Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Nationale Hartfalendag: ontwikkelingen in de praktijk van de hartfalenzorg

Zeist, 27 september 2013

30 sep. 2013


Artsen en verpleegkundigen gespecialiseerd in hartfalenzorg kwamen vrijdag 27 september in Hotel Theater Figi in Zeist bijeen voor de Nationale Hartfalendag. Voorzitter dr. Arend Mosterd (cardioloog, Meander Medisch Centrum,  Amersfoort) heette iedereen welkom en gaf een indruk van wat er die dag zoal ter sprake zou komen. Hij vroeg bovendien aandacht voor het werk van Sophia de Graaf, moeder van een hartpatiënt uit zijn kliniek. Nadat haar zoon op 18-jarige leeftijd is overleden, maakte zij honderden leuke rode sleutelhangers voor Dress Red Day, de campagne die aandacht vraagt voor hart- en vaatziekten bij vrouwen. De schaal met sleutelhangers bij de uitgang was razendsnel leeg; er waren meer geïnteresseerden dan sleutelhangers…
 
In de ochtend stond een sessie over telemonitoring in de hartfalenzorg op het programma. De recentelijk gepromoveerde dr. Arjen de Vries (verpleegkundig specialist cardiologie, UMC Groningen) besprak de hypothetische voordelen van telemonitoring en de beschikbare gegevens over of die verwachtingen wel uitkomen. Dit blijkt in de praktijk nog niet zo duidelijk. Ondanks dat maakt 35% van de hartfalenklinieken in Nederland gebruik van telemonitoring. Een grote vraag blijft vooralsnog bij wie het nuttig is om telemonitoring toe te passen. Onder andere dat proberen ze in het IN TOUCH project in Groningen te weten te komen. 
Dr. Folkert Asselbergs (cardioloog, UMC Utrecht) ging verder in op de uitdagingen van telemonitoring systemen. Hij verkende de mogelijkheden die de compliance en daarmee de effecten van dergelijke systemen zouden kunnen verbeteren, zoals het geven van een beloning bij gezond gedrag. Hij beschreef het EMPOWER systeem dat in Utrecht wordt opgezet, gebruikmakend van de momenteel beste systemen die goed geïntegreerd zijn, om een zo groot mogelijk gebruiksgemak te verzekeren.
Mr. Margo Weerts (Directeur De Hart&Vaatgroep, Den Haag) belichtte het patiëntenperspectief ten aanzien van telemonitoring. De grootste last van hartfalenpatiënten blijken niet de pijn of de lichamelijke beperkingen, maar het afhankelijk zijn van anderen. Daarom is de Hart&Vaatgroep een groot voorstander van self-management door de patiënt. In wezen doet de patiënt dit al heel veel, maar dit proces kan beter worden gefaciliteerd. Daarbij moet een persoonsgecentreerde benadering het streven zijn, in plaats van dat de ziekte centraal staat.
 
In een gezamenlijke presentatie vertelden een cardioloog, een verpleegkundig specialist en een huisarts over de kick-off van een transmuraal project in Alphen a/d Rijn. Petra van Pol (cardioloog, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp) sprak over de knelpunten in de hartfalenzorg die zijn geconstateerd, op basis waarvan protocollen zijn ontwikkeld voor het transmurale project. Zowel voor de fase van de verdenking op hartfalen, als van de diagnose en follow-up zijn protocollen opgesteld die de zorg moeten verbeteren. Marlies Niesing (verpleegkundig specialist hartfalen, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp) vertelde over de belangrijke rol als intermediair die de verpleegkundig specialist in dit verband heeft. Jaap Eysing Smeets (huisarts, Alphen a/d Rijn) schetste bovendien hoe de huisarts hierbij betrokken is; deze is belangrijk voor het vormen van een verdenking op hartfalen, maar ook voor follow-up na terugverwijzing  door de cardioloog naar de huisarts, wanneer patiënt stabiel is.
 
Een volgende sessie behandelde nieuwe invasieve behandelmethoden. Dr. Hans-Marc Siebelink (cardioloog, Leids UMC) zette uiteen welke informatie kan worden verkregen met verschillende beeldvormingtechnieken en hoe dit kan helpen bij het bepalen van de prognose.
Dr. Peter van der Meer (cardioloog, UMC Groningen) vroeg kort aandacht voor de ESC Registry peripartum cardiomyopathie, die is opgezet om meer te kunnen begrijpen van deze zeldzame maar dramatische diagnose, omdat nog veel onbekend is over de etiologie van deze aandoening.
 
Na de lunch gaf prof.dr. Robert Klautz (thoraxchirurg, Leids UMC) een overzicht van de problematiek bij hartfalen en de chirurgische opties om in de pathofysiologie in te grijpen. Ook besprak hij de rol van de chirurg in het multidisciplinaire MISSION HF programma.
Dr. Jan van de Heyden (cardioloog, St Antonius ziekenhuis, Nieuwegein) legde uit hoe de MitraClip werkt en wanneer deze toegepast kan worden. Hij gaf ook aan waarom gegevens over gebruik van de MitraClip uit de Verenigde Staten niet direct toepasbaar zijn voor de Nederlandse situatie.
 
Het programma werd afgesloten met een sessie over de zin en onzin van zoutbeperking bij hartfalen besproken. Drs. Sjoukje Lok (cardioloog i.o., UMC Utrecht) was zo dapper om het ‘contra’-standpunt in te nemen; zij zette uiteen dat er weinig evidence is voor de veiligheid en effectiviteit van zoutbeperking. Ondanks dit wordt toch vrijwel altijd zoutbeperking aanbevolen. Ze besprak ook de zogenaamde J-curve die laat zien dat een te lage zoutinname net als te hoge inname schadelijk kan zijn.
Prof.dr. Gerjan Navis (internist-nefroloog, UMC Groningen) verdedigde het ‘pro’-standpunt. Een echt felle discussie werd het echter niet, want de dames bleken het grotendeels eens: prof. Navis bevestigde het gebrek aan evidence. Zij benadrukte echter dat 24-uursurine cruciale informatie biedt, die bijna nooit wordt gemeten. Studies die dit wel onderzochten laten zien dat RAAS blokkade niet werkt bij hoog zout. Dit noemt prof. Navis de blinde vlek in de cardiologie; dat ACE-remmers niet werken bij een kwart van de patiënten heeft zeer waarschijnlijk te maken met een te hoge zoutinname. Met een kleine vermindering in zoutinname is een zeer groot klinisch effect te behalen, vooral in patiënten die op RAAS-blokkade staan. Daarom was ze het met drs. Lok eens dat het geen zin heeft om iedereen op een heel lage streefwaarde voor zoutinname te krijgen – die halen de meeste mensen toch niet. Door patiënten van een veel te hoge naar een beetje te hoge zoutinname te krijgen, treden ook al belangrijke renale en cardiovasculaire voordelen op.

Het was een geanimeerde dag met een gevarieerd programma, waarbij de zaal rood kleurde door de vele deelnemers die gehoor hadden gegeven aan het verzoek iets roods te dragen in het kader van Dress Red day op 29 september.
   

Deel deze pagina met collega's en vrienden: