Vergelijkbare bloeddrukverlagingen na renale denervatie in verschillende CV risicogroepen
Deze post-hoc analyse liet vergelijkbare bloeddrukverlagingen zien na renale denervatie (RDN) voor verschillende hoog CV risico-subgroepen en ASCVD risicoscores. De verlagingen hielden aan tot 3 jaar na RDN.
Renal Denervation in High-Risk Patients With HypertensionLiteratuur - Mahfoud F, Mancia G, Schmieder R et al., - J Am Coll Cardiol. 2020. doi.org/10.1016/j.jacc.2020.04.036
Introductie en methoden
Veiligheid en werkzaamheid op korte termijn van renale denervatie (RDN) voor patiënten met ongecontroleerde hypertensie en relatief weinig comorbiditeiten zijn recent geverifieerd in drie verschillende sham-gecontroleerde trials [1-3]. Het is echter onduidelijk gebleven of comorbiditeiten geassocieerd met verhoogde sympathische activiteit of algemeen hoger CV risico het bloeddrukverlagend effect van RDN kunnen beïnvloeden. Het is ook niet bekend of het bloeddrukverlagend effect van RDN blijft aanhouden bij patiënten met dergelijke comorbiditeiten [4].
De Global proSpective registrY for syMPathetic renaL denervatIon in seleCted IndicatIons Through 3 Years Registry (GSR) trial evalueerde bloeddrukverlaging op korte- en lange termijn, klinische events en nadelige events (AE’s) bij patiënten die RDN ondergingen [5]. In deze lopende, internationale, eenarmige trial worden patiënten (n=2652) met ongecontroleerde hypertensie en/of aandoeningen geassocieerd met activering van het sympathische zenuwstelsel gevolgd tot 3 jaar na RDN. In de GSR trial werd ongecontroleerde hypertensie gedefinieerd als bloeddruk boven de aanbevolen waarden (ongeacht therapie) volgens gepubliceerde lokale richtlijnen op het moment van inschrijving. Patiënten met activering van het sympathische zenuwstelsel waren diegenen met diabetes, congestief HF, CKD, obstructieve slaapapneu of hartritmestoornissen.
Deze post-hoc analyse van de GSR trial evalueerde of RDN (aanhoudend) effectief was bij patiënten met verschillende comorbiditeiten en baseline CV risico. Veranderingen in systolische bloeddruk (SBP) in de tijd werden geanalyseerd voor verschillende hoog risico-subgroepen, waaronder oudere patiënten (leeftijd ≥65 jaar) (n=1059), patiënten met AF (n=317), T2DM (n=978), ernstige therapieresistente hypertensie (office SBP >150 mm Hg ondanks voorschrift van 3 antihypertensiva (n=1822), CKD (geschatte GFR<60 mL/min/1,73 m2) (n=609) en geïsoleerde systolische hypertensie (ISH) (baseline office SBP ≥140 mm Hg en diastolische BP <90 mm Hg) (n=995). Deze patiënten werden vergeleken met patiënten <65 jaar en met patiënten die niet aan de genoemde klinische criteria voldeden. Verandering in SBP werd ook geanalyseerd, gestratificeerd naar baseline atherosclerotische cardiovasculaire ziekte (ASCVD) risicoscore (<10%, ≥10 tot <20% en ≥20% risicoscore) [6]. Ten slotte werden na 3 jaar AE’s geanalyseerd bij de verschillende hoog risico-subgroepen en bij patiënten met verschillende baseline ASCVD risicoscores.
Belangrijkste resultaten
- Na 3 jaar was verlaging in 24-uur SBP -8,9±20,1 mm Hg (95%CI: -10,7 tot -7,1) voor het totale cohort, -10,4±21 (95%CI: -12,7 tot -8,0) voor resistente hypertensie, -8,7±17,4 (95%CI: -11,1 tot -6,2) bij patiënten van ≥65 jaar, -10,2±17,9 (95%CI: -12,7 tot -7,7) voor T2DM, -8,6±18,7 (95%CI: -11,2 tot -6,0) voor ISH, -10,1±20,3 (95%CI: -13,8 tot -6,3) voor CKD en -10,1±19,1 (95%CI: -14,5 tot -5,4) voor AF (P <0,0001 vergeleken met baseline voor alle waarden).
- Vergelijkbare verlagingen in office- en 24-uur SBP werden gezien tussen subgroepen (leeftijd <65 vs. leeftijd ≥65 jaar, ISH vs. geen ISH, AF vs. geen AF, T2DM vs. geen T2DM). De verlagingen hielden aan tot follow-up van 3 jaar.
- Voor verschillende ASCVD risicoscores bij baseline waren er vergelijkbare verlagingen in office- en 24-uur SBP na 6, 12, 24 en 36 maanden.
- Individuen met de hoogste baseline ASCVD risicoscores (≥20%) hadden hogere sterftecijfers na 3 jaar (8,4%, P<0,001), meer CV sterfte (4,5%, P=0,002) en meer ziekenhuisopname voor nieuw HF (5,3%, P=0,03) of AF (6,3%, P=0,003) vergeleken met individuen met lagere baseline ASCVD risicoscores (<10% en ≥10 tot <20%).
- AE's na 3 jaar waren vergelijkbaar tussen subgroepen, maar met uitzonderingen: patiënten met T2DM vs. zonder T2DM hadden hogere percentages voor MI (4% vs. 1,6%, P=0,002), eindstadium nierfalen (2,8 % vs. 1,0%, P=0,005) en verhoogde creatininespiegels (2,4% vs. 0,8%, P=0,007). Sterfte en CV sterfte percentages na 3 jaar waren hoger voor patiënten van ≥65 jaar vs. patiënten<65 jaar (sterfte: 9,2% vs. 3,1%, P <0,001; CV sterfte: 4,6% vs. 1,7%, P <0,001) en voor patiënten met T2DM vs. zonder T2DM (sterfte: 7,1% vs. 4,5%, P=0,02; CV sterfte: 4% vs. 2%, P=0,01). Patiënten met AF vs. zonder AF hadden hogere sterfte percentages (9,2% vs. 3,1%, P <0,001). Patiënten met ISH hadden hogere CV sterfte percentages dan patiënten zonder ISH (4,0% vs. 2,2%, P=0,04).
Conclusie
Verlagingen van 24-uur SBP na RDN waren vergelijkbaar in patiënten met verschillende hoog risico-comorbiditeiten. Vergelijkbare office- en 24-uur SBP verlagingen werden ook gezien bij patiënten met verschillende ASCVD risicoscores. Bloeddrukverlagingen met RDN in de verschillende subgroepen hielden tenminste 3 jaar aan. Klinische events na RDN namen toe met toenemende ASCVD risicoscore.
Referenties
1. Townsend RR, Mahfoud F, Kandzari DE, et al. Catheter-based renal denervation in patients with uncontrolled hypertension in the absence of antihypertensive medications (SPYRAL HTN-OFF MED): a randomised, sham-controlled, proof-ofconcept trial. Lancet 2017;390:2160–70.
2. Azizi M, Schmieder RE, Mahfoud F, et al. Endovascular ultrasound renal denervation to treat hypertension (RADIANCE-HTN SOLO): a multicentre, international, single-blind, randomised, sham-controlled trial. Lancet 2018;391:2335–45.
3. Kandzari DE, Böhm M, Mahfoud F, et al. Effect of renal denervation on blood pressure in the presence of antihypertensive drugs: 6-month efficacy and safety results from the SPYRAL HTN-ON MED proof-of-concept randomised trial. Lancet 2018;391:2346–55.
4. Singh RR, McArdle ZM, Iudica M, et al. Sustained decrease in blood pressure and reduced anatomical and functional reinnervation of renal nerves in hypertensive sheep 30 months after catheter-based renal denervation. Hypertension 2019;73:718–27.
5. Böhm M, Mahfoud F, Ukena C, et al. Rationale and design of a large registry on renal denervation: the Global SYMPLICITY registry. Euro-Intervention 2013;9:484–92.
6. Stone NJ, Robinson JG, Lichtenstein AH, et al. 2013 ACC/AHA guideline on the treatment of blood cholesterol to reduce atherosclerotic cardiovascular risk in adults: a report of the American
College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines. J Am Coll Cardiol 2014;63 Pt B:2889–934.