Virtuele histologie onthult geen PCSK9-remming-geïnduceerde veranderingen in plaquesamenstelling
In een GLAGOV-substudie toonde IVUS-gebaseerde virtuele histologie regressie van coronaire atherosclerose aan, maar geen veranderingen in samenstelling van plaque, in patiënten behandeld met evolucumab, in vergelijking met placebo.
Effect of Evolocumab on Coronary Plaque CompositionLiteratuur - Nicholls SJ, Puri R, Anderson T et al. - J Am Coll Cardiol. 2018; 72. DOI: 10.1016/j.jacc.2018.06.078
Introductie en methoden
PCSK9 reguleert cholesterolhomeostase door recycling van LDL-receptoren naar het hepatocytenoppervlak te remmen [1-3]. Onlangs is met intravasculaire ultrasound (IVUS) aangetoond dat extra verlaging van LDL-c met het PCSK9-antilichaam evolocumab resulteerde in regressie van coronaire atherosclerose in patiënten behandeld met statines [4].
Plaques geassocieerd met acuut coronair syndroom bevatten vaak lipiden, inflammatoir en necrotisch materiaal [5], een fenomeen waarnaar wordt verwezen als kwetsbare plaques. Pogingen worden gedaan om hoog-risico plaques te identificeren en om therapieën te ontwikkelen die fenotypische veranderingen in plaques teweeg kunnen brengen, richting stabilisatie [6]. Ultrasound-gebaseerde virtuele histologie (VH) is gevalideerd voor gebruik om necrotische, fibrofatty, fibreuze en dense calciumcomponenten van plaques te onderzoeken, zoals in conventionele histologie [7].
Deze vooraf gespecificeerde subanalyse van de GLAGOV (Global Assessment of Plaque Regression With a PCSK9 Antibody as Measured By Intravascular Ultrasound) [4,8] studie gebruikte VH analyse om effecten van behandeling met evolocumab op de samenstelling van coronaire atherosclerose in patiënten op optimale statinetherapie te karakteriseren, met als doel om te bepalen of VH beeldvorming extra informatie geeft ten opzichte van volumetrische intravasculaire ultrasound (IVUS). Geschikte patiënten hadden >20% stenose op IVUS in een target, niet-culprit coronaire arterie ten tijde van een klinisch geïndiceerd coronair angiogram, LDL-c ≥80 mg/dL of 60-80 mg/dL als ze ofwel 1 majeure of 3 mineure risicofactoren voor ziekteprogressie hadden. Patiënten werden gerandomiseerd naar 420 mg evolocumab SC per maand of placebo gedurende 76 weken. Twee weken na het einde van de behandeling werd een einde-studie IVUS-onderzoek uitgevoerd in dezelfde coronaire arterie.
Belangrijkste resultaten
- LDL-c was verlaagd met 62.8% (van 90.9 tot 33.5 mg/dL) in de evolocumab-groep, in vergelijking met geen verandering bij patiënten behandeld met placebo. Gunstigere significante veranderingen werden ook gezien met evolocumab vs. placebo voor HDL-c (+11.6% versus + 7.5%), triglyceriden (-11.5% vs. +2.7%) en lipoproteïne(a) (-22.7% vs. -2.5%)
- Een significante afname in procent atheromavolume (PAV) werd gezien met evolocumab vs. placebo (-1.20% vs. + 0.17%, P<0.0001). Het totale atheromavolume (TAV) nam ook af met de PCSK9-remmer (-3.6 mm³ vs. -0.8 mm³, P=0.04).
- Meer patiënten behandeld met evolocumab vertoonden regressie van PAV (68.3% vs. 46.1%, P <0.0001) en TAV (64.6% VS 53.3%, P=0.04).
- Er werden geen significante verschillen gezien tussen behandelgroepen met betrekking tot veranderingen in dense calcium, fibreus, fibrofatty en necrotische kern-volume.
- Er werden geen significante verschillen gezien tussen behandelgroepen met betrekking tot nominale veranderingen in het percentage dense calcium, fibreus, fibrofatty en necrotisch materiaal van de plaque.
- In de primaire GLAGOV analyse vertoonden patiënten met baseline LDL-c <70 mg/dL nominaal grotere plaqueregressie na behandeling met evolocumab. Exploratieve analyses in deze subgroep vertoonden geen significant verschil tussen behandelgroepen in verandering van necrotische kern-volume, hoewel een significante reductie werd gezien met evolocumab (-2.9 mm3 vs. +0.4 mm3 met placebo, P=0.08 voor vergelijking van groepen). Het volume van fibrofatty of fibreus materiaal verschilde ook niet significant tussen de groepen.
Conclusie
Deze studie bevestigde dat behandeling met evolocumab een robuuste LDL-c-verlaging en regressie van coronaire atherosclerose gaf in patiënten behandeld met statines. Er werden geen significante verschillen in plaquesamenstelling tussen behandelgroepen gedetecteerd met VH beeldvorming. Dit is de grootste VH analyse die tot op heden is uitgevoerd, en het ontbreken van gedetecteerde verschillen in samenstelling van de plaque suggereert dat de beeldvormingstechniek VH er niet in slaagt eventuele extra voordelen van lipidenverlagende therapieën te karakteriseren.
Redactioneel commentaar
In een redactioneel commentaar [8] bespreken Stone et al. de bruikbaarheid van radiofrequentie (RF) IVUS voor detectie van kwetsbare plaques en voor sturing van behandeling van deze plaques en kwetsbare patiënten, zowel op basis van de studie van Nicholls en collega's, als een studie van Schuurman et al. naar de 5-jaarsuitkomsten van AtheroRemo-IVUS (The European Collaborative Project on Inflammation and Vascular Wall Remodeling in Atherosclerosis–Intravascular Ultrasound) [9]. We verwijzen naar het redactionele commentaar voor een kritische beoordeling van deze techniek en argumenten waarom deze wellicht niet van voldoende toegevoegde waarde is voor genoemde doeleinden.
Referenties
1. Abifadel M, Varret M, Rabes JP, et al. Mutations in PCSK9 cause autosomal dominant hypercholesterolemia. Nat Gen 2003;34:154–6.
2. Maxwell KN, Breslow JL. Adenoviral-mediated expression of Pcsk9 in mice results in a lowdensity
lipoprotein receptor knockout phenotype. Proc Natl Acad Sci U S A 2004;101:7100–5.
3. Seidah NG, Benjannet S, Wickham L, et al. The secretory proprotein convertase neural apoptosis regulated convertase 1 (NARC-1): liver regeneration and neuronal differentiation. Proc Natl Acad
Sci U S A 2003;100:928–33.
4. Nicholls SJ, Puri R, Anderson T, et al. Effect of evolocumab on progression of coronary disease in
statin-treated patients: the GLAGOV randomized clinical trial. JAMA 2016;316:2373–84.
5. Libby P, Pasterkamp G. Requiem for the ’vulnerable plaque.’. Eur Heart J 2015;36:2984–7.
6. Falk E, Shah PK, Fuster V. Coronary plaque disruption. Circulation 1995;92:657–71.
7. Nair A, Kuban BD, Tuzcu EM, Schoenhagen P, Nissen SE, Vince DG. Coronary plaque classification
with intravascular ultrasound radiofrequency data analysis. Circulation 2002;106:2200–6.
8. Stone GW, Mintz GS and Virmani R. Vulnerable Plaques, Vulnerable Patients, and Intravascular Imaging. J Am Coll Cardiol. 2018; 72. DOI: 10.1016/j.jacc.2018.09.010
9. Schuurman AS, Vroegindewey M, Kardys I, et al. Near-infrared spectroscopy-derived lipid core burden index predicts adverse cardiovascular outcome in patients with coronary artery disease
during long-term follow-up. Eur Heart J 2018;39:295–302.