Nieuwe EASD-ADA consensus richtlijnen voor behandeling van hyperglycemie in T2DM

EASD 2018 Na een review van het meest recente bewijs hebben de EASD en de ADA nieuwe aanbevelingen geïntroduceerd voor behandeling van hyperglycemie in T2DM, waaronder specifieke geneesmiddelenklassen voor sommige patiënten en het verbeteren van therapietrouw.

Nieuws - 8 okt. 2018

Gepresenteerd door leden van de Consensus Panel tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de European Association for the Study of Diabetes (EASD) in Berlijn, Duitsland (1-5 oktober).

Na een review van het meest recente bewijs – waaronder een reeks recente studies naar geneesmiddel- en leefstijlinterventies - hebben de European Association for the Study of Diabetes (EASD) en de American Diabetes Association (ADA) een bijgewerkte consensusverklaring opgesteld over hoe om te gaan met hyperglycemie in patiënten met T2DM.

De nieuwe aanbevelingen van het expert panel van beide genootschappen, die hun eerdere richtlijnen uit 2015 bijwerken, omvatten:

  • Aanbieders en zorgstelsels moeten prioriteit geven aan de levering van patiëntgerichte zorg.
  • Het bevorderen van therapietrouw moet specifiek worden overwogen bij het selecteren van glucoseverlagende medicatie. (Uiteindelijk is de voorkeur van de patiënt een belangrijke factor bij het kiezen van medicijnen. Zelfs in gevallen waarin de klinische karakteristieken van de patiënt wijzen op het gebruik van een bepaald medicijn op basis van het beschikbare bewijs uit klinische onderzoeken, kunnen. voorkeuren van de patiënt met betrekking tot de wijze van toediening, injectiedevices, bijwerkingen of de kosten het gebruik ervan door sommige personen verhinderen).
  • Alle patiënten moeten doorlopend toegang hebben tot educatie voor diabetes self-management en ondersteuning.
  • Medische voedingstherapie (advies en strategieën voor gezond dieet) moet aan alle patiënten worden aangeboden. Alle patiënten met overgewicht en obese diabetespatiënten moeten op de hoogte worden gesteld van de gezondheidsvoordelen van gewichtsverlies en worden aangemoedigd om deel te nemen aan een programma met intensieve leefstijlinterventie, dat voedselvervanging kan omvatten.
  • Het verhogen van fysieke activiteit verbetert de glycemische regulatie en moet worden aangemoedigd bij alle mensen met T2DM.
  • Metabole chirurgie is een aanbevolen behandeloptie voor volwassenen met T2DM en (1) een BMI van 40 of hoger (of 37,5 of hoger bij personen van Aziatische afkomst) of (2) een BMI van 35,0 tot 39,9 (32,5-37,4 kg/m2 in mensen van Aziatische afkomst) die geen langdurige gewichtsverlies en verbetering van comorbiditeiten bereiken met redelijke niet-chirurgische methoden.
  • Metformine blijft eerstekeus therapie voor bijna alle patiënten met T2DM.
  • De selectie van medicatie bovenop metformine is gebaseerd op de voorkeur van de patiënt en klinische karakteristieken, waaronder de aanwezigheid van cardiovasculaire ziekte (CVD), HF en nierziekte. Het risico op specifieke nadelige medicatie-effecten, met name hypoglycemie en gewichtstoename, evenals veiligheid, tolerantie en kosten, zijn ook belangrijke overwegingen.
  • Met betrekking tot medicamenteuze behandeling, wordt voor patiënten met klinische CVD een SGLT2-remmer of een GLP-1-receptoragonist met bewezen CV voordeel aanbevolen. Het is aangetoond dat individuele vertegenwoordigers van deze geneesmiddelklassen CV voordelen geven.
  • Voor patiënten met CKD of klinische HF en atherosclerotische CVD moet een SGLT2-remmer met bewezen voordeel worden overwogen.
  • GLP-1-receptoragonisten worden over het algemeen aanbevolen als eerste injecteerbare medicatie, behalve in situaties waar T1DM wordt vermoed.
  • Intensivering van behandeling die verdergaat dan duale therapie om glycemische targets te behouden, vereist aandacht voor de invloed van bijwerkingen van medicatie op comorbiditeiten, evenals de last van behandeling en kosten.

Het panel zegt dat het gebrek aan bewijs over specifieke combinaties van glucoseverlagende therapieën een probleem blijft en meer onderzoek nodig is. Het definiëren van optimale kosteneffectieve benaderingen van zorg, met name in behandeling van patiënten - inclusief die met multimorbiditeit - is essentieel.

Ze voegen eraan toe dat er nieuwe vragen rijzen uit de recente CV uitkomstenstudies. Zijn de CV en renale voordelen van SGLT2-remmers en GLP-1-receptoragonisten aangetoond bij patiënten met vastgestelde CVD ook van toepassing op patiënten met een lager risico? Is er een bijkomend voordeel van het gebruik van GLP-1-receptoragonisten en SGLT2-remmers voor de preventie van CV en renale events? Zo ja, in welke populaties? Om deze en andere essentiële klinische vragen aan te pakken, is extra investering nodig in fundamenteel, translationeel, klinisch en implementatieonderzoek.

Het panel concludeert: "De behandeling van hyperglycemie in T2DM is buitengewoon complex geworden met het aantal beschikbare glucoseverlagende medicijnen. Patiëntgerichte besluitvorming en ondersteuning en consistente inspanningen om voeding en lichaamsbeweging te verbeteren, blijven de basis van elke glycemische regulatie. Gebruik van metformine als eerste, gevolgd door toevoeging van glucoseverlagende medicijnen op basis van patiëntcomorbiditeit en belangen wordt aanbevolen, terwijl we wachten op antwoorden op de vele resterende vragen. "

- Onze verslaglegging is gebaseerd op de persinformatie verstrekt tijdens de EASD -

Vind dit artikel online op Diabetes Care

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis