Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Rusthartslag heeft voorspellende waarde voor hartfalen in gezonde mannen, maar niet vrouwen

Literatuur - Nanchen D, Leening MJ, Locatelli I et al. - Circ Heart Fail. 2013 May 1;6(3):403-10


Resting heart rate and the risk of heart failure in healthy adults: the Rotterdam study.

 
Nanchen D, Leening MJ, Locatelli I et al.
Circ Heart Fail. 2013 May 1;6(3):403-10. doi: 10.1161/CIRCHEARTFAILURE.112.000171
 

Achtergrond

Ondanks verbeteringen in de zorg voor patiënten met hartfalen (HF), stijgt de incidentie van ziekenhuisopname voor HF in de ouderwordende Westerse populatie [1]. Het is daarom belangrijk om beter patiënten te identificeren die risico lopen op HF. Rusthartslag heeft mogelijk voorspellende waarde voor hartfalen en cardiovasculaire aandoeningen [2]. In patiënten met HF is rusthartslag een te beïnvloeden risicofactor welke heropname in het ziekenhuis voor HF kan voorkomen [3]. Deze associatie is niet bekend in de algemene bevolking. 
Deze vraag moet beantwoord worden in een prospectieve studie omdat een subklinisch gedecompenseerde status in hartpatiënten een hemodynamische respons kan vergroten die de hartslag kan verhogen. De biologische interactie tussen rusthartslag en subklinische HF voorkomt dat de associatie naar gezonde volwassenen kan worden geëxtrapoleerd.
Daarom onderzoekt deze studie of een hogere rusthartslag onafhankelijk geassocieerd is met de ontwikkeling van HF in volwassenen in de algemene populatie zonder al bestaande hartziekte of hartslag-beïnvloedende medicatie. Deze studie is onderdeel van de Rotterdam studie, en betreft gegevens van 4768 deelnemers [4].
 

Belangrijkste resultaten

  • In mannen was de hartslag <68.5 slagen per minuut (BPM) in het eerste tertiel, 69-78 BPM in het tweede en >79 BMP in het derde tertiel. In vrouwen waren de tertielen <72, 73-80 en >81 BPM, bij pulsmeting bij de radiale arterie. Hartslag gemeten met ECG was over het algemeen iets lager dan pulsmeting.
  • In een mediane (IQR) follow-up periode van 14.6 (7.6) jaar ontwikkelden 656 deelnemers incident HF. Ruwe incidentie van HF was hoger in mannen met hogere hartslag dan in mannen met lager hartslag (13.7 vs. 9.9 per 1000 persoonjaren). In vrouwen verschilde de ruwe incidentie niet tussen de hartslagcategorieën, tenzij hartslag met ECG werd gemeten.
  • Voor iedere stijging van 10 BPM was de multivariabele gecorrigeerde hazard ratio bij mannen 1.16 (95%CI: 1.05-1.28) in een vastgestelde tijd-hartslagmodel en 1.13 (95%CI: 1.02-1.25) in een tijdsafhankelijk hartslagmodel (hartslag gemeten met ECG). Rusthartslag was niet geassocieerd met een hoger risico op HF in vrouwen.
  • Na uitsluiting van 328 deelnemers die niet-fatale coronaire hartziekte ontwikkelden tijdens follow-up, werden vergelijkbare resultaten verkregen.
  • Wanneer rekening werd gehouden met de tijd tot het eerste recept voor gebruikelijke hartslagverlagende medicatie tijdens follow-up, hadden mannen met een hartslag in het derde tertiel een hoger risico op HF dan mannen in het laagste tertiel (gecorrigeerde hazard ratio: 1.47, 95%CI: 1.08-2.01).
 

Conclusie

Een hogere rusthartslag gemeten met pulspalpatie of ECG bleek onafhankelijk geassocieerd met incident hartfalen in gezonde volwassen mannen uit de algemene bevolking. Deze associatie was niet het gevolg van bekend coronair hartfalen. In vrouwen werd deze associatie niet gevonden.
Mannen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van HF kunnen dus worden geïdentificeerd op grond van een hoge rusthartslag. Het moet verder worden uitgezocht of deze mannen baat kunnen hebben bij preventieve behandeling met als doel de hartslag te verlagen.
 

Referenties

1. Hunt SA, Abraham WT, Chin MH et al. 2009 focused update incorporated into the ACC/AHA 2005 Guidelines for the Diagnosis and Management of Heart Failure in Adults: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines: developed in collaboration with the
International Society for Heart and Lung Transplantation. Circulation.2009;119:e391–e479.
2. Ceconi C, Guardigli G, Rizzo P. The heart rate story. Eur Heart J Suppl. 2011;13:C4–C13.
3. Böhm M, Swedberg K, Komajda M, et al., SHIFT Investigators. Heart rate as a risk factor in chronic heart failure (SHIFT): the association between heart rate and outcomes in a randomised placebo-controlled trial. Lancet. 2010;376:886–894.
4. Hofman A, van Duijn CM, Franco OH et al. The Rotterdam Study: 2012 objectives and design update. Eur J Epidemiol. 2011;26:657–686.
 

Klik door naar dit artikel op Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: