Veiligheidsindicatoren geassocieerd met lager behaalde dosseringen van HF-medicatie bij patiënten met acuut HF
Bij acuut HF-patiënten die hoogintensieve zorg kregen in de STRONG-HF-studie was de aanwezigheid van een veiligheidsindicator geassocieerd met lager behaalde doseringen van HF-medicatie, maar had dit geen invloed op het risico op 180-daagse HF-heropname of sterfte door alle oorzaken.
Safety Indicators in Patients Receiving High-intensity Care After Hospital Admission for Acute Heart Failure: The STRONG-HF TrialLiteratuur - Tomasoni D, Davison B, Adamo M, et al. - J Card Fail. 2023 Oct 9:S1071-9164(23)00342-1. [Online ahead of print] doi: 10.1016/j.cardfail.2023.09.002
Introductie en methoden
Achtergrond en doel van de studie
In de STRONG-HF-studie werd getoond dat een hoogintensievezorgstrategie van snelle optitratie van HF-medicatie en nauwe follow-up het risico op 180-daagse HF-heropname of sterfte door alle oorzaken verlaagde bij patiënten die opgenomen waren voor acuut HF in vergelijking met gebruikelijke zorg [1-2]. Het doel van deze subanalyse van de STRONG-HF-studie was om te onderzoeken wat de effecten zijn van veiligheidsindicatoren op behaalde doseringen van HF-medicatie en klinische uitkomsten bij patiënten die hoogintensieve zorg kregen na een ziekenhuisopname voor acuut HF.
Methoden
De STRONG-HF-studie was een multicenter, open-label studie waarin patiënten die recent opgenomen waren voor acuut HF gerandomiseerd werden voor ontslag naar een hoogintensievezorgarm of een gebruikelijke zorgarm. In de hoogintensievezorgarm (n=542) werd HF-medicatie (bètablokkers, ACEi/ARBs/ARNI, of MRA) 2 dagen voor ontslag snel opgetitreerd naar 50% van de optimale doseringen en naar 100% van de optimale doseringen binnen 2 weken na ontslag. Patiënten hadden follow-up-bezoeken na 1, 2, 3 en 6 weken, en een extra veiligheidsbezoek 1 week na elke optitratie. Optitratie van HF-medicatie werd vertraagd bij aanwezigheid van veiligheidsindicatoren. Deze veiligheidsindicatoren waren: eGFR van<30 mL/min/1,73 m² (n=28), serumkaliumwaarden van <5,0 mmol/L (n=149), SBD van >95 mmHg (n=51), hartslag van <55 bpm (n=46), en NT-proBNP-waarden >10% hoger dan de waarde bij randomisatie (n=223). Patiënten in de hoogintensievezorggroep werden gestratificeerd in 2 groepen afhankelijk van de aanwezigheid van een veiligheidsindicator na 1, 2, 3 of 6 weken.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat van STRONG-HF was een samenstelling van sterfte door alle oorzaken of eerste HF-ziekenhuisheropname na 180 dagen.
Belangrijkste resultaten
- Bij 229 patiënten (42,3%)trad geen veiligheidsindicator op en bij 313 patiënten trad er ≥1 veiligheidsindicator op bij follow-up-bezoeken. Patiënten met ≥1 veiligheidsindicator hadden minder vaak een geschiedenis van HF, hadden vaker ACS, ernstigere symptomen van HF, hogere NYHA-klasse na 1 maand, en een lagere SBD en hartslag op baseline vergeleken met patiënten zonder veiligheidsindicator.
- Patiënten met een veiligheidsindicator behaalden lagere percentages van optimale HF-therapie in vergelijking met patiënten zonder veiligheidsindicator (gemiddeld verschil: -11,0%; 95%BI: -13,6 tor -8,4%; P<0,001). Verschillen tussen de groepen waren zichtbaar vanaf week 2.
- De primaire samengestelde uitkomstmaat kwam voor bij 43 patiënten (15,0%) met een veiligheidsindicator en bij 51 patiënten (14,2%) zonder veiligheidsindicator (HR: 0,84; 95%BI: 0,48-1,46; P=0,54). Afzonderlijke veiligheidsindicatoren hadden geen associatie met de primaire uitkomstmaat.
- Een eGFR van <30 mL/min/1,73 m² was geassocieerd met een verhoogd risico op 180-daagse heropname voor HF (gecorrigeerde HR: 3,60; 95%BI: 1,22-10,60; P=0,02).
- Patiënten met een veiligheidsindicator hadden kleinere verbeteringen in de EQ-5D VAS-score vergeleken met patiënten zonder veiligheidsindicator (aangepast verschil: -3,32 punten; 95%BI: -5,97 tot -0,66; P=0,015).
Conclusie
Deze analyse van de STRONG-HF-studie liet zien dat de aanwezigheid van een veiligheidsindicator tijdens een follow-up-bezoek 1-6 weken na ontslag geassocieerd was met lager behaalde doseringen van HF-medicatie bij patiënten van de hoogintensievezorggroep. De aanwezigheid van een veiligheidsindicator had geen invloed op de incidentie van de primaire uitkomstmaat.
Referenties
1. Kimmoun A, Cotter G, Davison B, et al. Safety, Tolerability and efficacy of Rapid Optimization, helped by NT-proBNP and GDF-15, of Heart Failure therapies (STRONG-HF): rationale and design for a multicentre, randomized, parallel-group study. Eur J Heart Fail. 2019;Nov;21(11):1459-1467.
2. Mebazaa A, Davison B, Chioncel O, et al. Safety, tolerability and efficacy of up-titration of guideline-directed medical therapies for acute heart failure (STRONG-HF): a multinational, open-label, randomised, trial. Lancet. 2022;400(10367):1938-1952.