Starten met vericiguat 5 mg, in plaats van 2,5 mg, is veilig bij HF met verminderde EF
ESC Heart Failure 2025 – In de eenarmige VELOCITY-studie onder patiënten met chronisch HF en LVEF <45% werd een vericiguat-startdosis van 5 mg per dag goed verdragen door >90% van de deelnemers, ongeacht recente verslechtering van HF.
Deze samenvatting is gebaseerd op de presentatie van Stephen Greene (Durham, NC, VS) tijdens het ESC Heart Failure 2025-congres - Safety and tolerability of a 5 mg starting dose of vericiguat among patients with heart failure: the VELOCITY study.
Introductie en methoden
In de dagelijkse klinische praktijk bereiken de meeste patiënten met HFrEF niet de streefdoses voor GDMT’s en bij slechts enkele patiënten wordt een dosisverhoging na verloop van tijd gezien. Klinische inertie wordt beschouwd als een van de belangrijkste obstakels voor het bereiken van de streefdosering.
Vericiguat, een oplosbare guanylaatcyclasestimulator, is goedgekeurd voor de behandeling van verslechtering van HF (worsening HF, WHF) bij patiënten met LVEF <45%. Het huidige geneesmiddeletiket beveelt een startdosis van 2,5 mg per dag aan, met optitratie tot 5 mg na ongeveer 2 weken en een streefdosis van 10 mg na 4 weken. In de VELOCITY-studie werd onderzocht of het weglaten van de doseringsstap van 2,5 mg en in plaats daarvan de vericiguat-behandeling te starten met 5 mg per dag veilig is en goed wordt verdragen door HF-patiënten met LVEF <45%.
De VELOCITY-studie was een multinationale, prospectieve, eenarmige, open-label-studie (fase 2b) waarin 106 patiënten met chronisch HF, LVEF <45%, systolische bloeddruk ≥100 mHg en geen symptomatische hypotensie 4 weken voorafgaand aan de screening begonnen aan behandeling met vericiguat 5 mg per dag gedurende 2 weken. Van hen hadden 53 (50%) recent (≤6 maanden) WHF doorgemaakt. Achtergrondbehandeling met GDMT’s omvatte onder meer ARNI’s (54% van de patiënten), SGLT2-remmers (81%) en MRA’s (82%).
De primaire uitkomstmaat was de verdraagbaarheid van de vericiguat-startdosis van 5 mg, gedefinieerd als de voltooiing van de periode van 2 weken met een onderbreking van ≤1 dag en zonder matige tot ernstige symptomatische hypotensie. De secundaire uitkomstmaten waren de voltooiing van de periode van 2 weken zonder nadelige events gerelateerd aan gebruik van het studiegeneesmiddel en de voltooiing van de periode van 2 weken met ofwel continue inname van vericiguat of een hervatting na tijdelijke onderbreking.
Om meer context toe te voegen, werden patiënten met chronisch HF, LVEF <45% en recente WHF die gestart waren met vericiguat 2,5 mg per dag in de VICTORIA-studie (Vericiguat Global Study in Subjects with Heart Failure with Reduced Ejection Fraction) (n=2519) geanalyseerd voor de primaire uitkomstmaat van de VELOCITY-studie.
Belangrijkste resultaten
- In totaal voldeden 99 patiënten (93,4%) aan de primaire uitkomstmaat van verdraagbaarheid, onder wie 48 van de 53 patiënten met recente WHF (90,6%) en 51 in de groep zonder WHF (96,2%).
- Ter vergelijking: 97,2% van de patiënten in de VICTORIA-studie die waren gestart met vericiguat 2,5 mg voldeden aan de primaire uitkomstmaat van verdraagbaarheid na 2 weken, onder wie 97,2% van de patiënten met recente WHF.
- Wat betreft de secundaire uitkomstmaten voltooiden 96 patiënten (90,6%) in de VELOCITY-studie de periode van 2 weken zonder nadelige events gerelateerd aan vericiguat en rondden 102 (96,2%) deze periode af zonder onderbreking van de vericiguat-behandeling of met slechts een tijdelijke onderbreking.
- Voor 14 patiënten (13,2%) in de VELOCITY-studie werden nadelige events die tijdens de behandeling optraden gemeld, die bijna allemaal licht of matig ernstig van aard waren. Bij 4 patiënten (3,8%) was sprake van een nadelig event dat tijdens de behandeling optrad en dat leidde tot stopzetting van het studiegeneesmiddel (2 vanwege symptomatische hypotensie). Er waren geen sterfgevallen.
- In de VELOCITY-studie was de gemiddelde verandering in de systolische bloeddruk vanaf de aanvang van de studie tot 2 weken -3,2 mmHg, wat identiek was aan de afname die werd gezien in de VICTORIA-studie (verschil met placebo: -1,1 mmHg).
Conclusie
In de eenarmige open-label-studie VELOCITY onder patiënten met chronisch HF en LVEF <45% die een goede achtergrondbehandeling met GDMT’s kregen, was een vericiguat-startdosis van 5 mg per dag veilig en werd deze goed verdragen door >90% van de deelnemers, ongeacht recente WHF. Stephen Greene stelde dat “als we studiemedicatie op een veilige manier dichter bij de streefdosis kunnen starten en dan met één stap kunnen optitreren, dit ons misschien zal helpen om klinische inertie beter te bestrijden en meer patiënten naar de streefdosis van 10 mg te krijgen”.
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens het ESC Heart Failure 2025-congres is verstrekt -