Inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan vermindert risico op CVD
Een gerandomiseerde klinische trial met hypertensiepatiënten laat zien dat CVD risico significant is verlaagd bij inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan vergeleken met inname in de ochtend.
Bedtime hypertension treatment improves cardiovascular risk reduction: the Hygia Chronotherapy TrialLiteratuur - Hermida RC, Crespo JJ, Domínguez-Sardiña M et al., - Eur Heart J 2019, ehz754, DOI: https://doi.org/10.1093/eurheartj/ehz754
Introductie en methoden
Prospectieve studies en meta-analyses hebben aangetoond dat gemiddelde nachtelijke BP ¬- bepaald door ambulante BP (ABP) monitoring (ABPM)- een sensitievere prognosemarker is voor CVD dan overdag office BP metingen, ABP-afgeleide overdag gemiddelde of 24h BP gemiddelde [1-6]. Therapeutische interventie die leidde tot een reductie in nachtelijk systolische BP (SBP) gemiddelde en verbetering van relatieve nachtelijke SBP daling naar een normaal dipping profiel resulteerde in een verminderd risico op CVD [3,6]. Inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan leidde tot een verbeterde normalisering van zowel nachtelijke BP als 24h BP in vergelijking met inname van medicatie in de ochtend [7,8]. Meerdere studies hebben het effect van inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan op CVD risico onderzocht. Een controlegroep met patiënten die medicatie in de ochtend innamen ontbrak echter in deze studies [7-12]. De MAPEC (Ambulatory Blood Pressure Monitoring for Prediction of Cardiovascular Events) studie liet in een relatief kleine populatie van 2156 hypertensiepatiënten zien dat inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan leidt tot een significante reductie in nachtelijke BP, verlaagde prevalentie van non-dipping en een reductie van CVD events in vergelijking met inname ’s ochtends [13]. De huidige studie onderzocht het effect van innametijd van bloeddrukverlagende medicatie op ABP controle en CVD risico in een grote patiëntenpopulatie in een eerstelijns, klinische setting.
De Hygia Chronotherapy Trial is een multicenter, gecontroleerde, PROBE (prospectieve, gerandomiseerde, open-label met geblindeerd eindpunt) studie met 19084 (10614 mannen, 8470 vrouwen) hypertensiepatiënten met een leeftijd van 60,6 ± 13,7 (gemiddelde ± SD) jaar. Patiënten werden gerandomiseerd om de gehele dagelijkse dosis van ≥1 voorgeschreven bloeddrukverlagende medicatie (ARB, ACE-remmer, calciumantagonist, bètablokker en/of diureticum) in te nemen ofwel voor het slapengaan (n=9552) of na het opstaan (n=9532). ABP werd gemeten over 48h op baseline en tijdens elk bezoek aan de kliniek (ten minste 1 keer per jaar). Mediane follow-up was 6.3 jaar (IQR 4.1-8.3 jaar).
De primaire CVD uitkomst was myocardinfarct, coronaire revascularisatie, hartfalen, ischemische beroerte, hemorragische beroerte en CVD sterfte.
Belangrijkste resultaten
- Op baseline was de 48h SBP van alle patiënten 131,6 ± 13,8 mmHg (gemiddelde ± SD) en 48h diastolische BP (DBP) was 77,4 ± 10,4.
- Patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen hadden een significant lager nachtelijk BP gemiddelde in vergelijking met patiënten die de medicatie in de ochtend innamen (nachtelijk SBP respectievelijk 114,7 ± 14,6 vs. 118,0 ± 16,6, en nachtelijk DBP respectievelijk 64,5 ± 9,3 vs. 66,1 ± 10,1, beide P<0,001). Het overdag BP gemiddelde werd niet beïnvloed door innametijd van medicatie. Relatieve nachtelijke BP daling was groter bij patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen vergeleken met diegene die de medicatie in de ochtend namen (relatieve nachtelijke SBP daling respectievelijk 12,2% ± 7,7% vs. 8,5% ± 8,4%, en relatieve nachtelijke DBP daling respectievelijk 15,3% ± 8,6% vs. 13,3% ± 9,4%, beide P <0,001). Dit leidde tot significante lagere prevalentie van een non-dipping bloeddrukprofiel (37,5% in de inname voor het slapengaan groep vs. 50,3% in de inname in de ochtend groep, P<0,001).
- Patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen hadden een significant lager HR van de primaire CVD uitkomst in vergelijking met patiënten die de medicatie in de ochtend innamen (HR:0,55, 95% CI: 0,50-0,61, P<0,001, gecorrigeerd voor significante invloedrijke factoren).
- Analyse van individuele CVD events toonde aan dat inname voor het slapengaan leidt tot een significante risico reductie in vergelijking met inname na het wakker worden voor CVD sterfte (HR:0,44, 95%CI: 0,34-0,56, P<0,001), hemorragische beroerte (HR:0,39, 95%CI: 0,23–0,65, P< 0,001), hartfalen (HR:0,58, 95%CI: 0,49–0,70, P<0,001) en perifeer arterieel vaatlijden (HR:0,52, 95%CI:0,41–0,67, P<0,001).
- Patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen hadden een significant lager creatinine en LDL-c en hoger HDL-c en eGFR vergeleken met patiënten die de medicatie in de ochtend na het wakker worden innamen op het moment van de laatste evaluatie.
- De innametijd van medicatie had geen effect op de prevalentie van bijwerkingen en therapietrouw.
Conclusie
Deze studie toonde aan dat inname van de gehele dagelijkse dosis van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan nachtelijke ABP significant verbetert en CVD morbiditeit en mortaliteit significant verlaagt. Innametijd van bloeddrukverlagende medicatie had geen effect op overdag BP gemiddelde, noch op prevalentie van bijwerkingen.
Referenties
1. Dolan E, Stanton A, Thijs L, Hinedi K, Atkins N, McClory S, Hond ED, McCormack P, Staessen JA, O’Brien E. Superiority of ambulatory over clinic blood pressure measurement in predicting mortality: the Dublin outcome study. Hypertension 2005;46:156–161.
2. Boggia J, Li Y, Thijs L, Hansen TW, Kikuya M, Björklund-Bodegård K, Richart T, Ohkubo T, Kuznetsova T, Torp-Pedersen C, Lind L, Ibsen H, Imai Y, Wang J, Sandoya E, O’Brien E, Staessen JA. Prognostic accuracy of day versus night ambulatory blood pressure: a cohort study. Lancet 2007;370:1219–1229.
3. Hermida RC, Ayala DE, Mojón A, Fernández JR. Decreasing sleep-time blood pressure determined by ambulatory monitoring reduces cardiovascular risk. J Am Coll Cardiol 2011;58:1165–1173.
4. Minutolo R, Agarwal R, Borrelli S, Chiodini P, Bellizzi V, Nappi F, Cianciaruso B, Zamboli P, Conte G, Gabbai FB, De Nicola L. Prognostic role of ambulatory blood pressure measurement in patients with nondialysis chronic kidney disease. Arch Intern Med 2011;171:1090–1098.
5. Roush GC, Fagard RH, Salles GF, Pierdomenico SD, Reboldi G, Verdecchia P, Eguchi K, Kario K, Hoshide S, Polonia J, de la Sierra A, Hermida RC, Dolan E, Zamalloa H. Prognostic impact from clinic, daytime, and nighttime systolic blood pressure in 9 cohorts on 13,844 patients with hypertension. J Hypertens 2014;32:2332–2340.
6. Hermida RC, Crespo JJ, Otero A, Domínguez-Sardiña M, Moya´ A, Ríos MT, Castiñeira MC, Callejas PA, Pousa L, Sineiro E, Salgado JL, Durán C, Sánchez JJ, Fernández JR, Mojón A, Ayala DE; for the Hygia Project Investigators. Asleep blood pressure: significant prognostic marker of vascular risk and therapeutic target for prevention. Eur Heart J 2018;39:4159–4171.
7. Hermida RC, Ayala DE, Smolensky MH, Fernández JR, Mojón A, Portaluppi F. Chronotherapy with conventional blood pressure medications improves management of hypertension and reduces cardiovascular and stroke risks. Hypertens Res 2016;39:277–292.
8. Bowles NP, Thosar SS, Herzig MX, Shea SA. Chronotherapy for hypertension. Curr Hypertens Rep 2018;20:97.
9. Yusuf S, Sleight P, Pogue J, Bosch J, Davies R, Dagenais G. Effects of an angiotensin-converting-enzyme inhibitor, ramipril, on cardiovascular events in high-risk patients: the Heart Outcomes Prevention Evaluation Study Investigators. N Engl J Med 2000;342:145–153.
10. Staessen JA, Fagard R, Thijs L, Celis H, Arabidze GG, Birkenhager WH, Bulpitt CJ, de Leeuw PW, Dollery CT, Fletcher AE, Forette F, Leonetti G, Nachev C, O’Brien ET, Rosenfeld J, Rodicio JL, Tuomilehto J, Zanchetti A. Randomised double-blind comparison of placebo and active treatment for older patients with isolated systolic hypertension. Lancet 1997;350:757–764.
11. Liu L, Wang JG, Gong L, Liu G, Staessen JA. Comparison of active treatment and placebo in older Chinese patients with isolated systolic hypertension. Systolic Hypertension in China (Syst-China) Collaborative Group. J Hypertens 1998;16:1823–1829.
12. Black HR, Elliott WJ, Grandits G, Grambsch P, Lucente T, White WB, Neaton JD, Grimm RH Jr, Hansson L, Lacourciere Y, Muller J, Sleight P, Weber MA, Williams G, Wittes J, Zanchetti A, Anders RJ, Convince RG. Principal results of the Controlled Onset Verapamil Investigation of Cardiovascular End Points (CONVINCE) trial. JAMA 2003;289:2073–2082.
13. Hermida RC, Ayala DE, Mojón A, Fernández JR. Influence of circadian time of hypertension treatment on cardiovascular risk: results of the MAPEC study. Chronobiol Int 2010;27:1629–1651.