijl (P-trend <0.001).
- Voor elke toename in laag risicofactor werd een 14% verlaagde kans op CVD-incidentie, 12% verlaagde kans op CHD-incidentie, 21% verlaagde kans op beroerte-incidentie, en een 27% verlaagde kans op CVD-mortaliteit gevonden (P<0.001).
- In vergelijking met deelnemers die een leefstijl score<2 behielden na de diagnose van diabetes, hadden deelnemers met een verbetering van een leefstijl score <2 naar ≥2 na de diagnose van diabetes een 19% (95%CI: 8-29) verlaagde kans op CVD-incidentie en een 20% (95%CI: 2%-34%) verlaagde kans op CVD-mortaliteit.
Conclusie
Behoud of verbetering van leefstijl na de diagnose van diabetes is geassocieerd met een significant lager risico op CVD-incidentie en -mortaliteit. Hoe groter het aantal leefstijlverbeteringen, hoe lager het risico op CVD. Deze data ondersteunen aanbevelingen voor een gezonde leefstijl bij T2DM patiënten.
Redactioneel commentaar
De editors Connelly, Ghandi en Horton [4] vatten de data uit de studie van Liu et al. samen en bespreken daarna de beperkingen van de studie, waaronder de homogeniteit van de studiepopulatie bestaande uit zorgprofessionals uit hogere sociaaleconomische klasse (voornamelijk Kaukasisch), het feit dat deelname aan de studie vrijwillig was wat suggereert dat deelnemers zich meer hielden aan veranderingen in leefstijl en het gebruik van vragenlijsten en zelf genoteerde resultaten waarvan de validiteit en reproduceerbaarheid twijfelachtig zijn. De auteurs concluderen: ‘Leefstijlinterventie in patiënten met T2DM blijft laag risico, kosteneffectief en relatief gemakkelijk om te integreren in zorgsystemen. Echter blijven belangrijke vragen onbeantwoord: welk dieet is het best? Welke hoeveelheid alcoholconsumptie is veilig in dit cohort? Is er een minimale of maximale hoeveelheid aan beweging en is het type beweging van belang? Hoe kunnen we therapietrouw monitoren? Wie zou het dieet en de bewegingsoefeningen moeten voorschrijven – artsen of andere zorgprofessionals? Hoe zijn deze vindingen toepasbaar op groepen met een andere etniciteit en/of sociaaleconomische status? Wij, als behandelaars van patiënten met T2DM, moeten een duidelijke boodschap versturen dat promotie van gezondheidszorg, pleidooien en wetenschappelijk onderzoek moeten blijven focussen op deze gezonde leefstijlfactoren, om niet alleen glycemische regulatie te verbeteren, maar ook om het cardiovasculaire risico te verlagen. Omdat de samenleving blijft evolueren en steeds complexer wordt is het belangrijk dat we niet de simpele en fundamentele aspecten van patiëntenzorg vergeten en teruggaan naar de basis.’
Referenties
1. Loef M, Walach H. The combined effects of healthy lifestyle behaviors on all cause mortality: a systematic review and meta-analysis. Prev Med 2012;55:163–70.
2. Colditz GA, Manson JE, Hankinson SE. The Nurses’ Health Study: 20-year contribution to the understanding of health among women. J Womens Health 1997;6:49–62.
3. Chiuve SE, Fung TT, Rimm EB, et al. Alternative dietary indices both strongly predict risk of chronic disease. J Nutr 2012;142:1009–18.
4. Connelly K, Gandhi S, Horton E. Lifestyle and CV Risk in Patients With Diabetes. Time to Get “Back to Basics”. J Am Coll Cardiol 2018;71:2877-79.
Download de slideVind dit artikel online op J Am Coll Cardiol