NT-proBNP afname door SGLT2-remmer verklaart klein deel van voordeel op HF events

Een post-hoc analyse van CANVAS toonde aan dat canagliflozine NT-proBNP in T2DM patiënten verminderde. Deze afname in NT-proBNP verklaarde echter slechts 10% van de reductie in ziekenhuisopname vanwege HF door canagliflozine.

Effects of Canagliflozin on Amino-Terminal Pro-B-Type Natriuretic Peptide: Implications for Cardiovascular Risk Reduction.
Literatuur - Januzzi JL Jr, Xu J, Li J. et al. - J Am Coll Cardiol. 2020, 76:2076-85.doi: 10.1016/j.jacc.2020.09.004.

Introductie en methoden

NT-proBNP wordt na myocardiale stress vrijgegeven door cardiomyocyten en is geassocieerd met een verhoogd risico op hartfalen en ongunstige CV events in patiënten met type 2 diabetes [1-4]. Ondanks het gebruik van NT-proBNP concentratielevels in trials om geassocieerde CV voordelen van nieuwe therapieën te bepalen, zijn grootschalige data om positieve effecten van SGLT2 remmers op NT-proBNP en andere biomarkers in T2DM patiënten te onderzoeken beperkt. Een eerdere studie liet zien dat canagliflozine, een SGLT2 remmer, de stijging van serum NT-proBNP levels en troponine I vertraagde in vergelijking met placebo [5]. Bij deze studie ontbrak echter data om deze bevindingen te associëren met CV uitkomsten.

Deze post-hoc analyse evalueerde de effecten van canagliflozine op NT-proBNP over een langere periode en onderzocht of NT-proBNP een prognostische marker was voor CV, nier- en mortaliteitsuitkomsten bij T2DM patiënten die deelnamen aan de Canagliflozin Cardiovascular Assessment Study (CANVAS) trial.

Deelnemers aan de CANVAS trial hadden T2DM en een hoog-risico op CV events. Patiënten die werden geïncludeerd in de trial waren ≥30 jaar met een geschiedenis van symptomatische ASCVD of ≥50 jaar met ≥ 2 risicofactoren voor CVD. Alle patiënten moesten een eGFR van >30 ml/min/1.73m² hebben. Deelnemers werden gerandomiseerd (1:1:1) naar 100 mg of 300 mg canagliflozine, of placebo. De primaire uitkomst MACE was een samenstelling van CV sterfte, non-fatale MI, of non-fatale beroerte. Andere eindpunten waren ziekenhuisopname door HF, een samenstelling van HF ziekenhuisopname of CV sterfte, mortaliteit door alle oorzaken, CV sterfte, non-fatale beroerte, non-fataal MI. Het samengestelde niereindpunt bestond uit een 40% aanhoudende afname in eGFR na ≥ twee opeenvolgende metingen, dialyse of niertransplantatie, of niersterfte. De mediane follow-up was 5.75 jaar (2.03-6.13 jaar). De uitkomst van deze subanalyse was serum NT-proBNP concentratie wat gemeten was bij baseline (n=3587), na 1 jaar (n=2918) en 6 jaar (n=995).

Belangrijkste resultaten

  • Baseline TN-proBNP levels waren hoger bij patiënten met een geschiedenis van HF vergeleken met patiënten zonder (187 pg/mL vs. 81 pg/mL).
  • Patiënten behandeld met canagliflozine hadden lagere NT-proBNP serum levels na 1 en 6 jaar vergeleken met patiënten die placebo kregen. Een basismodel gecorrigeerd voor baseline covariaten liet in het eerste jaar van de behandeling een 11% vermindering in NT-proBNP serumconcentratie door canagliflozine zien vergeleken met placebo (gecorrigeerd geometrisch gemiddelde: 0.89, 95% CI: 0.84-0.94, P<0.001).
  • Log-getransformeerde NT-proBNP waarden op baseline waren significant geassocieerd met een verhoogd risico op MACE, ziekenhuisopname voor HF, ziekenhuisopname voor HF of CV sterfte, sterfte door alle oorzaken, CV sterfte, non-fatale beroerte, non-fatale MI, en het samengestelde niereindpunt. Het toevoegen van NT-proBNP concentraties na 1 jaar behandeling leidde niet tot een betere risicovoorspelling.
  • Baseline NT-proBNP was een prognostische marker voor CV uitkomsten, wanneer patiënten werden verdeeld in een hoge (≥125 pg/mL) en lage (<125 pg/mL) NT-proBNP concentratiegroep. Het toevoegen van NT-proBNP waarden gemeten na 1 jaar behandeling aan de baseline waarden zorgde niet voor een verbeterde prognose.
  • Het behandeleffect van canagliflozine was onafhankelijk van baseline NT-proBNP concentratielevels.
  • 10.4% Van het behandeleffect van canagliflozine op ziekenhuisopname vanwege HF werd bereikt door een afname in NT-proBNP na 1 jaar (P-waarde voor indirect effect: P=0.048).

Conclusie

Ondanks dat de SGLT2-remmer canagliflozine na 1 jaar NT-proBNP serum levels in T2DM patiënten verlaagde in de CANVAS trial, was de afname in CV- en nieruitkomsten onafhankelijk van baseline NT-proBP levels. De NT-proBNP verlaging verklaarde slechts een klein deel (~10%) van het effect van canagliflozine op ziekenhuisopname vanwege HF.

Referenties

1. Willeit P, Kaptoge S, Welsh P, et al. for the Natriuretic Peptides Studies Collaboration. Natriuretic peptides and integrated risk assessment for cardiovascular disease: an individual-participant data meta-analysis. Lancet Diabetes Endocrinol 2016;4:840–9.

2. Januzzi JL Jr. The role of natriuretic peptide testing in guiding chronic heart failure management: review of available data and recommendations for use. Arch Cardiovasc Dis 2012;105: 40–50.

3. Betti I, Castelli G, Barchielli A, et al. The role of N-terminal PRO-brain natriuretic peptide and echocardiography for screening asymptomatic left ventricular dysfunction in a population at high risk for heart failure. The PROBE-HF study. J Card Fail 2009;15:377–84.

4. Huelsmann M, Neuhold S, Strunk G, et al. NTproBNP has a high negative predictive value to rule-out short-term cardiovascular events in patients with diabetes mellitus. Eur Heart J 2008; 29:2259–64.

5. Januzzi JL, Butler J, Jarolim P, et al. Effects of canagliflozin on cardiovascular biomarkers in older adults with type 2 diabetes. J Am Coll Cardiol 2017;70:704–12.

Vind dit artikel online op J. Am. Coll. Cardiol

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis