SGLT2-remmer vermindert CV-uitkomsten in HF ongeacht verslechtering van eGFR onder 25 ml/min/1,73m²
ESC-congres 2023 Vergeleken met placebo verminderde dapagliflozine het risico op CV-sterfte of verergering van HF, ongeacht of patiënten wel of geen verslechtering van de eGFR onder 25 ml/min/1,73m² hadden.
Effects of Dapagliflozin in Patients with Heart Failure and Deterioration of Kidney Function Below eGFR 25 ml/min/1.73m²: A Participant Level Pooled Analysis of the DAPA-HF and DELIVER TrialsNieuws - 26 aug. 2023
Gepresenteerd op het ESC-congres 2023 door: Scott Solomon - Boston, MA, VS
Introductie en methoden
De combinatie van HF en CKD is geassocieerd met een verhoogd klinisch risico. Bovendien blijkt dat sommige behandelaars niet onzeker zijn over de werkzaamheid en veiligheid van therapieën wanneer patiënten met HF een verslechtering van de nierfunctie ervaren.
De vorige DAPA-HF en DELIVER studies hebben consistente werkzaamheid en veiligheid van dapagliflozine in HFrEF, HFmrEF en HFpEF aangetoond over een breed scala van nierfunctie. DAPA-HF excludeerde patiënten met eGFR<30 ml/min/1,73m² en DELIVER met eGFR <25 ml/min/1,73m². De studieprotocollen schreven echter niet voor dat het onderzoeksgeneesmiddel moestworden stopgezet als de eGFR onder de drempel voor inclusie van patiënten valt.
De huidige studie was een gepoolde analyse op deelnemersniveau van de DAPA-HF- en DELIVER-studies en onderzocht de prognostische implicaties van een verslechtering van de eGFR onder 25 ml/min/1,73m². Tevens werd de associatie tussen verslechtering van de eGFR onder 25 ml/min/1,73m², behandeling met dapagliflozine en klinische uitkomsten bij patiënten met chronisch HF onderzocht.
Belangrijkste resultaten
Werkzaamheidsuitkomsten
- De incidentie van de primaire samengestelde uitkomst van CV-sterfte of verslechtering van HF was bijna tweemaal zo hoog bij patiënten die een verslechtering van de eGFR <25 ml/min/1,73m² ervaarden, vergeleken met degenen bij wie de eGFR niet onder deze waarde verslechterde (HR 1,87, 95%BI 1,48-2,35, P<0,001).
- De incidentie van het primaire eindpunt was lager bij patiënten die behandeld werden met dapagliflozine vergeleken met placebo, ongeacht of de patiënten wel (HR 0,53; 95% BI: 0,33-0,83) of geen (HR 0,78; 95% BI: 0,72-0,86) verslechtering in eGFR lager dan 25 ml/min/1,73m² ondervonden (P voor interactie = 0,17). De absolute risicoreductie was hoger bij patiënten die een dergelijke verslechtering in eGFR hadden ervoeren vergeleken met degenen die dat niet hadden (ARR 10,7 vs. 2,4 per 100p-j).
Veiligheidsuitkomsten
De percentages van ernstige nadelige events en geselecteerde nadelige events (events die leiden tot stopzetting van het geneesmiddel, events die leiden tot onderbreking van het geneesmiddel, volumedepletie-events en renale events) waren hoger bij patiënten die een eGFR-verslechtering van<25 ml/min/1,73m² hadden, vergeleken met degenen die dit niet hadden. De veiligheidsresultaten bleven echter vergelijkbaar tussen de behandelgroepen, ongeacht of de eGFR <25 ml/min/1,73m².
Conclusie
Patiënten met HF die een verslechtering in eGFR onder 25 ml/min/1,73m² lopen een hoger risico op CV-uitkomsten, vergeleken met patiënten die niet een dergelijke verslechtering ervaren. Vergeleken met placebo verminderde dapagliflozine het risico op CV-sterfte of verslechtering van HF, ongeacht of patiënten wel of geen verslechtering van de eGFR onder 25 ml/min/1,73m² ervaarden. “De voordeel-tot-risicoverhouding kan in het voordeel liggen voortzetting van de behandeling met dapagliflozine bij patiënten met HF en verslechtering van de nierfunctie onder eGFR onder 25 ml/min/1,73m²”, aldus Scott Solomon.
-Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens het ESC-congres is verstrekt-
De resultaten van deze studie warden tegelijkertijd gepubliceerd in J. Am. Coll. Cardiol.