Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Impressie | MRDTI voor detectie van (recidief) trombose

11 september 2020 - Dr. Erik Klok

Dr. Erik Klok presenteerde de resultaten van de Theia studie. In deze studie stond de vraag centraal of bij patiënten met aanwijzingen voor een ipsilateraal recidief van diepveneuze trombose (DVT) een diagnose gesteld kan worden door middel van magnetische resonantie directe trombus-imaging (MRDTI).

Bij een verdenking op DVT is compressie-echografie het beeldvormende onderzoek van eerste keuze. Maar de diagnose van recidief DVT en longembolie is vaak inaccuraat in kritieke organen. Bij 32% (95% CI: 23 43%) van alle echo’s kan geen onderscheid gemaakt worden tussen resttrombose of een acuut stolsel. Deze limitatie zorgt ervoor dat bij patiënten met verdenking op recidief trombose in hetzelfde orgaansysteem trombose onvoldoende aangetoond kan worden. Ook bleek dat bij patiënten bij wie echografie geen uitsluitsel gaf, de diagnose “recidief-DVT” werd gesteld en (levenslange) antistollingstherapie werd voorgeschreven. Hierdoor lijkt in de praktijk sprake te zijn van overbehandeling [1].

Een oplossing ligt mogelijk bij de MRDTI techniek [2]. MRDTI is een primaire diagnostische non-invasieve test voor de detectie van actieve stolsels. Hierbij wordt de magnetische eigenschap van het stolsel in kaart gebracht. Zodra een stolsel zich vormt wordt ijzer (Fe²⁺) in het hemoglobine geoxideerd naar Fe³⁺, waardoor methemoglobine ontstaat. Dit heeft andere magnetische eigenschappen, waardoor een actief stolsel in een scan als een helder wit signaal in de veneuze structuren oplicht ten opzichte van de contralaterale venen in benen of armen [1,3-5]. MRDTI is een betrouwbare techniek voor de diagnose van DVT met een sensitiviteit van 94-96%, specificiteit van 90-92%, en hoge reproduceerbaarheid (kappa score van 0.98 voor proximale DVT en 0.89 voor distale DVT) [6]. Bij een eerdere studie naar diagnose van acute DVT normaliseerden de afwijkingen op de MRDTI-scan na 6 maanden, terwijl compressie echografie bij 31% van de onderzochte patiënten abnormaal bleef [3].

De Theia studie was een internationaal, multicenter, diagnostische, prospectieve studie die de veiligheid van het uitsluiten van recidief ipsilateraal DVT op basis van een MRDTI-scan onderzocht [7]. Patiënten (n=305) met een verdenking op recidief trombose van het been ondergingen binnen 24 uur een MRDTI-scan. Op basis van de scan werd bij een diagnose gestart met antistollingstherapie. Bij een negatieve uitslag onderging de patiënt compressie ultrasonografie (CUS) om vast te stellen of en waar resttrombose was. De primaire uitkomst was incidentie van recidief trombo-embolie 3 maanden follow-up bij patiënten met een niet-afwijkende MRDTI-scan die wel of niet behandeld werden met antistolling. Secundair eindpunt omvatte de overeenstemming van de diagnose aan de hand van MRDTI beelden tussen twee onafhankelijke radiologen.

1.7% (2/121) Van de patiënten zonder antistolling had op baseline een negatieve MRDTI uitslag, maar kreeg alsnog een non-fataal recidief trombo-embolie. In het totale cohort kreeg 1.1% van de patiënten een recidief trombo-embolie na een negatieve uitslag. De DVT prevalentie was 38% (116/305) en van alle patiënten die al behandeld werden met antistolling kreeg 20% (14/69) trombose. Er was een uitstekende overeenstemming tussen de radiologen (kappa score 0.91). In een retrospectieve analyse van echo uitslagen van patiënten met een negatieve MRDTI-scan werd geschat dat in 19% van de patiënten een onterecht positieve CUS uitslag zou hebben geleid tot antistollingsbehandeling. De Theia studie liet zien dat recidief DVT veilig kon worden uitgesloten met een MRDTI-scan en bleek een reproduceerbare diagnostische techniek te zijn.

MRDTI vervolgstudies voor trombose in andere anatomische locaties zijn: veneuze trombose van de arm (Selene), sinustrombose (Gaia), vena porta trombose (Rhea), en geïsoleerde bekkenvene trombose (Tethys).

Kosteneffectiviteit

Een belangrijk punt dat de implementatie van MRDTI in de praktijk tegen kan houden is het kostenaspect, aangezien een MRI scan duurder is dan een CUS. Om de kosten goed in kaart te brengen, zijn alle relevante medische kosten meegenomen en is berekend wat de kosten van een trombosepatiënt per jaar zouden zijn na presentatie op de spoedeisende hulp. Op baseline zijn de kosten hoger met MRDTI, maar door een lagere kans op onterechte behandeling zijn de uiteindelijke kosten vergelijkbaar (1250 á 1300 euro per jaar per patiënt).

Referenties

Toon referenties

Bekijk de video

Deel deze pagina met collega's en vrienden: