Bereiken van LDL-c-streefwaarde na STEMI met vroege combinatietherapie
Intensive lipid-lowering therapy for early achievement of guideline-recommended LDL-cholesterol levels in patients with ST-elevation myocardial infarction (“Jena auf Ziel”)
Literatuur - Makhmudova U, Samadifar B, Maloku A, et al. - Clin Res Cardiol. 2023 Jan 5. doi: 10.1007/s00392-022-02147-3Introductie en methoden
Achtergrond
Het Zweedse SWEDEHEART-register liet recent zien dat 17% van de patiënten met een recent MI voldeed aan de LDL-c-streefwaarde die wordt aanbevolen in de ESC/EAS-richtlijnen voor het management van dyslipidemieën uit 2019 (d.w.z.: LDL-c <1,4 mmol/l (<55 mg/dl)), terwijl de resterende 83% in aanmerking zou komen voor aanvullende lipidenverlagende therapie [1]. De ESC/EAS-richtlijnen uit 2019 adviseren een statinebehandeling met hoge intensiteit, en als de streefwaarde niet binnen 4-6 weken is behaald, wordt aanvullende behandeling met ezetimibe en daarna een PCSK9-remmer aanbevolen [2]. Toch is vroegtijdige lipidenverlagende combinatietherapie, bestaande uit een hoog-intensiteitstatine van en ezetimibe, effectief in het verlagen van de LDL-c-waarde [3-7].
Doel van de studie
Het doel van deze studie was de LDL-c-streefwaarde te behalen bij patiënten die voor een STEMI in het ziekenhuis waren opgenomen, door hen te behandelen met een lipidenverlagende combinatietherapie (bestaande uit atorvastatine 80 mg and ezetimibe 10 mg) als eerstelijnsbehandeling, aangevuld met bempedoïnezuur of een PCSK9-remmer als niet aan de streefwaarde werd voldaan.
Methoden
De JaZ (‘Jena auf Ziel’) studie was een prospectieve cohortstudie bij 85 patiënten die met een STEMI werden opgenomen in het Jena University Hospital in Jena, Duitsland in de periode januari-december 2021. Bij opname kregen de patiënten een combinatiebehandeling van atorvastatine 80 mg en ezetimibe 10 mg. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis ontvingen ze voorlichting over cardiovasculaire-risicomodificatie. Tijdens de follow-up werd de lipidenverlagende therapie indien nodig aangevuld met bempedoïnezuur of een PCSK9-remmer om zo bij alle patiënten de aanbevolen LDL-c-streefwaarde te bereiken. Empowerment van de patiënten werd gebruikt om de therapietrouw te vergroten. De auteurs evalueerden ook de nadelige events van deze lipidenverlagende strategie.
Uitkomstmaat
De primaire uitkomstmaat was het bereiken van de in de ESC/EAS-richtlijnen uit 2019 aanbevolen LDL-c-streefwaarde voor MI-patiënten (<1,4 mmol/l (<55 mg/dl)).
Belangrijkste resultaten
LDL-c-streefwaarde
- Bij opname was de gemiddelde (± SD) LDL-c-waarde 3,2 ± 1,2 mmol/l (123,4 ± 44,9 mg/dl). Van de 85 patiënten voldeden 5 (5,9%) aan de LDL-c-streefwaarde, hadden 75 (88,2%) een LDL-c-waarde >1,8 mmol/l, hadden 61 (71,8%) een LDL-c-waarde >2,6 mmol/l en hadden 7 (8,2%) een LDL-c-waarde >4,9 mmol/l.
- Vroegtijdige lipidenverlagende combinatietherapie verminderde de gemiddelde LDL-c-concentratie tot 1,7 ± 0,8 mmol/l (65,7 ± 34,8 mg/dl) bij ontslag. Op dat moment voldeden 33 patiënten (38,8%) aan de LDL-c-streefwaarde.
- Bij het eerste follow-upbezoek (4-6 weken na ontslag) was de gemiddelde LDL-c-waarde 1,2 ± 0,4 mmol/l (46,4 ± 15,5 mg/dl). Nog eens 35 patiënten (41,2%) voldeden aan de aanbevolen LDL-c-streefwaarde, zodat in totaal 68 patiënten (80%) de LDL-c-streefwaarde behaalden.
- Bij de resterende 17 patiënten (20%) werd de lipidenverlagende therapie geoptimaliseerd: 2 patiënten werden omgezet van atorvastatine 80 mg naar rosuvastatine 40 mg, 8 werden behandeld met bempedoïnezuur, naast atorvastatine 80 mg en ezetimib 10 mg (additionele LDL-c-reductie van 15%), 6 kregen daarnaast een PCSK9-remmer (additionele LDL-c-reductie van 68%) en met 1 patiënt werden problemen met de therapietrouw besproken.
- Bij het laatste follow-upbezoek (12 maanden na het indexevent) voldeden alle patiënten aan de LDL-c-streefwaarde; de gemiddelde LDL-c-waarde was op dat moment 1,1 ± 0,3 mmol/l (42,5 ± 11,6 mg/dl).
Nadelige events
- Tijdens de follow-up werden weinig nadelige events van de lipidenverlagende combinatietherapie gemeld, waaronder spierpijn (n=2), duizeligheid (n=2) en verhoging van de leverenzymwaarden (n=1).
Conclusie
In deze monocentrische prospectieve cohortstudie resulteerde vroegtijdige lipidenverlagende combinatietherapie met een hoog-intensiteitstatine (atorvastatine 80 mg) en ezetimibe 10 mg erin dat 80% van de patiënten die in het ziekenhuis waren opgenomen voor een STEMI, de in de ESC/EAS richtlijnen uit 2019 aanbevolen LDL-c-streefwaarde behaalde bij het eerste follow-upbezoek. Na eventuele aanvullende therapie met bempedoïnezuur of een PCSK9-remmer voldeden alle patiënten aan de aanbevolen LDL-c-streefwaarde. De lipidenverlagende combinatietherapie werd goed verdragen.
De auteurs wijzen erop dat in de ESC/EAS-richtlijnen uit 2019 alleen statines behoren tot de eerstelijns lipidenverlagende behandeling om het ASCVD-risico te verminderen en dat ezetimibe en PCSK9-remmers enkel moeten worden gegeven wanneer tijdens de follow-up niet aan de LDL-c-streefwaarde wordt voldaan. Wanneer echter rekening wordt gehouden met onder meer de grote interindividuele variabiliteit in LDL-c-reductie, “lijkt vroegtijdige start van een lipidenverlagende combinatietherapie met een hoog-intensiteitstatine en ezetimib een logische behandelstrategie”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: