Hypertensie stadium 1 in vrouwen van begin 40 geassocieerd met verhoogd ACS risico tijdens middelbare leeftijd
Vrouwen met hypertensie stadium 1 (130-139 mmHg) van begin 40 hadden een verhoogd risico op ACS tijdens middelbare leeftijd, terwijl deze associatie niet-significant was in mannen na correctie voor CV risicofactoren.
Stage 1 hypertension, sex and acute coronary syndromes during midlife: the Hordaland Health StudyLiteratuur - Kringeland E, Tell GS, Midtbø H et al. - Eur J Prev Cardiol 2021, doi:10.1093/eurjpc/zwab068
Introductie en methoden
Algemene ACS incidentie en ACS mortaliteitcijfers in westerse landen zijn de laatste decennia gedaald, maar deze trend wordt niet gezien bij jongere vrouwen [1-4]. Hypertensie is mogelijk een belangrijke risicofactor voor ACS in vrouwen, zoals gezien in twee studies [5,6], maar vrouwen in deze studies waren ouder en er was geen focus op jongere vrouwen.
Hoewel vrouwen van begin 40 lagere bloeddruk (BP) en lagere prevalentie van hypertensie hebben dan mannen, hebben vrouwen met MI vaker hypertensie in vergelijking met mannen [1,7,8]. Vrouwen hebben een sterkere toename in bloeddrukmetingen tijdens hun levensloop, die begint vanaf hun 30e, in vergelijking met mannen [7].
Deze studie onderzocht of licht verhoogde BP in vrouwen van begin 40 een sterkere risicofactor voor ACS is tijdens middelbare leeftijd dan in mannen.
Data van de populatie-gebaseerde Hordaland Health Study (in het westen van Noorwegen) werden gebruikt. Inwoners geboren in 1950-52 werden uitgenodigd voor het eerste onderzoek in 1992-1993. Voor deze analyse werden individuen met een geschiedenis van MI of behandeld voor hypertensie uitgesloten, waarna 6381 vrouwen en 5948 mannen overbleven, met een gemiddelde baseline leeftijd van 41 jaar. BP werd gemeten tijdens het baseline bezoek in drievoud met 1 min intervallen door getrainde zorgmedewerkers nadat de deelnemers voor > 10 min gezeten hadden. Het gemiddelde van de laatste 2 metingen werd gebruikt voor de analyse. Normotensie werd gedefinieerd als SBP<130 mmHg en DBP <80 mmHg, stadium 1 hypertensie als SBP 130-139 mmHg en/of DBP 80-89 mmHg en stadium 2 hypertensie als SBP ≥140 mmHg en/of DBP ≥90 mmHg. Uitkomst was incidente ACS, gedefinieerd als ziekenhuisopname of sterfte met een acuut MI of onstabiele angina pectoris diagnose tijdens follow-up van 16 jaar.
Belangrijkste resultaten
- Lagere proportie van vrouwen dan mannen had hypertensie (respectievelijk 25% vs. 35% voor stadium 1 en 14% vs. 31% voor stadium 2 hypertensie, P<0.001).
- Vrouwen met stadium 1 hypertensie hadden een tweemaal verhoogd risico op ACS in vergelijking met normotensieve vrouwen (HR 2.18, 95%CI: 1.32-3.60) en vrouwen met stadium 2 hypertensie hadden een 3-voudig verhoogd risico op ACS. Correctie veranderde de resultaten niet.
- Mannen met stadium 1 en stadium 2 hypertensie hadden ~40% en 70% hoger risico op ACS in vergelijking met normotensieve mannen. Na correctie bleef alleen de associatie tussen stadium 2 hypertensie en risico op ACS significant.
- Een significante interactie werd gevonden tussen BP categorie en geslacht voor ACS in univariate en gecorrigeerde modellen, wat suggereert dat hypertensie stadium 1 en 2 het risico op ACS beïnvloedt in een geslacht specifieke manier.
- Er was geen significante geslachts-interactie tussen systolische BP categorieën en risico op ACS.
- Er was een significante geslacht specifieke interactie in de associatie tussen diastolische BP categorieën en risico op ACS.
Conclusie
Vrouwen met stadium 1 hypertensie (BP 130-139/80-89 mmHg) van begin 40 hadden een tweemaal verhoogd risico op ACS op middelbare leeftijd in vergelijking met normotensieve vrouwen. Deze associatie tussen stadium 1 hypertensie en later ACS risico werd niet gezien in mannen wanneer gecorrigeerd werd voor CV risicofactoren. Diastolische hypertensie was een sterkere risicofactor voor ACS dan systolische hypertensie.
Referenties
1. Arora S, Stouffer GA, Kucharska-Newton AM, Qamar A, Vaduganathan M, Pandey A, Porterfield D, Blankstein R, Rosamond WD, Bhatt DL, Caughey MC.Twenty year trends and sex differences in young adults hospitalized with acute myocardial infarction. Circulation 2019;139:1047–1056
2. Sulo G, Igland J, Nygard O, Vollset SE, Ebbing M, Tell GS. Favourable trends in incidence of AMI in Norway during 2001-2009 do not include younger adults: a CVDNOR project. Eur J Prev Cardiol 2014;21:1358–1364.
3. Sulo G, Igland J, Vollset SE, Ebbing M, Egeland GM, Ariansen I, Tell GS. Trends in incident acute myocardial infarction in Norway: an updated analysis to 2014 using national data from the CVDNOR project. Eur J Prev Cardiol 2018;25: 1031–1039.
4. Wilmot KA, O’Flaherty M, Capewell S, Ford ES, Vaccarino V. Coronary heart disease mortality declines in the United States from 1979 through 2011: evidence for stagnation in young adults, especially women. Circulation 2015;132:997–1002.
5. Albrektsen G, Heuch I, Lochen ML, Thelle DS, Wilsgaard T, Njolstad I, Bønaa KH. Risk of incident myocardial infarction by gender: Interactions with serum lipids, blood pressure and smoking. The Tromso Study 1979-2012. Atherosclerosis 2017;261:52–59.
6. Millett ERC, Peters SAE, Woodward M. Sex differences in risk factors for myocardial infarction: cohort study of UK Biobank participants. BMJ 2018;7;363:k4247.
7. Ji H, Kim A, Ebinger JE, Niiranen TJ, Claggett BL, Bairey MC, Cheng S. Sex differences in blood pressure trajectories over the life course. JAMA Cardiol 2020;5:19–26.
8. Kringeland E, Tell GS, Midtbø H, Haugsgjerd TR, Igland J, Gerdts E. Factors associated with increase in blood pressure and incident hypertension in early midlife: the Hordaland Health Study. Blood Press 2020;29:267–275.