Meer structurele hersenafwijkingen ontdekt in prediabetes dan in niet-diabetes
Structurele hersenafwijkingen komen vaker voor in patiënten met prediabetes, in vergelijking met personen zonder diabetes, en zelfs nog vaker in T2DM patiënten.
Prediabetes Is Associated With Structural Brain Abnormalities: The Maastricht StudyLiteratuur - Van Agtmaal MJM, Houben AJHM, de Wit V et al. - Diab Care 2018; published online ahead of print
Introductie en methoden
Diabetes type 2 (T2DM) is in verband gebracht met een hoger risico op structurele hersenafwijkingen en gerelateerde hersenziekten, zoals stroke, dementie en depressie [1-9]. Structurele hersenafwijkingen geassocieerd met T2DM omvatten lacunaire infarcten (LIs), witte stof hyperintensiteiten (WMH’s), cerebrale microbloedingen (CMB’s) en hersenatrofie [10]. Het is echter niet duidelijk of prediabetes ook geassocieerd is met de bovengenoemde risico’s. Deze analyse van de Maastricht Study [11] onderzocht of prediabetes en T2DM geassocieerd zijn met structurele hersenafwijkingen, waaronder LIs, CMB’s, WMH’s en kleinere volumes van witte stof.
De Maastricht Study, een observationele populatiegebaseerde cohortstudie, gericht op de etiologie, pathofysiologie, complicaties en comorbiditeiten van T2DM, includeerde individuen van 40-75 jaar, met of zonder T2DM. Voor de huidige analyse werden data geselecteerd van 2288 deelnemers die gerekruteerd werden tussen november 2010 en september 2013. Diabetesstatus was als volgt gedefinieerd met behulp van een gestandaardiseerde 2-uurs 75 gram orale glucose tolerantietest (OGTT) en volgens de World Health Organization 2006 criteria [12]:
- normaal glucosemetabolisme (NGM)
- prediabetes: verminderde nuchtere glucosewaarden (6.1–7.0 mmol/L) of verminderde glucosetolerantie (2-uurs post-dosis OGTT glucose 7.8–11.1 mmol/L)
- T2DM: nuchtere plasmaglucosewaarden ≥7.1, post-dosis OGTT glucose >11.1 of gebruik van diabetesmedicatie
Belangrijkste resultaten
Van de 2228 deelnemers hadden 1373 NGM, 347 prediabetes en 508 T2DM. Na multivariabele correctie, en in vergelijking met NGM, waren prediabetes en T2DM significant geassocieerd met:
- De aanwezigheid van LI’s (OR: 1.61; 95%CI: 0.98–2.63 voor prediabetes; OR: 1.67; 95%CI: 1.04–2.68 voor T2DM; P-trend = 0.027)
- Grotere volumes van WMH’s (β: 0.07 log-mL; 95%CI: 0.00–0.15 voor prediabetes; β: 0.21 log-mL; 95%CI: 0.14–0.28 voor T2DM; P-trend <0.001)
- Periventriculaire WMH’s (β: 0.06 log-mL; 95%CI: -0.01 tot 0.13 voor prediabetes; β: 0.20 log-mL; 95%CI: 0.14–0.27 voor T2DM; P-trend <0.001)
- Grotere volumes van diepe corticale WMH’s (β: 0.07 log-mL; 95%CI: -0.01 tot -0.15 voor prediabetes; β: 0.16 log-mL; 95%CI: 0.08–0.24 voor T2DM; P-trend <0.001)
- Kleinere volumes van witte stof (β: -4.0 mL; 95%CI: -7.3 tot -0.6 voor prediabetes; β: -7.2 mL; 95%CI: -10.4 tot -4.0 voorT2DM; P-trend <0.001)
- Grotere CSF volumes (β: 3.9 mL; 95%CI: 0.8–7.6 voor prediabetes; β: 12.5 mL; 95%CI: 9.0–16.1 voor T2DM; P-trend <0.001)
Conclusie
Structurele hersenafwijkingen, waaronder LI’s, WMH’s en kleinere volumes van witte stof, komen vaker voor in patiënten met prediabetes, in vergelijking met NGM, en zelfs nog vaker in T2DM patiënten. Deze resultaten suggereren dat de vroege behandeling van prediabetes kan bijdragen aan de preventie van hersenafwijkingen.
Referenties
1. Biessels GJ, Reijmer YD. Brain changes underlying cognitive dysfunction in diabetes: what canwelearnfromMRI?Diabetes2014;63:2244– 2252
2. Barnes DE, Yaffe K. The projected effect of risk factor reduction on Alzheimer’s disease prevalence. Lancet Neurol 2011;10:819–828
3. Geijselaers SLC, Sep SJS, Stehouwer CDA, Biessels GJ. Glucose regulation, cognition, and brain MRI in type 2 diabetes: a systematic review. Lancet Diabetes Endocrinol 2015;3:75–89
4. Katon W, Pedersen HS, Ribe AR, et al. Effect of depression and diabetes mellitus on the risk for dementia: a national population-based cohort study. JAMA Psychiatry 2015;72:612–619
5. Hayward RA, Reaven PD, Emanuele NV; VADT Investigators. Follow-up of glycemic control and cardiovascular outcomes in type 2 diabetes. N Engl J Med 2015;373:978
6. Schram MT, Baan CA, Pouwer F. Depression and quality of life in patients with diabetes: a systematic review from the European Depression in Diabetes (EDID) Research Consortium. Curr Diabetes Rev 2009;5:112–119
7. van Dooren FE, Nefs G, Schram MT, Verhey FR, Denollet J, Pouwer F. Depression and risk of mortality in people with diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis. PLoSOne 2013;8:e57058
8. Biessels GJ, Staekenborg S, Brunner E, Brayne C, Scheltens P. Risk of dementia in diabetes mellitus: a systematic review. Lancet Neurol 2006;5:64–749. Chen R, Ovbiagele B, Feng W. Diabetes and stroke: epidemiology, pathophysiology, pharmaceuticals and outcomes. Am J Med Sci 2016;351:380–386
10. van Harten B, de Leeuw FE, Weinstein HC, et al. Brain imaging in patients with diabetes: a systematic review. Diabetes Care 2006;29:2539–2548
11. Schram MT, Sep SJ, van der Kallen CJ, et al. The Maastricht Study: an extensive phenotyping study on determinants of type 2 diabetes, its complications and its comorbidities. Eur J Epidemiol 2014;29:439–451
12. World Health Organization. Definition and Diagnosis of Diabetes Mellitus and Intermediate Hyperglycemia: Report of a WHO/IDF Consultation. Geneva, World Health Org., 2006