Klinische gelijkenis van heparine-geïnduceerde trombocytopenie in enkele gevallen na COVID-19 vaccinatie

Er zijn enkele gevallen van trombotische events in combinatie met trombocytopenie na COVID-19 vaccinatie met AZD1222 beschreven. Deze trombotische aandoening lijkt klinisch op heparine-geïnduceerde trombocytopenie, met een ander serologisch profiel.

A Prothrombotic Thrombocytopenic Disorder Resembling Heparin-Induced Thrombocytopenia Following Coronavirus-19 Vaccination
Literatuur - Greinacher A, Thiele T, Warkentin TE et al. - Research Square 2021 (NOT PEER-REVIEWED), doi.org/10.21203/rs.3.rs-362354/v1

Introductie en methoden

In de strijd tegen de COVID-19 pandemie zijn vaccins tegen SARS-CoV-2 ontwikkeld als tegenmaatregel. Het Europees Medicijnagentschap (EMA) heeft 4 vaccins goedgekeurd tussen December 2020 en maart 2021: ene nucleoside gemodificeerd mRNA COVID-19 vaccin (Pfizer/BioNTech); een mRNA-gebaseerd vaccin ingekapseld in lipidenanodeeltjes (Moderna); een recombinante adenovirale (ChAdOx1) vector die codeert voor het spike eiwitantigen van SARS-CoV-2, AZD1222 (AstraZeneca); en een recombinant adenovirus type 26 vector die codeert voor SARS-CoV-2 spike glycoproteïne COVID-19 Vaccin (Janssen).

In de EU zijn ongeveer 55 miljoen doses van vaccins toegediend in maart 2021. Er zijn enkele gevallen van trombotische events gecombineerd met trombocytopenie gerapporteerd in patiënten na COVID-19 vaccinatie.

Deze studie beschrijft 9 patiënten die zich presenteren met protrombotische trombocytopenie van 4 tot 16 dagen na COVID-19 vaccinatie met AZD1222 in Oostenrijk en Duitsland van februari-maart 2021. Vanwege de gelijkenis op heparine-geïnduceerde trombocytopenie (een protrombotische trombocytopenische aandoening uitgelokt door heparine en andere anionen) werd sera verzameld van 4 patiënten en onderzocht op plaatjes-activerende antilichamen gericht tegen plaatjes factor 4 (PF4)/heparine met behulp van een enzym-immunoassay (EIA).

Belangrijkste resultaten

  • Trombotische events waren pulmonaire embolie (n=2), cerebrale veneuze trombose (n=7), splanchnische veneuze trombose (n=1), arteriële trombose (n=1) (sommige patiënten hadden meer dan 1 event).
  • 8 van de 9 patiënten waren vrouw
  • Alle patiënten presenteerden zich met trombocytopenie (mediane plaatjesaantal op laagste niveau was 29 per kubieke millimeter, bereik 9-100).
  • Twee patiënten hadden reeds bestaande auto-immuun ziekte en twee onderliggende stollingsafwijking.
  • Sterke reactiviteit in de PF4/heparine EIA werd gezien voor sera van alle 4 patiënten, wat geremd werd door toevoeging van 100 IU ongefractioneerde heparine (dat PF4 afhankelijke reacties remt).
  • Sera van 4 patiënten activeerde plaatjes van gezonde vrijwilligers, zowel in aanwezigheid van PF4 als in de aanwezigheid van AZD1222 vaccin. Deze reactie werd geremd door antilichamen die Fcγ-receptoren blokkeren, wat aantoont dat plaatjesactivatie werd veroorzaakt door Fcγ-receptoren.

Conclusie

Matige tot ernstige trombocytopenie in combinatie met trombotische complicaties op ongebruikelijke plekken ongeveer 1 week na COVID-19 vaccinatie met AZD1222 gezien in enkele gevallen suggereert een aandoening die klinisch lijkt op heparine-geïnduceerde trombocytopenie, maar met een ander serologisch profiel.

Vind dit artikel online op Research Square

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis