A nationwide registry study to compare bleeding rates in patients with atrial fibrillationbeing prescribed oral anticoagulants
Halvorsen S, Ghanima W, Tvete IF et al., Eur Heart J Cardiovasc Pharmacother 2016
Er worden veel studies gepubliceerd die data presenteren van ervaringen met non-VKA orale anticoagulantia (NOACs) bij patiënten met atriumfibrilleren in de dagelijkse klinische praktijk (‘real world evidence’). Omdat CVGK deze niet allemaal apart kan samenvatten, geven we hier een overzicht van de studie-opzet, zodat u gemakkelijk kunt selecteren welke studies relevant voor u zijn.
Volg de link naar het tijdschrift om het artikel online te vinden.
- Patiënten: 32675 patiënten met atriumfibrilleren op nieuw geïnitieerde VKA of NOAC.
- Exclusiecriteria: Blootstelling aan orale antistolling in de 180 dagen voorafgaand aan indexdatum (uitgiftedatum OAC). Patiënten met VTE tijdens laatste 180 dagen en met een knie- of heupvervangende operatie in de afgelopen 35 dagen voor starten met OAC.
- Design: Gebruikmakend van Noorse landelijke registers, werden AF patiënten met een eerste recept voor antistolling geïdentificeerd en gevolgd tot stoppen of switchen van orale antistolling, sterfte of eind follow-up.
- Bestudeerde middelen: VKA (35%), dabigatran (294%), rivaroxaban (21%) en apixaban (20%)
- Looptijd: Jan 2013 – juni 1015
- Follow-up duur: Mediaan: 173 dagen, VKA: mediaan: 156 dagen (IQR: 84-309); dabigatran: 212 dagen (IQR: 97–413); rivaroxaban: 209 dagen (IQR: 105–410); en apixaban: 143 dagen (IQR: 73–247).
- Eindpunten veiligheid: Majeure of klinisch relevante niet-majeure (CRNM) bloeding
Deel deze pagina met collega's en vrienden: