Identificatie van parameters gelinkt aan plaque-erosie in STEMI en NSTE-ACS

Verkennende analyse identificeert voorspellers van plaque-erosie op in ACS patiënten die OCT beeldvorming ondergingen. Een combinatie van niet-traditionele risicofactoren kan de kans op erosie doen stijgen tot 73%.

Clinical and Laboratory Predictors for Plaque Erosion in Patients With Acute Coronary Syndromes
Literatuur - Yamamoto E, Yonetsu T, Kakuta T, et al., - J Am Heart Assoc. 2019;8:e012322. https://doi.org/10.1161/JAHA.119.012322

Introductie en methoden

In ongeveer 25-40% van de acuut coronairsyndromen (ACS) lijkt plaque-erosie verantwoordelijk [1-3]. In alle, behalve laag-risico, subgroepen wordt een vroege invasieve strategie aanbevolen [4,5], wat doorgaans leidt tot implantatie van een coronaire stent.

Recente studies suggereren dat ACS patiënten met plaque-erosie conservatief behandeld zouden kunnen worden zonder stentplaatsing [6-8]. Plaque-erosie kan zichtbaar gemaakt worden met intracoronaire optische coherentie tomografie (OCT). Demografische eigenschappen die specifiek zouden kunnen zijn voor patiënten met plaque-erosie, waardoor invasieve ingrepen vermeden zouden kunnen worden, zijn niet bekend. Deze studie beoogde daarom om voorspellers voor plaque-erosie te identificeren in patiënten met ACS.

Dit is een studie in een nieuwe longitudinaal internationaal register dat opeenvolgende patiënten met ACS includeerde bij wie OCT beeldvorming van de culpritlesie was gedaan. ACS werd gezien als ST-segment-elevatie myocardinfarct (STEMI), NSTE-ACS (waaronder NSTEMI en instabiele angina pectoris). 1241 Patiënten werden geïncludeerd in de uiteindelijke cross-sectionele analyse. Op basis van de OCT analyse, werd plaquetype in de culpritlesie ingedeeld als:

  • plaqueruptuur: aanwezigheid van onderbreking van de fibreuze cap met een doorgang tussen het lumen en de kern van de plaque of met holtevorming in de plaque,
  • plaque-erosie: aanwezigheid van de vastgehechte trombus die over een intacte en gevisualiseerde plaque ligt, onregelmatigheid van het luminale oppervlak bij de culpritlesie in afwezigheid van trombus, of afvlakking van de onderliggende plaque door trombus zonder oppervlakkige lipiden of calcificatie direct proximaal of distaal van de trombuslocatie,
  • gecalcificeerde plaque: aanwezigheid van oppervlakkige calcium op de culpritlocatie zonder bewijs voor geruptureerde lipidenplaque.

Belangrijkste resultaten

  • 607 Patiënten (48.9%) hadden plaqueruptuur, 477 (38.4%) plaque-erosie, en 157 (12.7%) gecalcificeerde plaque. Van 648 STEMI patiënten hadden 59.4% plaqueruptuur en 29.8% plaque-erosie. In 593 NSTE-ACS patiënten hadden 37.4% plaqueruptur en 47.9% erosie.

De volgende voorspellers van plaque-erosie werden geïdentificeerd:

  • Leeftijd < 68 jaar: OR: 1.56, 95%CI: 1.16-2.09, P=0.003
  • Anterieure ischemie: OR: 1.41, 95%CI: 1.06-1.86, P=0.02
  • Geen diabetes mellitus: OR: 1.47, 95%CI: 1.08-2.01, P=0.01
  • Hemoglobine >15.0 g/dL: OR: 1.48, 95%CI: 1.09-2.01, P=0.01
  • Normale nierfunctie: OR: 1.97, 95%CI: 1.32-2.95, P=0.0009

Wanneer alle vijf parameters aanwezig zijn in NSTE-ACS patiënten, stijgt de waarschijnlijkheid van plaque-erosie tot 73.1%, met OR: 3.40 (95%CI: 1.39-8.29, P=0.007).

Conclusie

Deze internationale studie in meer dan 1200 patiënten met STEMI of NSTE-ACS, vond dat plaque-erosie vaker voorkwam in NSTE-ACS dan in STEMI. Leeftijd <68, anterieure ischemie, geen diabetes, hemoglobine >15.0 g/dL en normale nierfunctie waren geassocieerd met plaque-erosie. Wanneer alle vijf aspecten tegelijk aanwezig zijn, nam de waarschijnlijkheid van erosie toe tot 73%. Deze data doen vermoeden dat plaque-erosie een andere pathobiologie heeft dan plaqueruptuur. Gebruik van de geïdentificeerde parameters moet worden geëvalueerd in grootschalige prospectieve klinische studies.

Referenties

1. Jia H, Abtahian F, Aguirre AD et al. In vivo diagnosis of plaque erosion and calcified nodule in patients with acute coronary syndrome by intravascular optical coherence tomography. J Am Coll Cardiol. 2013;62:1748–1758.

2. Higuma T, Soeda T, Abe N, et al. A combined optical coherence tomography and intravascular ultrasound study on plaque rupture, plaque erosion, and calcified nodule in patients with ST-segment elevation myocardial infarction. JACC Cardiovasc Interv. 2015;8:1166–1176.

3. Falk E, Nakano M, Bentzon JF, et al. Update on acute coronary syndromes: the pathologists’ view. Eur Heart J. 2013;34:719–728.

4. Roffi M, Patrono C, Collet JP, et al; ESC Scientific Document Group. 2015 ESC guidelines for the management of acute coronary syndromes in patients presenting without persistent STsegment

elevation: Task Force for the management of acute coronary syndromes in patients presenting without persistent ST-segment elevation of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J. 2016;37:267–315.

5. Amsterdam EA, Wenger NK, Brindis RG et al; ACC/AHA Task Force Members. 2014 AHA/ACC guideline for the management of patients with non-ST-elevation acute coronary syndromes: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines.

Circulation. 2014;130:e344–e426.

6. Jia H, Dai J, Hou J et al. Effective anti-thrombotic therapy without stenting: intravascular optical coherence tomography-based management in plaque erosion (the EROSION study). Eur Heart J. 2017;38:792–800.

7. Prati F, Uemura S, Souteyrand G, et al. OCT-based diagnosis and management of STEMI associated with intact fibrous cap. JACC Cardiovasc Imaging. 2013;6:283–287.

8. Souteyrand G, Viallard L, Combaret N, et al. Innovative invasive management without stent implantation guided by optical coherence tomography in acute coronary syndrome. Arch Cardiovasc Dis. 2018;111:666–677.

Vind dit artikel online op J Am Heart Assoc

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis