Cardiovasculaire Geneeskunde.nl
Een internationale multidisciplinaire werkgroep heeft nieuwe consensusaanbevelingen gepubliceerd voor de behandeling van diabetes, cardiorenale en/of metabole (DCRM) ziekten.
EAS-congres 2024 Volgens prof. Peter Libby zijn het boeiende tijden om het residueel inflammatoir risico aan te pakken. Hij deelt zijn visie op anti-inflammatoire therapieën voor ASCVD-preventie.
Bij personen met hypertensie en een verhoogd HVZ-risico, maar zonder HVZ, werden jaarlijkse variaties in de NT-proBNP- en hs-cTnT-waarden niet beïnvloed door de eGFR.
EAS-congres 2024 In een Deense, populatiegebaseerde Mendeliaanse-randomisatiestudie was een hogere Lp(a)-waarde zowel observationeel als genetisch geassocieerd met een hoger risico op CNS.
ERA 2024 In een post-hocanalyse van EMPA-KIDNEY verminderde empagliflozine verslechtering van nierziekte of cardiovasculaire sterfte bij patiënten met CNS vergeleken met placebo, ongeacht frailty of multimorbiditeit.
ERA 2024 De ZENTITH CKD-studie toonde een vermindering van 27% in UACR aan met de combinatie van de endotheline A-receptorantagonist zibotentan plus dapagliflozine vergeleken met dapagliflozine alleen bij patiënten met CNS. Wat zijn de bevindingen van een analyse van effecten op cardiometabole markers?
EAS-congres 2024 In een Mendeliaanse randomisatiestudie werden verhoogde Lp(a)-waarden in verband gebracht met een hoger risico op CNS. “In onze studie vonden we een causaal verband”, zegt Anne Langsted.
ERA 2024 Eerdere analyses van CVOT's hebben gesuggereerd dat GLP-1RA's niergerelateerde uitkomsten verminderen bij patiënten met DM2, maar gegevens van specifieke studies naar nieruitkomsten ontbraken. Op het ERA-congres 2024 werden de bevindingen van de FLOW-studie met semaglutide gepresenteerd.
De KDIGO 2024-richtlijn voor de evaluatie en management van CNS is gepubliceerd, een update van de vorige KDIGO 2012-richtlijn.
In een vooraf gespecificeerde analyse van DAPA-CKD bij patiënten met CNS en albuminurie resulteerde dapagliflozine in een placebogecorrigeerde verlaging van de systolische bloeddruk met ~3 mmHg. De gunstige behandeleffecten waren aanwezig bij verschillende baseline-bloeddrukniveaus.
Wat is het cardiovasculair-nier-metaboolsyndroom en hoe behandel je het? Prof. dr. Daniël van Raalte legt het uit aan de hand van een casus.
Dr. Nordin Hanssen presenteert een casus van een patiënt met overgewicht, DM2, hypertensie en dyslipidemie en met een voorgeschiedenis van STEMI. Wat is er behandelbaar bij deze patiënt?
