Stil MI geassocieerd met incidente ischemische beroerte

ISC 2021 Deze analyse van de Cardiovascular Health Study toonde aan dat stil MI, gedefinieerd als bewijs van MI op ECG zonder klinische tekenen van een event, significant geassocieerd was met incidente ischemische beroerte.

Gepresenteerd op de International Stroke Conference 2020 door Alexander Merkler (New York City, NY, VS)

Introductie en methoden

Een op de vier beroertes heeft geen bekende etiologie. Deze beroertes staan bekend als embolic strokes of undetermined source (ESUS). Het is al lang bekend dat MI met duidelijke klinische tekenen een risicofactor is voor hartembolie en beroerte. Het is echter niet bekend of stil MI ook het risico op een beroerte verhoogt. Stil MI wordt gedefinieerd als bewijs van MI op ECG zonder klinische tekenen van een event. Stil MI komt net zo vaak of zelfs vaker voor als klinisch-duidelijk MI. Deze analyse van de Cardiovascular Health Study onderzocht het verband tussen stil MI en incidente ischemische beroerte.

De Cardiovascular Health Study includeerde 5201 deelnemers (≥65 jaar) uit de VS tussen 1989-1990 en volgde deze deelnemers op CV events. In totaal werden 4224 deelnemers in deze analyse opgenomen. Deze deelnemers hadden geen prevalente beroerte op baseline, geen ECG-bewijs van MI op baseline en volledige informatie over covariaten. Alle deelnemers ondergingen jaarlijkse ECG-metingen vanaf baseline (1989-1990) tot 1998-1999. Er werd gekeken naar incident stil MI en incident klinisch-duidelijk MI. Risico op ischemische beroerte na klinisch-duidelijk MI werd opgedeeld in risico op korte termijn (binnen 30 dagen na MI) en risico op lange termijn (>30 dagen na MI). De primaire uitkomst was incidente ischemische beroerte. De secundaire uitkomst was het subtype van de ischemische beroerte (niet-lacunair, lacunair of ander/onbekend subtype). De mediane follow-up was 9.8 jaar.

Belangrijkste resultaten

• Tijdens de follow-up hadden 362 deelnemers (9.8%) een incident stil MI, 421 (10%) hadden incident klinisch-duidelijk MI en 377 (8,9%) hadden incidente ischemische beroerte.
• Na correctie voor leeftijd, geslacht, ras en CV risicofactoren, was stil MI (in vergelijking met geen MI) significant geassocieerd met risico op ischemische beroerte (HR 1.47, 95%CI 1.01-2.16). Er was ook een significant verband tussen het langetermijnsrisico na een klinisch-duidelijk MI en ischemische beroerte (HR 1.60, 95%CI 1.04-2.44). Er een overweldigend verband tussen het kortetermijnsrisico na een klinisch-duidelijk MI op ischemische beroerte (HR 80, 95% BI 53-119).
• Een secundaire analyse liet zien dat een stil MI significant geassocieerd was met niet-lacunaire ischemische beroerte (HR 2.18, 95%CI 1.24-3.83), maar niet met lacunaire beroerte (HR 0.49, 95%CI 0.12-2.07) noch andere/onbekende beroerte-subtypes (HR 1.30, 95%CI 0.73-2.32). De associatie tussen stil MI en niet-lacunaire beroerte was vergelijkbaar met de associatie tussen klinisch-duidelijk MI en het langetermijnsrisico op niet-lacunaire beroerte (HR 2.18, 95%CI 1.15-4.17).

Conclusie

Deze analyse van de Cardiovascular Health Study liet zien dat stil MI significant geassocieerd was met een incidente ischemische beroerte. Deze associatie lijkt te worden veroorzaakt door niet-lacunaire ischemische beroerte. Meer data of een RCT zijn nodig om de optimale antitrombotische behandeling te bepalen voor patiënten met een beroerte en bewijs van stil MI.

-Onze verslaglegging is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is gesteld tijdens de ISC 2021-