Hogere rusthartslag in mannen van 50 geassocieerd met hoger CV risico in de 20 jaren daarna
In een populatiegebaseerde studie in mannen geboren in 1943, was een RHR >75 bpm geassocieerd met plm. 2x hoger risico op sterfte, CVD en CHD. Stijging van RHR verhoogt mogelijk CVD risico.
Impact of changes in heart rate with age on all-cause death and cardiovascular events in 50-year-old men from the general populationLiteratuur - Chen X-j, Barywani SB, Hansson P-O et al., - Open Heart 2019. April 15. http://dx.doi.org/10.1136/openhrt-2018-000856
Introductie en methoden
Vele studies hebben een verband aangetoond tussen hogere rusthartslag (RHR) en een hogere incidentie van CV ziekten, sterfte door alle oorzaken en CV sterfte in de algemene bevolking. Het risico op CV morbiditeit en mortaliteit neemt toe op middelbare leeftijd, en RHR verandert ook met de leeftijd.
De impact van de opstapelende verandering in RHR op incidente CV morbiditeit en mortaliteit in de algemene bevolking van middelbare leeftijd is onbekend. Deze studie beoogde daarom om de impact te bepalen van RHR op baseline en van de verandering in RHR in de tijd, op het risico op CV ziekte en sterfte, in mannen van middelbare leeftijd die meededen aan de ‘study of men born in 1943’[1]. Dit is een longitudinale, prospectieve, populatiegebaseerde studie van mannen die geboren zijn in 9143 en in Gothenburg (Zweden) leefden toen zij 50 jaar oud waren.
Een willekeurige steekproef van 50% van de mannen die aan deze voorwaarden voldeden, werd uitgenodigd (n=1450) in 1993, van wie 798 (55%) mee wilde doen. Bij het tweede onderzoek in 2003 waren 749 nog in leven, van wie 654 opnieuw onderzocht wilde worden. Bij het derde onderzoek in 2014 stemden 536 van de 688 nog levenden in met nieuw onderzoek. Bij elk onderzoeksbezoek werd de medische geschiedenis verkregen en lichamelijk onderzoek gedaan. Tijdens het 2014 onderzoek werd een echocardiogram gemaakt. Nuchter veneus bloed werd afgenomen om plasmawaarden van totaal serumcholesterol, triglyceriden, creatinine, HDL, NT-proBNP en IL-6 te bepalen. Vragenlijsten werden gebruikt om informatie over roken, lichaamsbeweging en familiegeschiedenis van CVD, eerdere ziekte en mentale stress te verkrijgen.
RHR werd gemeten met 12-lead ECG in rugligging tijdens elk bezoek. De studiepopulatie werd verdeeld in vier groepen op basis van RHR in 1993: 1: RHR<55 beats per minute (bpm), 2: RHR 56-65 bpm, 3: 66-75 bpm en 4: RHR >75 bpm. Verandering in RHR (ΔHR) werd berekend door RHR in 1993 af te trekken van RHR in 2003. Op basis hiervan warden drie subgroepen gemaakt: 1: gedaalde RHR: ΔHR ≤-5bpm, stabiele RHR: -5bpm < ΔHR < 5 bpm en toegenomen RHR: ΔHR ≥ 5 bpm. Uitkomstvariabele waren sterfte door alle oorzaken, CVD en coronaire hartziekte (CHD).
Belangrijkste resultaten
- Gemiddelde RHR was lager in 2003 (61±10 bpm) dan in 1993 (67±12 bpm) en bleef onveranderd in 2014 ten opzichte van 2003. Bij het tweede en derde bezoek hadden minder deelnemers RHR >75 bpm (2003: 11.2% en 2014: 11.2%) ten opzichte van baseline (24.1%). Meer deelnemers hadden RHR ≤55 bpm in 2003 (29.2%) en 2014 (26.3%) dan in 1993 (13.7%).
- Van de subgroepen op basis van baseline RHR, lieten diegenen met hoge RHR (>75) de hoogste incidentie van sterfte door alle oorzaken zien (HR-adjusted [HRadj]: 2.34, 95%CI: 1.16 tot 4.74, P=0.018), CVD (HRadj: 1.82, 95%CI: 1.13 tot 2.95, P=0.014) en CHD (HRadj: 2.24, 95%CI: 1.11 tot 4.54, P=0.025). Het risico in de middelste RHR categorieën verschilde niet significant van dat in de laagste groep.
- Wanneer RHR als continue variabele werd geanalyseerd, was elke beat extra in RHR vanaf 1993 geassocieerd 3% hoger risico op sterfte door alle oorzaken (HR: 1.03, 95%CI: 1.01-1.04, P<0.001), een 1% hoger risico op CVD (95%CI: 1.00-1.02, P=0.027) en een 2% hoger risico op CHD (95%CI: 1.01-1.04, P=0.008). Hogere RHR vanaf 2003 was alleen geassocieerd met een hoger risico op sterfte door alle oorzaken.
- In 2003, hadden 111 van de 654 mannen een hogere RHR ten opzichte van 1993, en 205 hadden een relatief onveranderde RHR en 338 had een lagere RHR.
- Diegenen met stabiele RHR van 1993 tot 2003 hadden 44% lager risico op CVD (HRadj: 0.56, 95%CI: 0.35-0.87< P=0.011) ten opzichte van mannen met toegenomen RHR.
- Diegenen met gedaalde RHR lieten geen significant verschillend risico op CVD zien in vergelijking met diegenen met toegenomen RHR (HRadj: 0.91, 95%CI: 0.61-1.34, P=0.622).
Conclusie
In mannen uit de algemene bevolking, geboren in 1943, was baseline RHR in 1993 een onafhankelijke risicofactor voor sterfte door alle oorzaken, CVD en CHD tijdens een follow-upperiode van 21 jaar. Bovendien was een toename van RHR tussen 50- en 60-jarige leeftijd geassocieerd met een hoger risico op CVD ten opzichte van mannen met stabiele RHR. Er werd geen significant verschil gezien in CVD risico tussen diegenen met toegenomen en afgenomen RHR in de tijd.
Referenties
1. Fu M, Rosengren A, Thunström E, et al. Although coronary mortality has decreased, cardiovascular disease rates remain high: a study comparing men born in 1913 and 1943. J Am Heart Assoc 2018;7:e008769.