Hoger risico op totale en oorzaak-specifieke sterfte met koolhydraatarme diëten
Consumptie van koolhydraatarme diëten (LCD’s) was geassocieerd met hoger risico op totale, CHD, cerebrovasculaire en kanker-sterfte in volwassenen, wat werd aangetoond met zowel individuele als gepoolde data.
Lower carbohydrate diets and all-cause and cause-specific mortality: a population-based cohort study and pooling of prospective studiesLiteratuur - Mazidi M, Katsiki N, Mikhailidis DP et al. - Eur Heart J 2019: doi:10.1093/eurheartj/ehz174
Introductie en methoden
Hoewel consumptie van koolhydraatarme diëten (LCD’s) met een hoog eiwit- en vetgehalte effectief blijkt in het stimuleren van gewichtsverlies en het verlagen van cardiometabool risico [1,2], is de veiligheid op lange termijn niet duidelijk gerapporteerd [3]. Bovendien hebben enkele studies een hoger risico op CVD, totale en kankermorbiditeit en -mortaliteit met LCD’s gesuggereerd [4-9]. Deze associaties kunnen verschillen voor verschillende studiepopulaties [3,4].
Omdat de bewijsvoering niet volledig is en omdat gerandomiseerde trials om het effect van LCD op mortaliteit te onderzoeken niet haalbaar zijn, beoogde deze studie om prospectief het verband tussen LCD en totale en oorzaak-specifieke sterfte te onderzoeken in een groot en landelijk representatief VS cohort, evenals door een systematische review en meta-analyse van prospectieve cohortstudies met LCD en mortaliteit uit te voeren.
Individuele data
Individuele data van LCD’s en risico op mortaliteit werden verkregen van de US National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES). De huidige analyse gebruikte data van 2-jaars NHANES vragenlijstcycli tussen 1999-2010, met inclusie van 24.825 patiënten ≥20 jaar die werden gevolgd voor 144 maanden. Informatie over dieetconsumptie werd verkregen door een getrainde interviewer, met behulp van een computer-geassisteerd dieet-interviewsysteem, en gekoppeld aan mortaliteitsdata van Medicare. Eindpunten waren sterfte door alle oorzaken, evenals sterfte door coronaire hartziekten (CHD), kanker, en cerebrovasculaire ziekte. Een LCD-score werd berekend om energie-gecorrigeerde inname van eiwitten, vet en koolhydraten te schatten voor elke deelnemer, met een maximale score van 30. Voor consumptie van koolhydraten werd een score toegekend van 10 (laagste consumptie) tot 0 (hoogste consumptie), terwijl voor eiwit- en vetinname een score werd toegekend van 0 (laagste consumptie) tot 10 (hoogste consumptie). Deelnemers werd ingedeeld in kwartielen, op basis van LCD-score:
- Q1: mediane LCD score van 12, 367 g koolhydraten/dag, 77 g eiwit/dag, 73 g vet/dag [referentie]
- Q2: mediane LCD score van 15, 245 g koolhydraten/dag, 69 g eiwit/dag, 65 g vet/dag
- Q3: mediane LCD score van 18, 205 g koolhydraten/dag, 72 g eiwit/dag, 70 g vet/dag
- Q4: mediane LCD score van 21, 214 g koolhydraten/dag, 103 g eiwit/dag, 105 g vet/dag
Gepoolde prospectieve studies
Een meta-analyse van 9 prospectieve cohortstudies (n= 462.934) onderzocht LCD en risico op totale en oorzaak-specifieke sterfte door LCD. Inclusie was gebaseerd op koolhydraatinname gemeten met de LCD-score, populatie-gebaseerde cohortstudies en gerapporteerde totale en oorzaak-specifieke mortaliteitsdata, en melding van RR, HR of OR schattingen met 95%CI gecorrigeerd voor multivariabele factoren. Deelnemers waren >18 jaar bij baseline en hadden geen eerdere CHD, diabetes of enige andere chronische ziekte. Gemiddelde follow-up was 16.1 jaar (range: 4.9-29 jaar).
Belangrijkste resultaten
Individuele data van LCD en mortaliteit (multivariabele Cox regressieresultaten worden gepresenteerd)
- Resultaten tonen hoger risico op totale en oorzaak-specifieke sterfte met hogere LCD-scores. Merk op dat de hoeveelheid koolhydraatconsumptie niet stapsgewijs afnam met hogere LCD-scores (dus: Q3: 205 g/dag en Q4: 214 g/dag).
- Individuen in Q4 hadden het hoogste risico op totale mortaliteit (Q4 HR: 1.32, 95%CI: 1.14-2.01, Q3 HR: 1.19, 95%CI: 1.09-1.82, Q2 HR: 1.09, 95%CI: 1.02-1.64, P-trend<0.001), in vergelijking met de Q1 referentie.
- Diegenen in Q4 hadden een HR van 1.51 (95%CI: 1.19-1.91) voor CHD mortaliteit, een HR van 1.50 (95%CI: 1.12-2.31) voor cerebrovasculaire mortaliteit en een HR van 1.35 (95%CI: 1.06-1.69) voor kanker mortaliteit, in vergelijking met Q1 (alle P-trend<0.001).
- Lage koolhydraat- en hoge eiwitconsumptie werd gemeten met de LC/HP score. Consumptie van een LC/HP-dieet was positief geassocieerd met sterfte door alle oorzaken (HR Q4: 1.21, 95%CI: 1.04-1.39), evenals met CHD (HR Q4: 1.44, 95%CI: 1.02-2.09), cerebrovasculaire (HR Q4: 1.41, 95%CI: 1.09-1.72) en kanker (HR Q4: 1.22, 95%CI: 1.02-1.48) mortaliteit, in vergelijking met de referentie (alle P-trend<0.001).
Gepoolde prospectieve data van LCD en mortaliteit
- LCD score was positief geassocieerd met sterfte door alle oorzaken (RR: 1.22, 95%CI: 1.07-1.39, P<0.001 [8 studies, I²=8.6, P=0.912]), CVD mortaliteit (RR: 1.13, 95%CI: 1.02-1.24, P=0.014 [6 studies, I²=11.2, P=0.849]) en kanker mortaliteit (RR: 1.08, 95%CI: 1.01-1.15, P=0.02 [3 studies, I²=10.3, P=0.902]).
- LC/HP-dieet was positief geassocieerd met sterfte door alle oorzaken (RR: 1.16, 95%CI: 1.07-1.26, P<0.001, geen heterogeniteit), evenals met CVD (RR: 1.35, 95%CI: 1.07-1.69, P<0.001 [I²=21.5, P=0.736]). Daarentegen liet de relatie tussen LC/HP-dieet en kankermortaliteit alleen een trend zien (RR: 1.03, 95%CI: 0.99-1.07, P=0.084 [I²= 57.3, P=0.036]).

Conclusie
Zowel individuele als gepoolde data toonden een associatie van LCD’s met hoger risico op totale en oorzaak-specifieke (CHD, cardiovasculaire en kanker) sterfte in volwassenen. Dit roept de vraag op of deze diëten routinematig moeten worden aanbevolen in de klinische praktijk gezien hun kortetermijneffecten op gewichtsverlies, totdat deze mogelijke schadelijke langetermijnuitkomsten verder zijn geëvalueerd.
Volgens de auteurs zijn potentiële mechanismen die de schadelijke effecten van LCD’s mediëren een lagere inname van vezels en fruit en hogere consumptie van dierlijk eiwit, cholesterol en verzadigd vet, welke allemaal risicofactoren voor mortaliteit en CVD zijn [10].
Referenties
1. Clifton PM, Condo D, Keogh JB. Long term weight maintenance after advice to consume low carbohydrate, higher protein diets–a systematic review and metaanalysis. Nutr Metab Cardiovasc Dis 2014;24:224–235.
2. Santos FL, Esteves SS, da Costa Pereira A, et al. Systematic review and meta-analysis of clinical trials of the effects of low carbohydrate diets on cardiovascular risk factors. Obes Rev 2012;13:1048–1066.
3. Nakamura Y, Okuda N, Okamura T, et al. Low-carbohydrate diets and cardiovascular and total mortality in Japanese: a 29-year follow-up of NIPPON DATA80. Br J Nutr 2014;112:916–924.
4. Li S, Flint A, Pai JK, et al. Low carbohydrate diet from plant or animal sources and mortality among myocardial infarction survivors. J Am Heart Assoc 2014;3:e001169.
5. Lagiou P, Sandin S, Weiderpass E, et al. Low carbohydrate-high protein diet and mortality in a cohort of Swedish women. J Intern Med 2007;261:366–374.
6. Trichopoulou A, Psaltopoulou T, Orfanos P, et al. Lowcarbohydrate- high-protein diet and long-term survival in a general population cohort. Eur J Clin Nutr 2007;61:575–581.
7. Fung TT, van Dam RM, Hankinson SE, et al. Lowcarbohydrate diets and all-cause and cause-specific mortality: two cohort studies. Ann Intern Med 2010;153:289–298.
8. Sjogren P, Becker W, Warensjo E, et al. Mediterranean and carbohydrate-restricted diets and mortality among elderly men: a cohort study in Sweden. Am J Clin Nutr 2010;92:967–974.
9. Nilsson LM, Winkvist A, Eliasson M, et al. Low-carbohydrate, high-protein score and mortality in a northern Swedish population-based cohort. Eur J Clin Nutr 2012;66:694–700.
10. McCullough ML, Feskanich D, Stampfer MJ, et al. Diet quality and major chronic disease risk in men and women: moving toward improved dietary guidance. Am J Clin Nutr 2002;76:1261–1271.