Hogere inflammatoire status geassocieerd met slechtere uitkomst post-PCI

Een retrospectieve studie liet zien dat een hoog percentage van de patiënten die een PCI ondergaan, een aanhoudend hoog residueel inflammatoir risico heeft, wat resulteert in een hoger éénjaarsrisico op algemene sterfte en myocardinfarct.

Residual inflammatory risk and the impact on clinical outcomes in patients after percutaneous coronary interventions
Literatuur - Kalkman DN, Aquino M, Claessen BE et al. - Eur Heart J 2018; published online ahead of print

Introductie en methoden

Residueel inflammatoir risico (RIR), gedefinieerd als hsCRP >2 mg/L en LDL-c >70mg/dL, beschrijft de inflammatoire status in patiënten met CVD [1-4]. De prevalentie van aanhoudend hoog RIR in patiënten die een percutane coronaire interventie (PCI) ondergaan is niet goed vastgesteld en huidige richtlijnen bevelen de beoordeling ervan niet aan. Bovendien is de associatie tussen RIR en klinische uitkomsten in post-PCI patiënten onbekend.

Deze studie onderzocht de prevalentie van aanhoudend hoog RIR in patiënten die PCI ondergaan en evalueerde het verband tussen nadelige klinische uitkomsten één jaar na PCI. Voor dit doeleinde werd een retrospectieve analyse van een PCI-register (MountSinai Hospital, NY, VA) uitgevoerd tussen 1 januari 2009 en 31 december 2016. Patiënten met ≥2 hsCRP metingen achter elkaar binnen vier weken of meer werden ingedeeld in vier RIR groepen:

  • Aanhoudend hoog RIR: twee hoge hsCRP-waarden
  • Verlaagd RIR: eerste hsCRP hoog, tweede hsCRP laag
  • Verhoogd RIR: eerste hsCRP laag, tweede hsCRP hoog
  • Aanhoudend laag RIR: twee lage hsCRP-waarden

Het primaire eindpunt was algemene sterfte na één jaar en de secundaire eindpunten waren myocardinfarct (MI), revascularisatie van het targetvat (TLR), bloeding, stent trombose, cerebrovasculair event (CVA), grote nadelige cardiovasculaire events (MACE) en MACE +. MACE werd gedefinieerd als de samenstelling van algemene sterfte, MI en stroke, en MACE+ als de samengestelde eindpunten algemene sterfte, MI, stroke en elke revascularisatie.

Belangrijkste resultaten

  • Van 7026 patiënten had 38.0% aanhoudend hoog RIR, 10.0% verhoogd RIR, 15.0% verlaagd RIR en 37.0% aanhoudend laag RIR.
  • Het primaire eindpunt werd gezien in 2.6% met aanhoudend hoog RIR, in 1.0% met verhoogd RIR, in 0.3% met verlaagd RIR en in 0.7% met aanhoudend laag RIR (P<0.001).
  • MI werd gezien in respectievelijk 7.5%, 6.4%, 4.6% en 4.3% van de patiënten (P<0.001).
  • MACE kwam voor in 9.7% met aanhoudend hoog RIR, in 6.9% met verhoogd RIR en in 5.1% met zowel verlaagd als aanhoudend laag RIR (P<0.001) en MACE+ werd gezien in respectievelijk 26.1%, 22.5%, 24.2% en in 21.4% van de patiënten (P<0.001).
  • Na multivariabele correctie had de groep met aanhoudend hoog RIR een HR van 3.2 voor algemene sterfte na één jaar (95%CI: 1.72–6.02; P<0.01) en een HR van 1.6 voor MI na één jaar (95%CI: 1.23–2.08; P<0.01), in vergelijking met de groep met aanhoudend laag RIR.
  • Na multivariabele correctie was de HR voor TLR 1.25 (95%CI: 1.06-1.49, P<0.001), voor MACE 1.72 (95%CI: 1.36-2.18, P<0.001) en voor MACE+ 1.21 (95%CI: 1.07-1.38, P<0.001) in de groep met aanhoudend hoog RIR, in vergelijking met de groep met aanhoudend laag RIR.

Conclusie

Een hoog percentage van de patiënten die PCI ondergaan hebben een aanhoudend hoog RIR, wat resulteert in een hoger éénjaarsrisico op algemene sterfte en MI, in vergelijking met een aanhoudend laag RIR. Deze data laten zien dat RIR-bepaling in PCI-patiënten een hoogrisicopopulatie identificeert. Of het gebruik van anti-inflammatoire medicatie terugkerende cardiovasculaire events verlaagt in deze populatie, moet verder onderzocht worden.

Referenties

1. de Winter RJ, Heyde GS. Koch KT. The prognostic value of pre-procedural plasma C-reactive protein in patients undergoing elective coronary angioplasty. Eur Heart J 2002;23:960–966.

2. Arroyo-Espliguero R, Avanzas P, Cosın-Sales J, et al. C-reactive protein elevation and disease activity in patients with coronary artery disease. Eur Heart J 2004;25:401–408.

3. Ridker PM, Everett BM, Thuren T, et al. Antiinflammatory therapy with canakinumab for atherosclerotic disease. N Engl J Med 2017;377:1119–1131.

4. Ridker PM. Residual inflammatory risk: addressing the obverse side of the atherosclerosis prevention coin. Eur Heart J 2016;37:1720–1722.

Vind dit artikel online op Eur Heart J

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis