Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Nederlandse HFrEF patiënten ontvangen lagere doseringen van medicatie dan aanbevolen

Contemporary Drug Treatment of Chronic Heart Failure With Reduced Ejection Fraction

Literatuur - Brunner-La Rocca HP, Linssen GC, Smeele FJ et al. - JACC: Heart Failure 2019;7(1):13-21

Introductie en methoden

Adherentie aan aanbevolen therapie in hartfalen (HF) door artsen bepaalt sterk de klinische uitkomst [1,2], maar tot op heden blijft dit een uitdaging. Op basis van recente vragenlijsten en grote behandeltrials naar HF medicatie lijkt het voorschrijfgedrag van evidence-based HF medicatie tegenwoordig beter. Populaties in trials krijgen evidence-based medicatie omdat dit een vereiste voor inclusie is, en vertegenwoordigen niet de algemene HF patiëntenpopulatie. Data van het CHAMP-HF register [3] suggereerden bovendien dat gebruik van HF medicatie in de dagelijkse praktijk nog lager is dan recente surveys deden vermoeden [4-6]. Registers maken vaak geen onderscheid tussen HF met verminderde (HFrEF) of behouden (HFpEF) ejectiefractie, hoewel behandeladviezen alleen gelden voor HFrEF patiënten [7], en/of doseringen van medicatie worden niet geregistreerd [8].

Vanwege deze onzekerheden, onderzocht deze analyse van het Chronisch Hartfalen ESC-richtlijn Cardiologische praktijk Kwaliteitsproject HartFalen (CHECK-HF) register [9] (2013-2016) adherentie aan aanbevolen medicatie bij HF in poliklinieken van Nederlandse ziekenhuizen. Het CHECK-HF register includeerde 10.910 patiënten van 34 HF poliklinieken in Nederland met beschikbare informatie over patiëntkarakteristieken, belangrijkste oorzaak van HF, algemene echocardiografische en electrocardiografische metingen, medicatie, comorbiditeiten en relevante laboratoriumresultaten. Patiënten met een linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF)<50% (n=8.360) werden ingedeeld op basis van de meeste recente Europese richtlijnen [5] in HFrEF bij LVEF <40% (68.2%), HF met mid-range LVEF van 40-49% (HFmrEF) (18.8%) of semikwantitatief gemeten LVEF van wie de LVEF <50% was (semikwant) (13.0%). Patiënten zonder LVEF <50% werden beschouwd als HFpEF en uitgesloten van de analyse.

HF werd gediagnosticeerd volgens de meest recente Europese richtlijnen voor HF management die toentertijd beschikbaar waren [6].

Belangrijkste resultaten

Medicatie voor behandeling HFrEF

Voorspellers van HF medicatie

Conclusie

Hoewel analyse van het cross-sectionele CHECK-HF register laat zien dat de meeste patiënten met HFrEF en HFmrEF de aanbevolen medicatie ontvangen, waren de doseringen van RAS-remmers en met name bètablokkers lager dan de richtlijnen aanbevelen. Jongere patiënten ontvangen vaker evidence-based HF behandeling dan ouderen, die met name lisdiuretica krijgen. Bovendien werd ivabradine, een recente If-kanaal remmer, nauwelijks voorgeschreven. Deze resultaten wijzen op aanzienlijke ruimte voor verbetering van therapie bij HFrEF patiënten, 30 jaar nadat het eerste bewijs geleverd werd dat behandeling de prognose in HFrEF kan verbeteren.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op JACC

Deel deze pagina met collega's en vrienden: