Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Lipidendag | Lipidenmanagement bij hartfalen: meer vragen dan antwoorden?

16 mei 2019 - Prof. dr. Peter van der Meer

Prof. van der Meer presenteerde een casus om aan te geven dat het onduidelijk is wat te doen bij een patiënt met hartfalen (HF) en een geschiedenis van MI wanneer hij/zij zich meldt met klachten op de borst. Moet deze patiënt starten met statine, moet er een coronair angiogram gemaakt worden of vitaliteitsonderzoek gedaan worden?

De STICH (Surgical treatment for ischemic heart failure) trial [39] includeerde HF patiënten met linkerventrikel ejectiefractie (LVEF) <35% en CAD dat geschikt was voor coronaire arterie bypass graft (CABG). Patiënten werden behandeld met optimale medische therapie (OMT) of CABG. Het primaire eindpunt van sterfte door alle oorzaken was in eerste instantie hoger in de CABG groep, maar na vijf jaar was er geen verschil tussen de twee groepen en na tien jaar werd een klein voordeel gezien met CABG (HR: 0.84, 95%CI: 0.73-0.97).

De CORONA studie [40] onderzocht of behandeling met statine CV voordeel geeft in oudere HF patiënten. Oudere patiënten (>60 jaar) met systolisch HF (LVEF <40%) en een ischemische etiologie werden gerandomiseerd naar rosuvastatine of placebo. Dit gaf teleurstellende resultaten: er was geen verschil in de primaire uitkomst van CV sterfte, niet-fataal MI en niet-fatale beroerte tussen de twee groepen. Ook de secundaire uitkomsten sterfte door alle oorzaken, en alle coronaire events waren niet verschillend tussen groepen die rosuvastatine ontvingen of placebo. Naar aanleiding van subgroepanalyses suggereerde Van der Meer dat een slechte pompfunctie leidend leek te zijn in het gebrek aan CV voordeel met rosuvastatine.

De GISSI-HF trial [41] onderzocht ook het effect van rosuvastatine op CVD in HF patiënten, maar in deze trial werden ischemische en niet-ischemische HF patiënten geïncludeerd. Ook in deze trial werd geen CV voordeel gezien met rosuvastatine in vergelijking met placebo, ook niet in subgroepanalyses.

Een real-world studie op basis van het Zweedse HF register paste propensity score matching toe en onderzocht of gebruik van statine CV voordeel gaf in vergelijking met geen statinegebruik [43]. Er werd een kleine verlaging in mortaliteit gezien in diegenen die statine gebruikten vs. zonder statinegebruik gedurende zeven jaar. Van der Meer benadrukte echter dat een associatie in observationele studies niet betekent dat er een causaal verband is, omdat geen rekening gehouden kan worden met onbekende confounders. Een werkelijk behandeleffect moet onderzocht worden in RCT’s. Naar aanleiding van deze data, beveelt de 2016 ESC HF richtlijn gebruik van statines niet aan in patiënten met HFrEF. Van der Meer opperde dat deze patiënten wellicht te ziek zijn om voordeel van statines te zien.

Een subanalyse van de BIOSTAT-CHF trial [42] liet zien dat er een associatie is tussen PCSK9 niveaus en mortaliteit door alle oorzaken in HF patiënten, maar het is niet bekend of remming van PCSK9 voordeel geeft in deze patiënten.

Referenties

Toon referenties

Faculty

Prof. dr. Peter van der Meer (Cardioloog, UMCG, Groningen)

Deel deze pagina met collega's en vrienden: