Vergelijkbare effecten van training op inspanningstestduur en klinische uitkomsten in HFrEF, ongeacht de fysieke inspanning bij baseline
In een gerandomiseerde trial verbeterde een programma, met thuisgebaseerde trainingsoefeningen onder begeleiding, significant inspanningstestduur, maar het had geen effect op klinische events met vergelijkbare effecten in alle tertielen voor fysieke inspanning bij baseline in HFrEF patiënten.
Influence of Baseline Physical Activity Level on Exercise Training Response and Clinical Outcomes in Heart Failure: The HF-ACTION TrialLiteratuur - Mediano MFF, Leifer ES, Cooper LS et al. - JACC: Heart Failure. 2018: 6(12); 1011-1019
Introductie en methoden
Hoewel is aangetoond dat aerobe training functionele capaciteit verbetert en mogelijk klinische events verlaagt in patiënten met chronisch hartfalen (HF), blijft de invloed op mortaliteitsreductie tegenstrijdig [1-3]. Deze tegenstrijdige observaties kunnen deels worden verklaard door verschillen in lichaamsbeweging (PA) bij baseline, omdat PA-waarden belangrijke voorspellers zijn voor klinische en mortaliteitsuitkomsten in HF patiënten [4-6]. De invloed van baseline PA-waarden op het trainingseffect is echter onbekend bij patiënten met HF. Deze secundaire analyse van de Heart Failure-A Controlled Trial Investigating Outcomes of Exercise TraiNing (HF-ACTION) trial evalueerde daarom de invloed van baseline PA-waarden op trainings-geïnduceerde effecten en klinische events in poliklinische patiënten met HFrEF.
De multicenter, internationale, gerandomiseerde HF-ACTION trial includeerde 2331 stabiele poliklinische patiënten van de Verenigde Staten, Canada en Frankrijk met LVEF <35% en symptomen van NYHA functionele klassen II tot IV ondanks optimale HF behandeling, die aangaven niet meer dan eenmaal per week middelmatige tot hoge-intensiteitsinspanning te hebben geleverd gedurende de voorgaande zes weken. Geschikte patiënten (n=1494) werden gerandomiseerd naar training (50.3%) of standaardzorg (49.7%). Training bestond uit drie sessies per week van loopbandtraining of fietstraining op een hometrainer onder begeleiding, gevolgd door gelijktijdige thuisgebaseerde oefeningen tweemaal per week gedurende de eerste 36 sessies en deelnemers werden dan volledig overgezet op een thuisgebaseerd-trainingsprogramma voor vijf dagen per week gedurende twee tot vier jaar. Deelnemers werden verder ingedeeld in tertielen op basis van zelfgerapporteerde PA bij baseline met behulp van de International Physical Activity Questionnaire–Short Form (IPAQ-SF). De mediane follow-up was 30.5 maanden.
In de secundaire analyse bestonden eindpunten uit primaire (mortaliteit door alle oorzaken of ziekenhuisopname door alle oorzaken) en secundaire (CV mortaliteit of CV ziekenhuisopname en de samenstelling van CV mortaliteit of HF ziekenhuisopname) uitkomsten van de HF-ACTION trial, en veranderingen in inspanningscapaciteit gedurende de follow-up (3 en 12 maanden) die werden gemeten door piek-zuurstofopname (VO2), cardiopulmonaire inspanningstest (CPET)-duur en een 6-minuten looptest (6MWT)-afstand.
Belangrijkste resultaten
Baseline PA en effect van training op inspanningscapaciteit
- Een trend werd gezien richting voordelige effecten van training in alle baseline PA-tertielen, hoewel alleen CPET-duur significant verbeterd was in alle drie de tertielen, in vergelijking met standaardzorg.
- Er werden geen verschillen in trainingseffecten gezien tussen baseline PA tertielen, behalve voor piek VO2 in de middelste versus laagste baseline PA tertielen na 3 maanden in vergelijking met standaardzorg, hoewel dit effect niet langer significant was na multivariabele correctie.
Baseline PA en effect van training op mortaliteit/ziekenhuisopname
- In zowel het middelste als hoogste baseline PA-tertiel werden lagere aantallen van mortaliteit en ziekenhuisopname gezien, in vergelijking met het laagste tertiel. Na multivariabele analyse, werd echter alleen significant minder CV mortaliteit of CV ziekenhuisopname (HR: 0.82, 95%CI: 0.68-0.99) gezien in de middelste baseline PA-tertiel, in vergelijking met het laagste tertiel.
- Binnen de tertielen werden geen significante verschillen in klinische eventsuitkomsten gezien tussen de trainingsgroep en groep met standaardzorg. Er was een lager risico voor CV mortaliteit en ziekenhuisopname voor HF in het laagste PA tertiel, maar dit was niet langer significant na multivariabele correctie.
Conclusie
In de ACTION-HF trial was een hogere PA bij baseline geassocieerd met een beter klinisch profiel in stabiele poliklinische patiënten met HFrEF. Een programma met thuisgebaseerde training onder begeleiding verbeterde significant inspanningstestduur in vergelijkbare mate in alle baseline PA-tertielen, maar significante verschillen in klinische uitkomsten werden niet gezien in PA-tertielen tussen subgroepen gerandomiseerd naar training versus standaardzorg.
Referenties
1. O’Connor CM, Whellan DJ, Lee KL, et al. Efficacy and safety of exercise training in patients with chronic heart failure: HF-ACTION randomized controlled trial. J AmMed Assoc 2009;301:1439–50.
2. Belardinelli R, Georgiou D, Cianci G, Purcaro A. 10-year exercise training in chronic heart failure: a randomized controlled trial. J Am Coll Cardiol 2012;60:1521–8.
3. Fleg JL, Cooper LS, Borlaug BA, et al. Exercise training as therapy for heart failure: current status and future
4. Lee IM, Shiroma EJ, Lobelo F, et al. Effect of physical inactivity on major non-communicable diseases worldwide: an analysis of burden of disease band life expectancy. Lancet 2012;380: 219–29.
5. Ingle L, Carroll S, Stamatakis E, Hamer M. Benefit of adding lifestyle-related risk factors for
prediction of cardiovascular death among cardiac patients. Int J Cardiol 2013;163:196–200.
6. da Silva VZ, Lima AC, Vargas FT, Cahalin LP, Arena R, Cipriano G Jr. Association between
physical activity measurements and key parameters of cardiopulmonary exercise testing in patients with heart failure. J Cardiac Fail 2013;19:635–40.