Minder CV events met oplaaddosis van statine vóór PCI in patiënten met ACS

28/01/2019

Een meta-analyse van 13 gerandomiseerde gecontroleerde trials toonde aan dat een oplaaddosis van atorvastatine vóór PCI aanzienlijk MACE verminderde in patiënten met ACS.

Short-term and long-term effects of a loading dose of atorvastatin before percutaneous coronary intervention on major adverse cardiovascular events in patients with acute coronary syndrome: a meta-analysis of 13 randomized controlled trials
Literatuur - Ye Z, Lu H, Su Q et al. - Eur Heart J 2019;0,1-10

Dit artikel is teruggetrokken door het European Heart Journal.

Voor meer informatie, klik hier .

Introductie en methoden

Hoewel een oplaaddosis van statine significant de incidentie van majeure nadelige cardiovasculaire events (MACE) kan verlagen na percutane coronaire interventie (PCI), en voornamelijk de incidentie van myocardinfarct (MI) [1-9], blijft het onduidelijk of een oplaaddosis van atorvastatine de incidentie van MACE kan verlagen in patiënten met acuut coronair syndroom (ACS) na PCI. Deze meta-analyse (n=22.095) schatte daarom de effecten van een oplaaddosis van 80 mg atorvastatine (50.7%) vs. conventionele therapie vóór PCI op MACE in patiënten met ACS.

Inclusiecriteria waren: diagnose van ACS, gerandomiseerde gecontroleerde trial, oplaaddosis van atorvastatine was 80 mg voor een geplande PCI, controlegroep ontving conventionele therapie, en voldoende beschikbare data voor analyse. Primaire eindpunten waren sterfte door alle oorzaken en MACE (samenstelling van niet-fataal MI, ziekenhuisheropname, revascularizatie en stroke). In totaal werden 13 trials geïncludeerd en voor subanalyse ingedeeld op basis van de follow-upduur: korte termijn (≤30 dagen)(7 studies) en lange termijn (>30 dagen)(3 studies).

Belangrijkste resultaten

  • 80 mg Atorvastatine verlaagde risico op MACE, in vergelijking met conventionele therapie (RR: 0.66, 95%CI: 0.54–0.80, I²= 72.0%), zowel op korte termijn (RR: 0.57, 95%CI: 0.39–0.85, I²= 63.9%) als op lange termijn (RR: 0.70, 95%CI: 0.55–0.89, I²= 83.7%).
  • Incidentie van niet-fataal MI was significant verlaagd met 80 mg atorvastatine, in vergelijking met conventionele therapie (RR: 0.61, 95%CI: 0.46–0.80, I²= 63.2%), zowel op korte termijn (RR: 0.61, 95%CI: 0.42–0.89, I²= 37.8%) als op lange termijn (RR: 0.58, 95%CI: 0.36–0.95, I²= 81.5%).
  • In de atorvastatine-groep werd significant verlaagde incidentie van revascularizatie gezien, in vergelijking met conventionele therapie (RR: 0.76, 95%CI: 0.69–0.83, I²= 0.0%). Dit effect werd alleen gezien op lange termijn (RR: 0.76, 95%CI: 0.69–0.84, I²= 0.0%).
  • 80 mg Atorvastatine verlaagde significant de incidentie op stroke, in vergelijking met conventionele therapie (RR: 0.69, 95%CI: 0.49–0.96, I²= 16.0%), zonder significante verschillen tussen korte en lange follow-upduur.
  • Tussen 80 mg atorvastatine en conventionele therapie werden geen significante verschillen gezien in ziekenhuisheropname (RR: 0.64, 95%CI: 0.39–1.04, I²= 34.2%).
  • Het effect van 80 mg atorvastatine op mortaliteit door alle oorzaken verschilde niet significant van conventionele therapie (RR: 0.84, 95%CI: 0.64–1.10, I²= 37.5%), niet op korte termijn noch op lange termijn.

Conclusie

Deze meta-analyse van 13 gerandomiseerde gecontroleerde trials toonde aan dat een oplaaddosis van (80 mg) atorvastatine vóór PCI MACE (niet-fataal MI, ziekenhuisheropname, revascularizatie en stroke) verlaagde in patiënten met ACS.

Referenties

1. Yun KH, Shin I-S, Shin S-N, Choi J-H, Kim SH, Rhee SJ, Lee EM, Yoo NJ, Kim N-H, Oh SK, Jeong J-W. Effect of previous statin therapy in patients with acute coronary syndrome and percutaneous coronary intervention. Korean Circ J 2011;41:458–463.

2. Sacks FM. Do statins play a role in the early management of the acute coronary syndrome? Eur Heart J Suppl 2004;6(Suppl_A):A32–A36.

3. Khera AV, Qamar A, Murphy SA, Cannon CP, Sabatine MS, Rader DJ. On-statin resistin, leptin, and risk of recurrent coronary events after hospitalization for an acute coronary syndrome (from the pravastatin or atorvastatin evaluation and infection therapy-thrombolysis in myocardial infarction 22 study). Am J Cardiol 2015;116:694–698.

4. Ozaydin M, Turker Y, Erdogan D, Karabacak M, Dogan A, Varol E, Gonul E, Altinbas A. The association between previous statin use and development of atrial fibrillation in patients presenting with acute coronary syndrome. Int J Cardiol 2010;141:147–150.

5. Wang CY, Liu PY, Liao JK. Pleiotropic effects of statin therapy: molecular mechanisms and clinical results. Trends Mol Med 2008;14:37–44.

6. Nusca A, Melfi R, Patti G, Di SG. Atorvastatin for reduction of myocardial damage during angioplasty trials. J Cardiovasc Med 2010;11:709–711.

7. Patti G, Pasceri V, Colonna G, Miglionico M, Fischetti D, Sardella G, Montinaro A, Di SG. Atorvastatin pretreatment improves outcomes in patients with acute coronary syndromes undergoing early percutaneous coronary intervention: results of the ARMYDA-ACS randomized trial. J Am Coll Cardiol 2007;49: 1272–1278.

8. Briguori C, Visconti G, Focaccio A, Golia B, Chieffo A, Castelli A, Mussardo M, Montorfano M, Ricciardelli B, Colombo A. Novel approaches for preventing or limiting events (Naples) II trial: impact of a single high loading dose of atorvastatin on periprocedural myocardial infarction. J Am Coll Cardiol 2009;54: 2164–2166.

9. Winchester DE, Wen X, Xie L, Bavry AA. Evidence of pre-procedural statin therapy a meta-analysis of randomized trials. J Am Coll Cardiol 2010;56: 1099–1109.

Vind dit artikel online op Eur Heart J Lees meer over de terugtrekking van dit artikel

Register

We're glad to see you're enjoying CVGK…
but how about a more personalized experience?

Register for free