In een secundaire analyse van EMPACT-MI onder patiënten met een hoog HF-risico na een acuut MI verlaagde empagliflozine het risico op eerste en totale HF-ziekenhuisopnamen, maar niet het sterftecijfer, vergeleken met placebo, ongeacht de baseline-LVEF en/of aanwezigheid van congestie.
In een longitudinale, observationele studie werd SGLT2-remmertherapie goed verdragen door patiënten met transthyretine-gemedieerde amyloïdcardiomyopathie (ATTR-CM) en was ze geassocieerd met een langzamere klinische achteruitgang en een lager risico op totale en cardiovasculaire sterfte en HF-ziekenhuisopname.
In de HF-OPT-studie resulteerde continue optimalisatie van richtlijngestuurde medische therapie (GDMT) erin dat 68% van de patiënten met nieuw gediagnosticeerd HFrEF een LVEF >35% had na 180 dagen. Het behalen van de GDMT-streefdoses was geassocieerd met een LVEF >35%.
Analyse van STRONG-HF toonde dat snelle optitratie van richtlijngestuurde medische therapie (GDMT) alle dimensies van kwaliteit van leven na 90 dagen verbeterde vergeleken met gebruikelijke zorg bij patiënten die waren opgenomen voor acuut HF, ongeacht hun gezondheidsstatus bij studieaanvang.
Een nieuw ontwikkeld model dat NT-proBNP, TnT en BMI omvatte, voorspelde nauwkeurig het optreden van HF bij patiënten met DM2, inclusief zij die behandeld werden met een SGLT2-remmer.
Een internationale multidisciplinaire werkgroep heeft nieuwe consensusaanbevelingen gepubliceerd voor de behandeling van diabetes, cardiorenale en/of metabole (DCRM) ziekten.
Bij gehospitaliseerde HFpEF-patiënten leidde monitoring van de NT-proBNP-waarde na ontslag niet tot een vermindering van de primaire uitkomstmaat van HF-heropname na 6 maanden vergeleken met alleen gebruikelijke zorg, maar wel in een lager sterftecijfer.
Bij personen met hypertensie en een verhoogd HVZ-risico, maar zonder HVZ, werden jaarlijkse variaties in de NT-proBNP- en hs-cTnT-waarden niet beïnvloed door de eGFR.
Alwin Tubben bespreekt de prevalentie van wild-type transthyretine-amyloïdcardiomyopathie (ATTRwt-CM) in patiënten subpopulaties, nieuwe potentiële biomarkers en monitoring van ATTRwt-CM.
ESC Heart Failure 2024 Hoe staat het met de kwaliteit van hartfalenzorg in Nederland? Dr. Jasper Brugts bespreekt de eerste studieresultaten van TITRATE-HF.
ESC Heart Failure 2024 Kunnen er patiëntensubgroepen geïdentificeerd worden die meer baat hebben van pulmonale arteriedrukmonitoring-gestuurde HF-therapie bij chronisch HF? Jasper Brugts deelt de resultaten van een subgroepanalyse van MONITOR-HF.
ESC Heart Failure 2024 In een vooraf gespecificeerde analyse van SELECT onder HVZ-patiënten met BMI ≥27 kg/m² werden de werkzaamheid en veiligheid van semaglutide versus placebo op de incidentie van MACE, HF-gerelateerde events en totale sterfte niet beïnvloed door een voorgeschiedenis van HF of het HF-subtype.