PCSK9i-behandeling van dyslipidemische mensen met HIV verlaagt LDL-c en is veilig

ACC 2020 Deze studie liet zien dat evolocumab-behandeling van dyslipidemische mensen met HIV leidde tot verlaging van LDL-c en andere atherogene lipiden en lipoproteïnen. Behandeling werd goed verdragen en was veilig.

Introductie en methoden
Nieuws - 21 apr. 2020

Evolocumab Use in HIV-Infected Patients With Dyslipidemia: Primary Results of the Randomized, Double-blind BEIJERINCK Study

Gepresenteerd op ACC.20 door Franck Boccara, MD (Parijs, Frankrijk)

Mensen met HIV (PLHIV) hebben een verhoogd risico op CVD, met name op ASCVD events. Preventie en behandeling van ASCVD events bij PLHIV is een grote zorg geworden, en met name lipidenverlagende therapieën (LLT) bij dyslipidemische PLHIV is moeilijk gebleken.

Het doel van de fase 3 Beijerinck-studie was het evalueren van de lipideverlagende werkzaamheid en veiligheid van evolocumab bij PLHIV die hypercholesterolemie of gemengde dyslipidemie hadden en maximaal verdraagbare statinetherapie kregen. Geïncludeerde deelnemers (n=467) waren zowel patiënten met ASCVD (LDL-c ≥70 mg/dL of non-HDL-c ≥100 mg/dL bij vasten) als patiënten zonder ASCVD (LDL-c ≥100 mg/dL of non-HDL-c ≥130 mg/dL bij vasten). Ze werden gerandomiseerd naar maandelijkse subcutane injecties met 420 mg evolocumab (n=310) of placebo (n=157) gedurende een behandelperiode van 24 weken.

Primair eindpunt was gedefinieerd als percentage verandering in LDL-c van baseline tot week 24. Secundaire eindpunten waren (1) het bereiken van LDL-c <70 mg/dL of een LDL-c-reductie van ≥50% in week 24, (2) percentage verandering in andere atherogene lipiden- en lipoproteïnewaarden van baseline tot week 24 en (3) TEAE's, inclusief behoud van HIV-regulatie.

Belangrijkste resultaten

  • Behandeling met evolocumab leidde tot een significante verlaging van LDL-c in vergelijking met placebo (geschatte kleinste-kwadraten (LSE) behandelverschil -56,9% [95% CI: -61,6 tot -52,3%: p <0,0001]).
  • Placebo-gecorrigeerde percentages patiënten die een LDL-c <70 mg/dL en een LDL-c-reductie van ≥50% in week 24 bereikten, waren respectievelijk 65,4% en 71,9%.
  • Behandeling met evolocumab leidde ook tot significante reducties in non-HDL-c (LSE behandelverschil -50,9% [95% CI: -54,9 tot -47,0%; p<0,0001]), ApoB (-47,7% [95% CI: -51,1 tot -44,4%; p <0,0001]), totaal cholesterol (-38,1% [95% CI: -41,3 tot -34,9%; p <0,0001]), VLDL-c (-22,2% [95% CI: - 30,0 tot -14,26%; p <0,0001]), TG's (-22,5% [95% CI: -31,0 tot -13,9%; p <0,0001]), Lp(a) (-26,8% [95% CI: -34,2 tot -19,4%; p <0,0001]) en een significante toename in HDL-c (8,4% [95% CI: 4,8 tot 11,9%; p <0,0001]) vergeleken met placebo.
  • Er werden geen significante verschillen gevonden in TEAE's tussen evolocumab- en placebogroepen.

Conclusie

In PLHIV op maximaal verdraagbare statinetherapie leidde behandeling met evolocumab tot een significante verlaging van LDL-c van baseline tot week 24 vergeleken met placebo. Ook leidde behandeling met evolocumab tot een significante verlaging van TG's, non-HDL-c, ApoB, totaal cholesterol, VLDL-c en Lp(a), en een significante toename van HDL-c vergeleken met placebo. Ten slotte was behandeling met evolocumab veilig en werd het goed verdragen door de patiënten.

-Onze verslaglegging van ACC.20 is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is gesteld tijdens het congres-

Vind dit artikel online op J Am Coll Cardiol

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis