Variabiliteit van lipidenniveaus is voorspellend voor CV events

De variabiliteit van bezoek tot bezoek van nuchtere metingen van HDL-c, TG en LDL-c is voorspellend voor coronaire events, CV events en TG- en LDL-c-variabiliteit, is ook voorspellend voor incidente diabetes.

Visit-to-visit variability of lipid measurements as predictors of cardiovascular events Presented in part at the American Heart Association Annual Scientific Sessions, November 2017.
Literatuur - Waters DD, Bangalore S, Fayyad R, et al. - J Clin Lipidol 2018;12:356–366

Introductie en methoden

Langetermijnvariabiliteit van totaal cholesterol en LDL-c-niveaus is geassocieerd met een verhoogd risico op CV events [1,2]. Het is echter niet bekend of variaties van HDL-c- en triglyceriden (TG)-niveaus ook geassocieerd zijn met een verhoogd CV risico.

Deze post-hoc analyse van de Treating to New Targets (TNT) trial [3,4] beoordeelde of HDL-c- en TG-variabiliteit coronaire en CV events, en incidente diabetes voorspellen bij 9572 patiënten. Bovendien werd de correlatie tussen LDL-c, HDL-c en TG-variabiliteit beoordeeld en werd de relatieve sterkte van deze variatiematen voor het voorspellen van CV events onderzocht

In de TNT trial werden patiënten in de leeftijd van 35-75 jaar met een klinisch duidelijke coronaire ziekte en verhoogde lipidenniveaus willekeurig toegewezen aan atorvastatine 10 mg of 80 mg/dag, en gevolgd voor een mediane duur van 4.9 jaar. De belangrijkste maat voor lipidenvariabiliteit voor deze analyse was de gemiddelde opeenvolgende variabiliteit (ASV), gedefinieerd als het gemiddelde absolute verschil tussen opeenvolgende waarden van de beschikbare HDL-c-, TG- of LDL-c-niveaus.

De primaire uitkomst was het optreden van ieder coronaire event, gedefinieerd als coronaire hartziekte sterfte, niet-fataal myocardinfarct (MI), gereanimeerde hartstilstand, revascularisatie of angina. De secundaire uitkomsten waren ieder CV event (ieder coronaire event of cerebrovasculaire event, perifeer vaatlijden, ziekenhuisopname voor hartfalen), sterfte, MI, beroerte of incidente diabetes.

Belangrijkste resultaten

  • Voor elke 1 SD verhoging in ASV van HDL-c was het risico op ieder coronair event verhoogd (HR: 1.06; 95%CI: 1.02–1.10; P=0.0053; HRadj: 1.16; 95%CI: 1.11–1.21; P<0.0001). Vergelijkbaar was voor elke 1 SD verhoging in ASV van TG de HR 1.11 (95%CI: 1.08–1.14; P<0.0001; HRadj: 1.09; 95%CI: 1.04–1.15; P=0.0005), en voor elke 1 SD verhoging in ASV van LDL-c was de HR 1.14 (95%CI: 1.10–1.18; P<0.0001; HRadj: 1.14; 95%CI: 1.09–1.19; P<0.0001).
  • Het risico voor ieder coronair event was 50% hoger in kwintiel 5 van ASV voor HDL-c vergeleken met kwintiel 1 (HRadj: 1.50; 95%CI: 1.30–1.74; P<0.0001).
  • Voor elke van de secundaire eindpunten behalve nieuwe diabetes was de HR hoger in kwintiel 5 van ASV voor HDL-c vergeleken met kwintiel 1, variërend van 1.56 tot 1.81, en in ieder geval was de trend over de kwintielen hoogst statistisch significant.
  • Kwintiel 5 van ASV voor TG was geassocieerd met een verhoogd risico op ieder coronair event vergeleken met kwintiel 1 (HRadj: 1.35; 95%CI: 1.14–1.60; P<0.0006).
  • Voor de secundaire uitkomsten ieder CV event, beroerte, niet-fatale MI en incidente diabetes was de HR hoger in kwintiel 5 van ASV voor TG vergeleken met kwintiel 1, variërend van 1.31 tot 1.98 en in ieder geval was de trend over de kwintielen hoogst statistisch significant.
  • Voor sterfte door alle oorzaken was er een lager HR in kwintiel 5 van ASV voor TG vergeleken met kwintiel 1 (HR: 0.89; 95%CI: 0.64–1.25; P<0.51). Dit resultaat kan het gevolg zijn van een kortere follow-up en dus minder lipidenmetingen in de patiënten die overleden.
  • Het risico voor ieder coronair event was 24% hoger in kwintiel 5 van ASV voor LDL-c vergeleken met kwintiel 1 (HR:1.25; 95%CI:1.07-1.44, P=0.0037)
  • Voor incidente diabetes was de HR voor kwintiel 5 vergeleken met kwintiel 1 van ASV voor LDL-c 1.30 (95%CI: 0.99–1.71; P<0.060).
  • De correlatie tussen TG- en HDL-c-variabiliteit was 0.046, tussen TG- en LDL-c-variabiliteit 0.26, en tussen HDL-c- en LDL-c-variabiliteit was 0.16 (P<0.0001 voor allemaal).
  • HDL-c- en LDL-c-variabiliteit als voorspellers van tijd tot eerste coronaire event: HR voor 1 SD verhoging in ASV voor HDL-c was 1.13 (95%CI: 1.07–1.18; P<0.0001), voor LDL-c 1.10 (95%CI: 1.05–1.16; P<0.0001), en voor TG variabiliteit 1.05 (95%CI: 1.00–1.11; P<0.0495).

Conclusie

De variabiliteit van bezoek tot bezoek van nuchtere metingen van HDL-c, TG en LDL-c is voorspellend voor coronaire events, CV events en TG- en LDL-c-variabiliteit zijn ook voorspellend voor incidente diabetes. De mechanismen die verantwoordelijk zijn voor deze associaties moeten nog worden bepaald.

Referenties

1. Bangalore S, Breazna A, DeMicco DA, et al. Visitto-visit low-density lipoprotein cholesterol variability and risk of cardiovascular outcomes: insights from the TNT trial. J Am Coll Cardiol. 2015;65:1539–1548.

2. Bangalore S, Fayyad R, Messerli FH, et al. Relation of variability of low-density lipoprotein cholesterol and blood pressure to events in patients with previous myocardial infarction from the IDEAL trial. Am J Cardiol. 2017;119:379–387.

3. Waters DD, Guyton JR, Herrington DM, et al. Treating to New Targets (TNT) Study: does lowering low density lipoprotein cholesterol levels below currently recommended guidelines yield incremental clinical benefit? Am J Cardiol. 2004;93:154–158.

4. LaRosa JC, Grundy SM, Waters DD, et al, for the Treating to New Targets (TNT) investigators. Intensive lipid lowering with atorvastatin in patients with stable coronary disease. N Engl J Med. 2005;352:1425–1435.

Vind dit artikel online op J Clin Lipidol

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis