Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

ARNI resulteert in gunstige veranderingen van biomarkers van ECM homeostase in HFpEF

Effect of Sacubitril/Valsartan on Biomarkers of Extracellular Matrix Regulation in Patients With HFpEF

Literatuur - Cunningham JW, Claggett BL, O’Meara E, et al. - J Am Coll Cardiol 2020;76:503–14

Introductie en methoden

Er is gesuggereerd dat veranderingen in myocardiale extracellulaire matrix (ECM) homeostase plaatsvinden tijdens ontwikkeling van hartfalen (HF) in patiënten met HFrEF en HFpEF. Veranderingen in synthese, verwerking, afbraak en turnover van eiwitten zoals collageen resulteren mogelijk in structurele remodelering [1]. Deze veranderingen kunnen worden bepaald door het meten van circulerende biomarkers [2-6], waaronder propeptiden van collageen (N-terminaal propeptide van collageen I [PINP] en N-terminale propeptide van collageen III [PIIINP]), oplosbaar ST2 (sST2) dat activatie van fibroblasten (collageen-producerende myocardiale cellen) stimuleert, collageen I telopeptiden (CITPs) die vrijkomen tijdens collageen turnover en afbraak, en weefsel remmer van matrix metalloproteïnase (TIMP-1) die afbraak van collageen remt.

In HFrEF patiënten resulteerde behandeling met sacubitril/valsartan in gunstige veranderingen van circulerende biomarkers [7] en remt daardoor mogelijk fibrose. Het is onbekend of dit ook het geval is voor HFpEF patiënten.

Data van de PARAGON-HF [8] trial werden gebruikt om te onderzoeken of 1) circulerende biomarkers die een weerspiegeling zijn van determinanten van ECM homeostase afwijkend zijn in HFpEF patiënten; 2) baselineniveaus van deze biomarkers en veranderingen van baseline HF events voorspellen; en 3) behandeling met sacubitril/valsartan in vergelijking met valsartan alleen resulteerde in gunstige veranderingen van niveaus van deze biomarkers.

PARAGON-HF was een multicenter, dubbelblinde klinische trial en includeerde patiënten met chronische HFpEF die werden gerandomiseerd naar sacubitril/valsartan of alleen valsartan. Het primaire eindpunt, een samenstelling van totale (eerste en recidief) ziekenhuisopnames voor HF en CV sterfte miste net significantie in de PARAGON-HF trial.

Voor deze biomarker substudie werden data van de volgende vijf biomarkers onderzocht: sST2, PINP, PIIINP, CITP, and TIMP-1. Biomarkers werden gemeten op baseline (n=1135), 16 weken (n=1113) en 48 weken (n=1016) na randomisatie.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

In een subanalyse van de PARAGON-HF trial waren hogere niveaus van TIMP-1 geassocieerd met risico op het primaire eindpunt. Behandeling met sacubitril/valsartan resulteerde in gunstige veranderingen van sommige biomarkers (TIMP-1 en sST2) en veranderingen in TIMP-1 waren geassocieerd met risico op het primaire eindpunt. Deze resultaten suggereren dat veranderingen in biomarkers die ECM homeostase weerspiegelen mogelijk leiden tot myocardiale fibrose en bijdragen aan HFpEF pathogenese en prognose. Sacubitril/valsartan resulteert mogelijk in gunstige uitkomsten door het verminderen van fibrose in HFpEF patiënten.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op J Am Coll Cardiol

Deel deze pagina met collega's en vrienden: