COMPARE: Losartan vermindert aortadilatatie bij patiënten met syndroom van Marfan
Nieuws - 2 sep. 2013
COMPARE: Effect of losartan on aortic dilatation rate in adults with Marfan Syndrome
Gepresenteerd door: Maarten GROENINK (Amsterdam, NL) |
Expert opinie: Prof.dr. Barbara Mulder (AMC, Amsterdam, NL)
"Behandeling met losartan is aangewezen bij volwassen patiënten met het Marfan syndroom, zowel degenen die nog niet eerder geopereerd zijn, als degenen die een electieve aortawortel vervanging hebben ondergaan."Achtergrond
Het syndroom van Marfan is een bindweefselaandoening als gevolg van een mutatie in het Fibrillin-1 gen, die meerdere organen aantast. Veel problemen worden echter veroorzaakt door aortadilatatie. Dit kan tot aortadissectie en plotselinge sterfte leiden.Het verlagen van de bloeddruk is een belangrijke behandelstrategie in deze patiënten. Losartan is een veel gebruikt bloeddrukverlagend middel. In een muismodel werd gezien dat losartan aortadilatatie verminderde richting een bijna normale aortawandarchitectuur.
De prospectieve, gerandomiseerde COMPARE (COzaar in Marfan PAtients Reduces aortic Enlargement) studie onderzocht of losartan aortadilatatie kan beperken in patiënten met het syndroom van Marfan. 116 patiënten werden gerandomiseerd naar dagelijks losartan 100 mg in aanvulling op standaard therapie (vaak bètablokkers), en 117 patiënten naar geen aanvullende therapie.
Belangrijkste resultaten
- Na 3 jaar lieten patiënten die losartan hadden gekregen een significant verminderde aortadilatatie zien (0.77 mm vs. 1.35 mm, p=0.014 voor patiënten die nog niet eerder waren geopereerd.
- Eenzelfde effect werd gezien bij patiënten die een aortawortel vervanging hadden ondergaan.
- 50% van de patiënten op losartan liet geen verdere groei van de aortawortel zien in de 3 jaar follow-up ten opzichte van 31% van controles (P=0.022).
Conclusie
Losartan verminderde aortadilatatie na 3 jaar ten opzichte van standaardbehandeling in patiënten met Marfan Syndroom. Dit goedkope middel met bekend bijwerkingenprofiel kan een groot verschil maken in de behandeling van deze ernstige risicofactor bij deze patiënten. In deze studie werd erg weinig CV events gezien. Een langere follow-up moet uitwijzen of losartan de klinische uitkomst verbetert.In de paneldiscussie werd gespeculeerd over het mechanisme, of losartan puur hemodynamische of ook biochemische effecten heeft. Veel Marfan patiënten ontvangen bètablokkers. De bloeddruk was inderdaad lager in patiënten die losartan ontvingen, maar dit was niet gecorreleerd aan de mate van dissectie. Zeer waarschijnlijk spelen biochemische veranderingen dus ook een rol.
Er werd nog toegevoegd dat het zeer waarschijnlijk loont om vroeg te beginnen met deze behandeling, aangezien de aortawand niet alleen beschadigd is door het fibrilline-defect, maar ook door slijtage-effecten in de tijd.
Dr. Groenink zegt zelf alle patiënten met syndroom van Marfan losartan te willen geven, aangezien een subanalyse liet zien dat ook patiënten die geen bètablokker kregen profijt hadden van behandeling met losartan.
Webcast • ESC Amsterdam 2013
Deel deze pagina met collega's en vrienden: